Show Notes
Innovatie in de strijd tegen voedselverspilling
Duurzaam ondernemen wordt steeds belangrijker. Hoe link je duurzaamheid en innovatie aan elkaar? Helpt technologie de wereld om duurzamer te worden, of net niet? Ontdek het in deze aflevering, waar we spreken met Franco Prontera, Country Manager van Too Good To Go, een bedrijf met een missie om voedselverspilling tegen te gaan. Het werd een interessant gesprek over duurzaamheid en ondernemen, en hoe die twee het best met elkaar gecombineerd kunnen worden. Op het einde van het gesprek spreken we over technologie: is het net de oplossing voor of de oorzaak van onze duurzaamheidsproblemen?
Van biologie naar ondernemen
Van bioloog, naar customer success specialist, naar country manager en kersverse papa. Hoe het allemaal begon is in Leuven, waar Franco studeerde. Hij is begonnen als biomedicus (bachelor in de biomedische wetenschappen), toen is er een kantelpunt geweest toen hij naar een keynote van
Dos Winkel luisterde, een duiker - kinesist die zich helemaal gooide in het duiken. Initieel dook Dos voor het plezier, maar door het documenteren van die sessies heeft hij op een natuurlijke manier de achteruitgang van de oceanen gezien. Dat was zo'n sprekende uiteenzetting voor Franco, dat hij van biomedische naar biologie en zelfs ecologie is gegaan. Daar kwamen thema's zoals het klimaat naar de voorgrond, maar die kregen nog niet zo'n grote media aandacht op dat moment. Franco heeft daar zijn passie gevonden. Door vakken op te nemen rond klimaatwetenschappen en ecologie, kwam zijn passie tot stand als bioloog.
Tijdens zijn studies had Franco al een ondernemend kantje. Hij experimenteerde al snel met verschillende zaken: olijfolie importeren en verkopen in België en zelfs een strandbarretje opgericht. Franco besefte dat hij zijn passies voor ecologie en ondernemen wilde combineren en bedrijven helpen met ondernemen in duurzaamheid. Om daaraan te kunnen beginnen, vond hij het nodig om nog een master in ondernemerschap te volgen. Daar heeft dat ondernemen zelf een boost gekregen: tijdens die studie startte hij een onderneming, RBLS, dat zich bezig hield met digitale innovatie, maar totaal niets met duurzaamheid. Na twee jaar miste hij toch die sociale impact.
Wat doe je op zo'n moment?
Je vertrekt op reis, jezelf opnieuw ontdekken. Voor Franco werd dat een reis van zes maanden. Hij leerde op die reis Jonas Malisse kennen, iemand die ook gebeten was door duurzaam ondernemen.
Too Good To Go
Eenmaal terug in België, contacteerde Jonas Franco: "Ik heb onderweg een nieuw concept leren kennen van twee Denen. Too Good To Go. Zin om daar eens over te praten?". De rest is geschiedenis. Drie weken later ging Franco aan de slag. Franco heeft daar zijn passie gevonden: een maatschappelijk probleem aanpakken op een ondernemende manier.
Voedselverspilling
Ongeveer een derde van het geproduceerd voedsel op de wereld belandt in de vuilnisbak. Dat is gigantisch veel, en heeft een impact op sociaal niveau, want er zijn veel mensen die honger hebben. We gooien meer weg dan dat er mensen zijn die honger hebben. Economisch heeft dat ook een gigantische impact, en daarnaast ook ecologisch: 8 tot 10% van alle broeikasgassen komen door voedselverspilling, niet door voedselproductie.
Too Good To Go wil die voedselverspilling tegengaan. Hun meest bekende oplossing daarvoor is hun app die consumenten en producenten (of leveranciers) samenbrengt om voedselverspilling te bestrijden. Dat is de directe impact die het bedrijf maakt. Hun core activity is dan ook die app laten groeien. Daarnaast willen ze mensen ook bewust maken voor voedselverspilling. Dat is dan weer de indirecte impact - hun movement against food waste.
Movement against food waste
Door een community uit te bouwen, komt TGTG vaak in aanraking met partners. Hoe gaan zij om met voedselverspilling? Tijdens de pandemie hebben ze gemerkt dat er grote bedrijven zijn die niet rechtstreeks aan de consument voeding leveren, maar eigenlijk bedrijven en supermarkten voorzien, die eigenlijk ook met voedselverspilling te kampen hebben. Zeker tijdens een pandemie komt dat heel erg naar boven, want de horeca werd gesloten.
Eigenlijk is voedselverspilling verspreid over een waardeketen van voeding: van producent tot consument. De app focust op food services (restaurants), maar ook op retail (supermarkten). Jammer genoeg is de app niet zo geschikt voor het schakeltje daarvoor. Je kan de eindgebruiker niet naar een fabriek van Unilever laten gaan om een pakketje op te halen. Daarom ging TGTG in dialoog met die grotere bedrijven en zochten zij samen oplossingen om direct voedselverspilling aan te pakken. Uit die gesprekken kwam dat ze op verschillende vlakken met voedselverspilling kampen. Zowel op vlak van externe bewustmaking, maar ook intern engagement (de medewerkers).
Waste warriors
Uit die bevindingen kwamen WOW brands (waste warrior brands). Dat is een coalitie waar ze bedrijven en merken samenbrengen om kennis te delen rond voedselverspilling. TGTG is daar een facilitator: per kwartaal organiseren ze een aantal zaken, en ook een keer per jaar is er een live event om zo doorheen heel de keten te kunnen overlopen hoe ze samen systematisch voedselverspilling kunnen bestrijden.
Toekomstplannen
Wanneer we vragen naar de toekomstplannen van TGTG, antwoordt Franco: "We zijn heel ambitieus en heel naïef, dat gaat vaak hand in hand." Wij hebben een app, en dat is de core van het business model. Er zijn ook andere bedrijven in België die andere dingen doen, en samen vallen ze die gigantische berg van voedselverspilling aan, zodat er zo weinig mogelijk in de vuilnisbak belandt.
"In België wordt ongeveer 3.6 miljoen ton per jaar verspild. Met TGTG redden wij ongeveer 7000 ton. Dat geeft perspectief. Het is een druppeltje op de hete plaat, maar dat is niet erg. Je begint ergens, en je groeit. Onze ambitie is heel groot en het potentieel is gigantisch," volgens Franco. Je hebt andere spelers die ook bijdragen om die afvalberg te verkleinen: reactief, proactief, consulting, sociale organisaties, enzovoort.
Europese cijfers laten zien dat 50% van die 3.6 miljoen ton plaatsvindt bij de consument, bij de mensen thuis. Dat zijn vaak banale zaken: je kookt een lekkere maaltijd, je bent overdadig en je kookt te veel. Je steekt het in een potje en je zal het de volgende dag wel opeten. In werkelijkheid gooi je het een paar dagen later weg omdat je het per ongeluk vergeten bent. Zo'n kleine voorbeelden leiden naar een groot en complex probleem.
Franco wil dat mensen meer connectie maken met voeding. Toen hij startte bij TGTG, wist hij zelf niet dat voedselverspilling zo'n groot en complex probleem was. "Je vraagt niet aan mensen dat ze anders moeten eten of dat ze minder moeten eten. Je vraagt gewoon: eet je bord leeg, consumeer het." Maar Franco haalt ook aan dat het complexer is dan dat, en dat gewoontes dieper geworteld zitten dan de meeste mensen denken.
"Mijn grootouders zijn na-oorlogse kinderen. Zij vertellen vaak dat ze de aardappelen mee moesten schillen. Als de aardappel te dik geschild werd, moesten ze de schil schillen. Doorheen de industriële revolutie, globalisering, efficiënter telen, zijn wij ergens along the way de waarde en de connectie met voedsel verloren. Voor ons is eten zo goedkoop en beschikbaar geworden dat het gewoon een commodity is. En dan gooi je dat ook sneller weg."
Campagnes
Onlangs deed Too Good To Go een samenwerking met Kapitein Winokio. Samen maakten ze een Sinterklaasliedje rond voedselverspilling (dat vind je
hier). Op die manier willen ze scholen en kinderen aanzetten om dat liedje te zingen. Dat is hoe zij de content van de missie gebruiken als driver om de movement te groeien.
Winstmodel
Volgens Franco is er niks verkeerd met het verdienmodel te koppelen aan sociale impact. Volgens hem is dat absoluut de weg voorwaarts: "Er is een bepaalde schroom dat geld verdienen niet hand in hand kan gaan met sociale impact. Maar ik denk net dat daar de sleutel ligt voor de toekomst van veel bedrijven: je business model zo op te bouwen dat door te groeien in omzet, je ook rechtstreeks impact maakt."
Het is de toekomst voor veel bedrijven om dat intrinsiek aan elkaar te linken, want daar zijn veel voordelen aan verbonden op veel niveaus. Het sleutelwoord voor Franco is langetermijndenken. Als je vandaag een business model kan tonen dat groei ambieert, maar ook intrinsiek is gekoppeld aan sociale impact en duurzaamheid, dan is dat enorm interessant voor investeerders want dat is per definitie lange termijn. Dan maakt het niet zoveel uit of dat het iets langer duurt vooraleer je investering opbrengt, maar je weet wel dat het duurzaam is.
Franco las onlangs Noors onderzoek dat jongeren die op de arbeidsmarkt kwamen bestudeerde. Daar vroegen ze wat belangrijk is voor hen in een job. Je ziet dat veel mensen (70%) noodzaak hebben aan het gevoel dat zij persoonlijk impact maken en een steentje bijdragen aan een betere wereld. Als je talent wil aantrekken als bedrijf, moet je je dus ook zo profileren. Dat wordt nog belangrijker als je talent wil houden en ontwikkelen. "Je wil naast je loonbriefje het idee hebben dat je hebt geholpen aan een betere wereld. Dat is van onschatbare waarde."
Ook bottom-up worden de signalen sterker. Vaak hebben consumenten het gevoel dat hun ene aankoop geen verschil maakt, maar er zijn wel verschillende aanwijzingen dat er meer vraag is naar duurzame services en producten. Doordat die vraag groeit, groeit het aanbod, en wordt er ook geïnnoveerd in die richting.
Investeringsmodel
Too Good To Go is ontstaan in Denemarken. Vijf vrienden gingen op restaurant en merkten daar op dat op het einde van de avond al het eten werd weggegooid. "Dat klopt toch niet?" vroegen zij zich af. Dat waren ondernemende mensen die TGTG start-up-minded groot hebben gebracht met scruffy technologie in het begin.
Na ongeveer 1 jaar is de eerste investeerder bijgekomen (business angel,
Mette Lykke (die nog steeds de huidige CEO is). Voor TGTG heeft zij
Endomondo (nu MyFitnessPal) opgericht (een soort Strava 1.0), een community sport app met 80 miljoen gebruikers. Met het kapitaal dat zij met de verkoop van die app heeft gewonnen, heeft zij ingekocht bij TGTG.
Initieel bestond Too Good To Go alleen in Denemarken, Noorwegen, Frankrijk en de UK. Het model achter TGTG is dat elk land eigenlijk apart werkt, maar ze werken wel allemaal met dezelfde technologie. Dat is niet zo evident. Daarom centraliseerde ze zaken zoals IT, finance, en data in Kopenhagen. Elk land dat opstart krijgt dan een aantal resources van de hoofdkoepel.
Dat model (zoals ook Uber en AirBnB gebruiken), zorgt ervoor dat je heel snel kan schalen en schakelen, maar dat je ook lokale kennis optimaal benut. Data, finance, legal zit in Kopenhagen, maar België staat daar wel in nauwe dialoog mee. Sales, marketing, customer success, people & culture wordt allemaal lokaal gedaan. "Voedselverspilling is een nationaal gegeven. In Duitsland kijken ze anders naar voeding dan in België. In je communicatie en boodschappen kan je die lokale nuances gebruiken, en dat is heel waardevol."
Uitrollen in België
Ook al heb je een product dat al bestaat, het blijft toch zoeken in het begin als je uitrolt in een nieuw land. In België heb je dan ook het probleem dat er verschillende officiële talen zijn. Als ze in heel het land aanwezig willen zijn, wordt dat dus ook complex. Ze zijn begonnen in Vlaanderen, en zagen dat Gent heel interessant was om uit te rollen. Historisch gezien is dat altijd een rebelse en sociaal geëngageerde stad geweest, dus het was een perfecte uitvalsbasis om daar op te starten.
"Het is een win-win-model. Voor consumenten is de app gratis, en voor de partners is er een absoluut winmodel. Er is geen contract, het is heel laagdrempelig. Het verkocht zich wel snel, en plots kregen we ook media-aandacht en kwamen we op nationale televisie. Dat was een droom. Maar eigenlijk hadden we op dat moment maar 25 actieve winkels in Gent, en heel veel mensen begonnen de app te downloaden, maar er was nog niets te zien. Toen moesten we toch wel snel schakelen."
Het probleem op dat moment was dat je in de App Store een bepaalde rating moet halen binnen een bepaalde periode, anders word je van het platform verwijderd. Er waren op dat moment veel mensen die niks aan de app hadden, dus ze kregen slechte ratings. Toen moesten ze erg snel schakelen en de vraag en het aanbod balanceren. Dat doen ze momenteel nog met een city approach, want in steden heb je de grootste concentratie van zowel mensen als handelszaken.
Technologie en duurzaamheid
"Technologie heeft ons auto's en elektriciteit gegeven. Daar zijn veel voordelen en nadelen aan. Diezelfde technologie gaat ons ook de sleutel geven voor duurzaamheid, tegen klimaatverandering en dergelijke. Technologie is een middel, het is geen doel. Technologie is niet van aard goed of slecht. Het is wat je doet met technologie. Het is je visie die belangrijk is, en hoe je technologie inzet."
Technologie heeft van aard dat het exponentieel is. Technologische vooruitgang is een interessante hefboom om duurzaamheid aan te pakken. Als je dat combineert met het kapitalistisch model, zijn de maatschappelijke uitdagingen, die voor klimaatverandering zorgen, ineens opportuniteiten. Dan wordt het eigenlijk heel interessant. "Ik denk absoluut dat de sleutel in technologie ligt."
Worden onze problemen dan niet net veroorzaakt door technologie? "Als je terugkijkt in de prehistorie, dan zag je dat vuur ook technologie is. Technologie is heel conceptueel, het is een middel om ergens te geraken. Als we een gelijkgezindheid vinden dat we moeten evolueren naar duurzaamheid, dan is het naar ons om die technologie daarvoor in te zetten."
Technologie heeft er uiteraard ook voor gezorgd dat we een bepaalde uitstoot hebben, maar dat is een natuurlijke evolutie geweest. Toen was er nog geen incentive. "Elk bedrijf dat nu technologie inzet die niet duurzaam is, heeft in mijn ogen een intrinsiek nadeel in de toekomst, want elk bedrijf wordt nu geïncentiveerd vanuit de klant, overheid, subsidies en reglementering om die technologie in te zetten naar die duurzame richting."
https://www.youtube.com/watch?v=I5zTHO0QzIQ