Met groene kracht vooruit

Om de waterstofmarkt echt op gang te krijgen wacht men nog op de nodige wet- en regelgeving uit 'Brussel'. In de laatste aflevering van dit seizoen zoekt Celwin uit hoe het ervoor staat en blikt hij met peilertrekker Randolf Weterings vooruit op de toekomst.

Te gast: Randolf Weterings (Havenbedrijf Rotterdam), Lucie Boost (Air Products).

What is Met groene kracht vooruit?

Het Havenbedrijf Rotterdam werkt samen met bedrijven in de haven en de overheid aan een toekomstbestendige haven. Een haven waar bedrijven nu en in de toekomst kunnen floreren en zorgen voor inkomsten en banen. En dat alles met een zo minimaal mogelijke impact op het klimaat en de natuur.

Randolf Weterings:

Tegelijkertijd ja, weten we met elkaar dat op het moment dat we alle dat we de Kooldioxide uit de lucht willen halen. En dat we op een duurzame manier door moeten gaan, dat het niet kan zonder waterstof.

Celwin Frenzen:

Welkom bij met groene kracht vooruit. De podcast waarin we vol in de energietransitie in de Rotterdamse haven duik. In dit tweede seizoen kijken we naar projecten binnen de tweede pijler van de energietransitie, zoals het havenbedrijf Rotterdam hanteert. Hierin draait het allemaal om het nieuwe energiesysteem. In deze laatste aflevering van dit tweede seizoen ga ik op zoek naar de uitdagingen die er nog liggen om de markt echt op gang te krijgen, zoals wet en regelgeving.

Celwin Frenzen:

Om daar meer over te weten te komen heb ik afgesproken met Lucie Boost van Air Products en met pijlertrekker Randov Weterings van Havenbedrijf Rotterdam. We beginnen deze aflevering in Rotterdam bij het havenbedrijf. Elke pijler binnen de energietransitie strategie van het havenbedrijf heeft een zogeheten pijlerertrekker. Een persoon die het overzicht heeft over alle projecten binnen de pijler. Voor pijler twee, waar dit seizoen over gaat, is dat dus Randov Weterings.

Celwin Frenzen:

Officieel is Randov programmamanager Electificatie en waterstof. Maar hoe zien zijn dagdagelijkse werkzaamheden er precies uit? Wat komt er allemaal bij kijken?

Randolf Weterings:

Op dit moment, omdat het meerdere deelprogramma's zijn, het zijn drie programma's, ben ik vijfennegentig procent van mijn tijd wel kwijt aan aan waterstof gerelateerde dingen en ja, dan moet je denken aan activiteiten door heel de keten heen. Dus dat gaat van import-export naar lokale productie, naar infrastructuur in de Rotterdamse haven en daarbuiten naar de klant toe. Want het is een nieuwe sector en een hele nieuwe waardeketen die opgezet moet worden.

Celwin Frenzen:

En als je zegt naar de klant toe, wie is dan specifiek die klant?

Randolf Weterings:

Ook daar zie je dat er steeds meer nieuwe klanten bijkomen vanuit nieuwe sectoren. Dus wij zijn begonnen met het waterstofprogramma eigenlijk te focussen op de industrie in de Rotterdamse haven. Dus dat is de zware de zware industrie. Denk aan de raffinaderijen, denk aan de chemische sector. Maar inmiddels zie je ook dat de staalindustrie bijvoorbeeld begint te kijken naar waterstof, die kunnen dat gebruiken om te decararboniseren en zie je beton, de betonindustrie etcetera.

Randolf Weterings:

Steeds industrieën.

Celwin Frenzen:

Oké en even voor mij als leek, als je het zegt die kunnen dat gebruiken om te decarbonniseren, hoe doen ze dat precies? Gaan ze dat dan gebruiken om alles op te stoken?

Randolf Weterings:

Opstoken is een van de opties, dus op het moment dat je hele hoge temperaturen nodig hebt, dan een verbrandingsproces nog steeds het beste en dan heb je eigenlijk de keuze om aardgas te gebruiken op bijvoorbeeld waterstof en waterstof heeft geen CO2-uitstoot, Maar het is zeker niet het enige waarvoor het gebruikt wordt, dus ook met name voor de fietsstokken, dus het veranderen van de olieproducten die de fabrieken ingaan als ze de grondstof voor het proces dat ze vervolgens weer mee gebruiken in het proces. Ook daarvoor, om dat te decamiseren, heb je waterstof nodig. Dus als je van fossiel af wilt naar een duurzaam product, dan hebben deze fabrieken moleculen nodig en die kan je bijvoorbeeld vanuit duurzame stroom met elektrolyse kan je daar moleculen van maken.

Celwin Frenzen:

Je hoort Randolf het woord fietstocht gebruiken. Dat is een duur woord of jargon voor grondstoffen. En door de fiets stok van fossiele brandstoffen te vervangen voor groene moleculen kunnen we veel processen decarboniseren oftewel CO2-uitstoot vrijmaken. Maar om dat te kunnen doen moeten we de markt voor groene waterstof op gang krijgen. Hoe gaan we dat doen?

Randolf Weterings:

Dat doen we op verschillende manieren, want wat ik in het begin al zei, het is een hele nieuwe waardeketen die opgezet moet worden. Dus aan de ene kant moet je de productie stimuleren, aan de andere kant moet je de infrastructuur stimuleren en moet je het gebruik ervan stimuleren. Dat zijn ook de drie kernonderdelen waar we echt mee bezig zijn. Als ik kijk naar de productie van waterstof dan is het de taak om het zo snel mogelijk op te schalen, want die opschaling die zorgt voor een behoorlijke kostenreductie. Tegelijkertijd zien we ook dat waar we produceren, we het niet willen gebruiken.

Randolf Weterings:

Dus we moeten ergens anders naartoe. Dus we moeten zorgen voor infrastructuur. Daar zijn we mee bezig en dat doen we dan niet voor één project maar daar willen we open Access infrastructuur hebben zodat wat gelijk voor de groei als het ware neergelegd wordt. Ja en dan vervolgens is het natuurlijk van ja, hoe gaat die klant, wanneer gaat die klant dat gebruiken? En dat heeft er met name te maken dat zij kijken naar het waterstofproduct, groene waterstof, 10 opzichte van hun alternatief en wat het kostenverschil daartussen is.

Randolf Weterings:

We moeten aan de ene kant zorgen dat die kosten van groene waterstof naar beneden gaan. Dat doen we de opschaling door je grote infrastructuur aan te leggen en aan de andere kant werken we nauw samen met de overheden om die markt, die regelgeving eromheen goed te krijgen zodat ze het ook gaan gebruiken.

Celwin Frenzen:

Ja, en die regelgeving, als we daar even op inzoomen, wat moet er allemaal gebeuren om dat voor elkaar te krijgen?

Randolf Weterings:

Ja, er was er maar één regelgeving die dat allemaal kon regelen. Wat je ziet is dat de verschillende sectoren eigenlijk een eigen stukje regelgevingkader hebben. Dus we kijken per sector hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat daar in in land. Nou, dan zie je bijvoorbeeld een van de de topics die op dit moment spelen is de Reneable energy Directive. Die geeft aan als je groene waterstof gebruikt, wat betekent dat in je CO2-uitstoot?

Randolf Weterings:

En dat moet gewoon gewoon goed op orde zijn.

Celwin Frenzen:

Precies en kan je daar iets meer over uitleggen? Hoe werkt dat precies? Hoe berekenen ze dat bijvoorbeeld?

Randolf Weterings:

Nou kijk, de eerste vraag die daar of het eerste punt wat erin staat is wat is groene waterstof? Er moet een definitie zijn wat wij groen vinden want als je het gewoon van het netwerk af zal halen, dus

Celwin Frenzen:

van

Randolf Weterings:

het stroomnetwerk, dan zitten er ook heel veel kolencentrales en gascentrales nog op en dus heb je nog steeds CO2-uitstoot. Dus een van de onderdelen die daarin staat of wat er wat er uitgewerkt moet worden is ja wat betekent nou wat is groene waterstof en wanneer mag je zeggen dit product is groen en het wat ik gebruik heeft geen uitstoot. Het andere stukje wat daarin staat is als ik het toepas mag ik in een bepaalde toepassing Wat zijn daar dan de credits voor die je krijgt? Dus er zit bijvoorbeeld een verplichting in van een stukje renables die je moet toevoegen aan je proces. Ja, daar moet groene waterstof onder vallen.

Randolf Weterings:

Want als het daar niet onder valt dan wordt het niet gezien als groene waterstof of als verduurzaming in in de taartjes die ze moeten redden. Ja, en dan dan werkt het niet.

Celwin Frenzen:

Er moet op zowel wet- en regelgeving als opschaling dus een hoop gebeuren om de kosten voor groene waterstof omlaag te krijgen en zo de markt op gang te helpen. Later in deze aflevering spreek ik met Lucieboost verder over de wet en regelgeving. Maar eerst kijken we met Ralhoff nog verder naar het op gang krijgen van de markt. Is opschaling van de productie de voornaamste manier om de kosten omlaag te kruiden?

Randolf Weterings:

Nou ja, kijk toen wij toen we begonnen met het waterstofprogramma, wat we zagen is dat klanten willen met één, dus op een vergelijking te maken met een tankstation. We zagen dat er ontwikkelingen waren met partijen die bijvoorbeeld op waterstof wilden gaan proberen. Die willen dan één met één bus gaan proberen of met één truck of wat dan ook en die zo hebben dan een tankstation nodig. Het tankstation die zegt ja ik kan pas levensvatbaar zijn als ik minimaal twintig bussen heb. Nou zo zie je door die keten dat dat natuurlijk optelt en vervolgens zie je dat als je voor die ene bus moet gaan produceren dat het een behoorlijke hoge kosten aan die groene waterstof zijn.

Randolf Weterings:

En op het moment dat je nu kijkt naar bijvoorbeeld een Holland Heidise 1 die gelijk naar de tweehonderd megawatt schaal gaat, ja dan zie je dat het een enorme kostenreductie voor die waterstofprijs heeft. Gewoon puur omdat je opschaalt. Ja, en dat kunnen we zelfs nog verder doen. Waarbij onze gedachtes, niet alleen die van ons, maar vanuit de sector breed wat meer gekeken wordt. Dat je toch duizend megawatt centrales neer moet gaan zetten om een ja, een aantrekkelijke prijs te kunnen gaan te gaan genereren.

Randolf Weterings:

Het zal nog steeds iets duurder zijn dan het grijs alternatief. Dat is ook heel logisch want als je kijkt naar aardgas dan zit dat in de grond en je hoeft er maar een rietje in te prikken als het ware en het komt eruit. Waterstof moet je produceren dus er zit altijd wel een extra stap een stap die je moet zetten, dat wat extra kosten met zich meebrengt. Maar als die groene stroom vervolgens weer ook weer goedkoper kan gaan worden, wat we wat we zien met name in het buitenland, dan kan die groene waterstof ook weer onder het fossiele product uit gaan komen.

Celwin Frenzen:

Het klinkt een beetje als het kip ID leba. De afnemer wil eerst een lagere prijs en de producent wil juist eerst meer zekerheid van de afnemer. Maar zijn er al voldoende afnemers?

Randolf Weterings:

Er zijn heel veel bedrijven die zeggen tegen ons we willen het heel graag gebruiken, maar met name dat maar dat is het lastige hierin, is dat het regelgevingkader er moet zijn en de kostprijs moet goed zijn. Dus het product wat ze uiteindelijk willen verkopen, dat moet nog steeds verkoopbaar zijn. Dus als die energie input te duur wordt, dan is het voor hun lastig. En met name dat stukje,

Celwin Frenzen:

ja, daar zijn we met

Randolf Weterings:

zijn allen keihard aan over bezig om dat werkend te krijgen en dat is een uitdaging, dat is een leuke uitdaging, maar is gewoon nodig om te zorgen dat die Kooldioxide uit de lucht gaat.

Celwin Frenzen:

De kosten zijn dus een belangrijk onderdeel om de waterstofmarkt echt op gang te krijgen, net als de eerder genoemde wet- en regelgeving. Om meer te weten te komen over die uitdagingen qua wet en regelgeving gaan we van Rotterdam naar Den Haag naar Air Products om precies te zijn. Bij Air Products heb ik afgesproken met Lucie Boost. Lucie is hoofd Public affaire Europa en weet dus veel over de uitdagingen rondom wet en regelgeving binnen Europa. Dus ik val gelijk met de deur in huis.

Celwin Frenzen:

Wat zijn die uitdagingen precies?

Lucie Boost:

Wel, de eerste uitdaging is dat er zoveel wetsteksten over de voorbije vier jaar eigenlijk hebben opengelegen. Ik denk dat het ongeveer een twintigtal waren en in Fitfor tweeënvijftig alleen al. Dan is het zaaks om eigenlijk de combinatie van die teksten eigenlijk ook nog allemaal netjes te laten verlopen en ook effectief te laten zijn. Het laatste jaar heb ik onder andere ook heel hard ingezet natuurlijk op het cash package. Cash package zorgt voor een regelgevend kader voor alles wat met aardgasoelverancier te maken heeft maar uiteraard vandaag ook voor waterstof want dat wordt eigenlijk de nieuwe moleculen die we morgen in de markt gaan zetten om ook andere onderdelen van de energiemarkt te kunnen verduurzamen naast de elektriciteit.

Celwin Frenzen:

En nou ja, waterstof is dan een van die moleculen. Maar wat speelt er nu nog in Europa om dat echt op gang te krijgen? Wat moet er gebeuren?

Lucie Boost:

Op Europees vlak ligt alles al ter tafel. We hebben het gaspakket op het gas- en waterstofpakket dat het regelgevende kaders schept. Je hebt de richtlijn, die zet de omgeving uit waarin je werkt

Celwin Frenzen:

en

Lucie Boost:

dan heb je de verordening, die legt uit hoe je eigenlijk aan transport kan doen, wat de verplichtingen van de verschillende marktspelers zijn, je hebt producent, je hebt transporteur, je hebt afnemer en dat zijn echt wel heel duidelijke verschillende rollen die genomen moeten worden. Dat was voorheen je waterstof niet het geval. Daar kon je als producent ook transporteur zijn. Dat wordt in de toekomst veel moeilijker en wordt ook onderverdeeld. Dat heet dan un bundeling.

Lucie Boost:

Dat is een principe wat al heel lang bestaat in de energiesector, elektriciteit, gas. Dit is nieuw voor de waterstofsector, dus ook nieuw voor ons bedrijf en dat is iets waar we ons in de toekomst moeten op inzetten.

Celwin Frenzen:

En van waar dat die aanpassing er is, is dat gewoon omdat de volumes zoveel groter gaan worden?

Lucie Boost:

Het is gewoon een andere insteek. Het wordt niet meer een fietstocht, het wordt een energievorm en energie is zeer zwaar gereguleerd. En daar heeft men doorheen de tijd de positie genomen of het inangspunt genomen dat er dan een bundeling moet gedaan worden om eigenlijk een dominante marktpositie te kunnen vermijden.

Celwin Frenzen:

Wat is een bundeling? Wat is dat precies?

Lucie Boost:

Een bundeling betekent net dat je een onderscheid maakt tussen wie is een producent, wie is een transporteur en wie is een afnemer.

Celwin Frenzen:

Oké, ja. Gaan we, ik denk dat ik het antwoord zo weet,

Randolf Weterings:

maar gaan we snel genoeg? Nee.

Celwin Frenzen:

We zouden het liefst morgen al geregeld hebben natuurlijk. Maar hoelang gaat het nog duren denk jij?

Lucie Boost:

Wel, de Europese regelgeving ligt er nu al. Red ligt al heel duidelijk vast maar directive of een richtlijn moet omgezet worden in nationale wetgeving en daar heeft een overheid tussen de achttien maanden en de twee jaar tijd voor. Daar krijgt ze zo lang voor. In de tussentijd de richting wel uitgezet. Bedrijven weten welke kant ze op moeten maar de echte definities, de echte targets en hoe ze eigenlijk achteraf in werking worden gezet op nationaal vlak, daar wachten we nog op.

Celwin Frenzen:

Er zijn dus genoeg uitdagingen op het gebied van wet- en regelgeving En met name de snelheid om alles geregeld te krijgen mag omhoog. Ik ben benieuwd of Lucie mij kan vertellen of Europa verder nog een rol speelt in het op gang krijgen van de waterstofmarkt.

Lucie Boost:

Europa heeft een rol gespeeld bij het uitzetten van de targets. Die bundelen we in de Renoable energy Directive terug. Er is een overall target gezet van ongeveer een tweeënveertig procent hernieuwbare energie in het totale energetisch gebruik van een land en er is dan een onderdoelstelling gezet voor hernieuwbare waterstof of RV&BOwaterstof, ook van tweeënveertig procent. De vraag zal zijn hoe gaat de Nederlandse overheid die verplichting opleggen aan bedrijven? Gaat die enkel opgelegd worden aan de huidige gebruikers of wordt dat breder opgelegd en binnen die huidige gebruikers kan er eventueel ook een onderscheid gemaakt worden.

Lucie Boost:

En wat gaat de Nederlandse overheid doen als het gaat over de stok en de wortel? Want die zitten nu voorlopig in Red Eigenlijk nog niet ingewerkt. Dus dat is iets wat we dan eventueel op nationaal vlak zullen ontdekken.

Celwin Frenzen:

Je hoorde Lucy de stok en de wortel benoemen. Daarmee doelt ze op een oude metafoor die staat voor beloning en straf. De wortel dat is de beloning of incentives en de stok de straf oftewel de sancties. In dit geval bedoeld ze dus met name incentives om over te stappen naar hernieuwbare waterstof of brandstoffen en het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Ik ben dan ook benieuwd wat moet er volgens haar als eerste gebeuren op dit gebied?

Lucie Boost:

Wel een wortel want we zouden graag zien dat de klanten de mogelijkheid krijgen om het product aan te kopen en economisch rendabel kunnen maken. En dat kunnen we eigenlijk alleen maar door het verschil tussen de huidige grijze waterstof en de nieuwe hernieuwbare waterstof, om dat behapbaar te maken voor die eerste investeringen en vooral ook regelgevende zekerheid. Dat we niet elke drie jaar een nieuwe regelgeving over ons heen krijgen want die investeringen worden op een termijn gedaan van twintig, vijfentwintig jaar. Terugverdientijd en dan kan je niet met een steeds wisselend kader omgaan. Dat is heel moeilijk.

Lucie Boost:

Dat is heel moeilijk om die investeringen dan eigenlijk rond te krijgen en ook financieel haalbaar te maken.

Celwin Frenzen:

In de vorige aflevering heb je Lucius collega Robert-Jan Reuvenkamp horen uitleggen over de ammoniakterminal die Air Products samen met Gunvoer ontwikkeld. En ook daar liggen nog genoeg uitdagingen, geef Lucy.

Lucie Boost:

Voor ons zit het natuurlijk ook we zouden graag import willen kunnen doen, import van groene moleculen, dit wordt gedaan onder de vorm van ammoniak en dat willen we dan produceren tot waterstof En nu zitten we een beetje in een vacuüm want de Europese regelgeving ligt er maar de Nederlandse nog niet. Om dat project rendabel te krijgen zouden we toch wel een exmpion van third party Access nodig hebben. Dit is nu iets wat we met de Nederlandse overheid aan het ontdekken zijn. Hoe kan dit? Binnen welk tijdskader kan dat?

Lucie Boost:

En onder welke voorwaarden kan dat?

Celwin Frenzen:

Ja, en die third party Access, wat houdt dat precies in? Waar moeten we dat?

Lucie Boost:

Dat betekent eigenlijk letterlijk dat je de capaciteit van je productie-eenheid openstelt voor derde partijen en dat je een soort van tolingservice voorziet.

Celwin Frenzen:

We zijn weer terug in Rotterdam bij Randhof. Eerder vertelde hij over de opschaling van de productie die nodig is om te voorzien in de vraag naar waterstof en om de prijs omlaag te krijgen. Shell bouwt momenteel al een electroizer met een capaciteit van tweehonderd megawatt op de maasvlakte. Een mooie eerste stap, maar eigenlijk zouden we naar duizend megawatt of één gigawatt elektrolizers moeten. Zijn daar al

Randolf Weterings:

plannen voor? Nee, absoluut. Dus wat we hebben gedaan dat is eigenlijk ook het beetje het concept van het Conversie park één wat we op de Maasvlakte hebben staan. Hebben we gezegd we moeten die technologie gaan opschalen. Op dat moment was de technologie status zo'n twintig megawatt, dat was de grootste.

Randolf Weterings:

En toen hebben we de uitvraag gedaan ook naar partijen ja hoe kunnen we wat is de grootste stap die je nu durft te maken als het ware. Dat was toen tweehonderd, tweehonderdvijftig megawatt. Wij zagen dat het naar duizend megawatt toe moest gaan. Wilde ook graag al leren op die die schaalgrootte dus de infrastructurele infrastructurele kant. En hebben we toen gezegd nou we gaan vier van die fabrieken bij elkaar zetten zodat we de infrastructuur al kunnen gaan organiseren voor duizend megawatt.

Randolf Weterings:

Dat is het conversie park één. Wat we nu zien bij conversie park twee en de vervolgplannen die we hebben is dat partijen die tweehonderd megawatt alweer verder aan het opschalen zijn. Dus je ziet nu plannen van vijfhonderd megawatt tot duizend megawatt komen, dus je ziet dat dat heel snel gaat.

Celwin Frenzen:

Oké, dus de kans is best dat als conversie park twee in bedrijf gaat dat dat veel meer megawatt met zich meebrengt.

Randolf Weterings:

Of het in totaal veel meer megawatt is dan conversie park één dat weet ik niet. Ik denk dat dat redelijk gelijk zal zijn, maar je zal zien dat dat onderverdeeld is in minder partijen.

Celwin Frenzen:

Ja, oké. Dan heb ik ook wel eens iets gelezen over high exchange. Kan je daar wat meer vertellen? Wat is dat?

Randolf Weterings:

High exchange zijn we een paar jaar geleden begonnen. Niet alleen als havenbedrijf maar met de zeehavens en het Rijk en Gasunie. Waarbij we met name kijken of waarbij we eigenlijk een platform, een handelssysteem willen organiseren voor waterstof. Wat je ziet is dat nou als je met name als je kijkt naar de Rotterdamse haven willen we door een open Access pijplijn hebben. En dat betekent dus dat je als afnemer alle afnemers kunnen eraan aankoppelen maar ook producenten.

Randolf Weterings:

En je wilt dus kunnen handelen met aan de enerzijds enerzijds met waterstof. Dus wie wilt waterstof kopen als het ware. Je wilt het op het platform aanbieden en als consument wil je of als gebruiker wil je wil je die die prei wil je ofwel een een kan je verschillende contracten afsluiten natuurlijk lange termijn of korte termijn contracten. En wil je het van het netwerk af kunnen halen. Dus wij zagen dat er een platform net zoals met stroom en met aardgas moet gaan ontstaan.

Randolf Weterings:

Ja, dan kan je wachten tot dat het moment is dat het nodig is of je kan het van tevoren goed regelen. En dat zijn we eigenlijk nu aan het doen met high exchange.

Celwin Frenzen:

Oké, high exchange dat is dan dus gericht op de Nederlandse markt. Wordt er ook al nagedacht over naar het buitenland toe, naar het achterland eigenlijk?

Randolf Weterings:

Ja, absoluut. Dus we kijken naar twee de twee kanten op. Dus als Rotterdamse haven op dit moment importeren we zo'n dertien procent van de totale Europese energiebehoefte. Een groot deel daarvan gaat ja, de land landsgrenzen over. Met name dus bijvoorbeeld naar Duitsland.

Randolf Weterings:

Dus deze systemen moeten met elkaar praten. Nou in Europees verband zijn we bezig om dat op Europees niveau te regelen. High exchange is dan een platform wat daar weer invulling aangeeft. Maar als je kijkt naar waar het vandaan komt, dan komt natuurlijk vanuit andere continenten vandaan. En deze landen, deze continenten, die hebben eigenlijk weer hun eigen systeem en eigen regelgeving.

Randolf Weterings:

Het wordt dus heel erg belangrijk dat we die systemen aan elkaar gaan koppelen. Dus het certificeringsysteem wat bijvoorbeeld in andere landen, in Zuid-Afrika, in Australië, in Saoedi-Arabië, in Amerika ontwikkeld is. Ja, dat moet weer gekoppeld worden aan de regels die wij hier hebben. Op het moment dat wij zeggen van nou, het is groene waterstof en daar zit een bepaalde criteria aan. Dan moeten we dat kunnen terug herleiden naar het de plek waar het geproduceerd is.

Randolf Weterings:

En die moet daar dan ook aan voldoen.

Celwin Frenzen:

Ja, precies. Dus eigenlijk als het bijvoorbeeld buiten de EU zou komen. Dat als ze daar zeggen, het is groene waterstof, maar dat het ook echt groen is dat er geen Kooldioxide uitstoot bij vrij is gekomen.

Randolf Weterings:

Ja, klopt. Dat klopt. Oké,

Celwin Frenzen:

helder. Nou hoor ik je de hele tijd heel vaak zeggen heb je het over wij en ons. Wie is ons?

Randolf Weterings:

Ja, kijk Eigenlijk alle partijen die in heel die keten met wie we samenwerken. Wat je nu ziet is dat de keten van productie tot import-export naar gebruiker, Die moeten gewoon samenwerken. Vaak als ik praat over ons, dan is het de partijen in de Rotterdamse haven. Inmiddels met waterstof is dat ook veel groter geworden. Dus kijken we ook werken we ook samen met de landen om ons heen en waar het vandaan komt en waar het naartoe gaat.

Randolf Weterings:

En de partijen daarbinnen. Dus met ons heb ik het over eigenlijk over de hele sector die daarmee bezig is. Ja, tijdens de World Hygiën Sun, twee jaar geleden, hebben we met zeventig partijen ondertekend dat we die vier komma zes miljoen ton naar Rotterdam zullen gaan halen. En ja, eigenlijk praat ik dan over dergelijke coalities.

Celwin Frenzen:

Ja precies, helder. Dan heb je het ook, je werkt bij het havenbedrijf natuurlijk. Wat is nou precies de rol van het havenbedrijf in dit hele verhaal?

Randolf Weterings:

Ja, als havenbedrijf hebben we in deze keten aard meerdere rollen. Dus we zijn met name faciliterend dat dit van de grond gaan kan gaan komen. Dus we zorgen in de Rotterdamse haven dat er plek is voor productie faciliteiten. We zorgen in de Rotterdamse haven voor dat deze systemen aan elkaar gekoppeld zijn. Dus als je bijvoorbeeld kijkt naar het Conversiepark, dan moet er een connectie gemaakt worden met het elektriciteitsnetwerk.

Randolf Weterings:

Er moet een connectie gemaakt worden met de waterstofbekboom. In de toekomst willen we ook warmte gaan uit koppelen en zuurstof gaan uit koppelen. En dan zie je dus dat er heel veel sectoren bij elkaar komen. En daar spelen wij dan een rol in om om die verbinding te maken. Maar tegelijkertijd als je bijvoorbeeld kijkt naar de blauwe waterstofkant dan investeren we bijvoorbeeld ook in portals.

Randolf Weterings:

Dus daar waar de keten niet vanzelf tot stand kon komen en ons hulp nodig is om ook die investering te maken dan zullen we dat doen. Vervolgens zijn we ook bezig natuurlijk buiten de haven. Daar is onze rol misschien ietsjes kleiner als in de haven natuurlijk. Maar daar ook daar proberen we te helpen met havens op te zetten in het buitenland die geschikt worden om waterstof export voor elkaar te krijgen. Te zorgen dat het product wat daar vandaan komt naar Rotterdam kan komen.

Randolf Weterings:

Maar ook zeker zijn we bezig met met als een Gasunie et cetera om de infrastructuur naar het achterland op orde te krijgen.

Celwin Frenzen:

De eerste electroyzer wordt gebouwd en er komen er nog meer bij in de toekomst. Portals wordt aangelegd om van grijze waterstof blauwe waterstof te maken door de vrijgekomen Kooldioxide af te vangen en op te slaan. De waterstofbekboom wordt gebouwd en uiteindelijk worden er ook pijpleidingen doorgetrokken naar het achterland. Maar dat vraagt een hoop handen. Zijn er genoeg mensen om dit allemaal binnen de beoogde tijd mogelijk te maken?

Randolf Weterings:

De zij kijk de de sector is niet nog niet zo heel lang geleden eigenlijk begonnen met deze opschaling. En de targets liggen extreem hoog. Dus ik denk dat één van de uitdagingen voor de toekomst ook gaat zijn om voldoende mensen op te leiden hiervoor. Dus zijn er voldoende mensen. Voor die totale ambitie die we met elkaar allemaal, hè, niet alleen het havengebied, maar ook Europa et cetera heeft.

Randolf Weterings:

Denk ik dat er nog niet genoeg mensen opgelijnd zijn.

Celwin Frenzen:

Nog

Randolf Weterings:

niet genoeg mensen geschoold zijn. Maar er wordt vanuit de schoolbanken als het ware wordt er nu wel keihard gewerkt om de juiste mensen op de juiste posities te kunnen krijgen in de toekomst. Ik denk ook dat dat ook daar weer een samenwerking moet zijn met oké wat speelt er nou bij de industrie en wat gebeurt er nou bij de scholen. Dat moet heel goed denk ik op elkaar aansluiten. En je ziet ook dat die twee elkaar steeds meer opzoeken.

Randolf Weterings:

Dus ik heb er goede hoop op dat dat allemaal goed gaat komen, maar dan moeten nog veel meer mensen bij. Dus ik denk ja, als mensen dit luisteren en een richting zoeken dan is dit een hele mooie richting om op te gaan.

Celwin Frenzen:

Ja, precies. En is dat dan één van de grootste uitdagingen binnen dit hele verhaal of zijn er nog meer echt hele specifieke uitdaging?

Randolf Weterings:

Nou, er zijn aardig wat uitdagingen. En die beginnen op alle niveaus. Dus je hebt inderdaad personeel nodig om dit allemaal te bouwen. Het is best wel veel wat er gebouwd moet gaan worden. Tegelijkertijd heb je natuurlijk nog best wel een technologische uitdaging.

Randolf Weterings:

Dus enerzijds het bouwen, anderzijds hoe schalen we die dingen op? Hoe maken we ze efficiënter? Er komt waarschijnlijk ook nog nieuwe technologie aan. Er zijn behoorlijke uitdagingen op het vlak van regelgeving. Hoe implementeer je het nou zodanig goed dat het ook echt een groen product is wat je gaat krijgen zodat er geen verkeerde dingen mee mee kunnen gedaan kunnen worden.

Randolf Weterings:

Er is natuurlijk een stukje geopolitiek rondom dit. Energie is geopolitiek, dus dat speelt mee. Zo zie je dat ze dat er nog best wel wat uitdagingen zijn. Tegelijkertijd ja, weten we met elkaar dat op het moment dat we alle dat we de Kooldioxide uit de lucht willen halen. En dat we op een duurzame manier door moeten gaan.

Randolf Weterings:

Mhmm. Dat het niet kan zonder waterstof. Dus de uitdagingen zijn groot, maar de kansen zijn ook heel groot.

Celwin Frenzen:

Niet alleen voor de mensen die werkzaam zijn in de haven verandert er veel met de energietransitie en de opkomst van de waterstofmarkt. Ook voor de mensen die rond de haven wonen. Wat gaan zij hier precies van merken? Ja, ik denk dat het heel belangrijk is dat we

Randolf Weterings:

die mensen mee gaan nemen, want er gaat natuurlijk veel veranderen. En de vraag is over twintig jaar zal die haven er dan nog hetzelfde uitzien. En En ik denk dat je heel veel veranderingen gaat zien. Waterstof zal bijvoorbeeld een van onderdelen veel geïmporteerd gaan worden. En dat zal niet gaan komen als waterstof.

Randolf Weterings:

Dus dat gaat komen in een waterstofdrager. En dat betekent dus dat we heel veel nieuwe energiestromen gaan zien in de toekomst. En het is heel belangrijk dat die dat de leefomgeving en de mensen om ons heen weten wat er precies gebeurt. Dat we zorgen dat het veilig is. Dat sowieso en dat het veilig is.

Randolf Weterings:

Kijk waar we mee bezig zijn en waar iedereen van overtuigd is dat het veilig is. Maar tegelijkertijd moeten die mensen dat natuurlijk ook zien wat wij dan precies doen en wat de bedrijven doen om het veilig te maken en te houden. Ze zullen veel meer andere producten gaan zien. Dus andere energie dragers om die waterstof te transporteren. Ja, en dat betekent andere infrastructuur, dat betekent dat die haven er anders uit gaat zien.

Randolf Weterings:

En ja, daarmee moet je de omgeving meenemen.

Celwin Frenzen:

Ziet de haven er over twintig jaar nog hetzelfde uit? Randov stelde zelf de vraag al even. Hoe denkt hij zelf dat de haven van de toekomst eruit ziet?

Randolf Weterings:

Ja, ik denk dat dat we dus nog nog steeds heel veel energie gaan transporteren ook in de toekomst. Simpelweg omdat ja, de hoeveelheid oppervlakte dat wij hebben en de mogelijkheden om duurzaam te produceren ja, die hebben wij gewoon niet in dit gebied. En we zullen dus er heel veel moeten moeten importeren. Alleen ik denk dat dat dus inderdaad in andere vormen gaat komen. In in in energie of in ieder geval CO2-neutrale energiedragers.

Randolf Weterings:

En ja, dat betekent dus dat er dat terminals er nog steeds staan, maar dat je ziet dat het een ander product zal gaan overslaan. Dat de raffaderijen die er nu staan, die een olieproduct verwerken tot benzine en diesel dat zal ook een compleet andere andere industrie zijn. Maar je zal nog steeds wel industrie zien, want het is ja, het is niet mogelijk om om zonder deze belangrijke knooppunten verder door te gaan. Dus ik ik verwacht dat het dat je minder schoorstenen zal zien. Dat veel meer hergebruikt gaat worden.

Randolf Weterings:

Dus dat alles wat we uitstoten of wat eruit gaat hergebruikt gaat worden. Ik verwacht dat we nog steeds heel veel en ik hoop het eigenlijk ook, want er zit ook een heel veel werkgelegenheid natuurlijk in, Heel veel industriële toepassingen zullen we zien. Alleen ja, we gaan dus veel meer rekening houden dat CO2-uitstoot in de toekomst gewoon niet meer

Celwin Frenzen:

Voor ik naar mijn afsluitende vraag ga, heb ik nog een gewetensvraag voor Randhof. Heeft hij een favoriet project binnen deze tweede pijler?

Randolf Weterings:

Dan denk ik toch het Conversiepark. Ik weet nog dat we aan het bedenken waren van hoe gaan we twintig megawatt opschalen naar duizend megawatt. En dus ja, ik heb dat daarbij betrokken geweest eenmaal vanaf het begin. Hebben we dat met elkaar bedacht van oké, hoe gaat dat er dan uitzien? Eigenlijk in een hele korte periode zie je vervolgens dat de schop de grond ingaat.

Randolf Weterings:

Zulke investeringen als die daar gebeuren, heb ik eigenlijk nog nooit gezien in zo'n korte periode. Dus dat is ook wel uniek om

Celwin Frenzen:

Een step over een korte periode? Over hoeveel tijd hebben we het dan?

Randolf Weterings:

Nou, het Conversiepark, dat zijn we vier jaar geleden zo'n beetje begonnen. En daar heeft Shell natuurlijk zelf aangegeven dat Holland Hygiënian 1 in zijn totaliteit een investering is van een miljard. Er komen er nog drie bij plus een windaanlanding en en centrale faciliteiten. Dus dat is echt in een korte periode een behoorlijke investeringsbesluit die dan daarop opgenomen is. En als je daar loopt dan zie je het ook echt de grond uitkomen nu.

Randolf Weterings:

Ja. En daar wordt gebouwd. Er wordt gebouwd. Ja en dat is gewoon hartstikke gaaf.

Celwin Frenzen:

Elke aflevering van deze podcast serie sluit ik af met dezelfde vraag voor al mijn gasten. Deze keer stel ik de vraag aan Randolf. Hoe gaat hij zelf met

Randolf Weterings:

groene kracht vooruit? Nou ja, thuis heb ik mijn dak helemaal vol gelegd met zonnepanelen. Dus dat sowieso. Ik rijd zelf een elektrische auto en ik probeer ook wel rekening te houden met het gebruik van energie. Dus hoe kan ik nou op een slimme manier mijn energie op een juiste manier inzetten?

Randolf Weterings:

En ook op de juiste tijd, want op het moment dat je zon schijnt, heb je dus veel meer energie. Je hoort de problemen met de netbeheerders, die zeggen van het net loopt vol. Dus probeer op dat moment dan ook zoveel mogelijk te gebruiken dat je het net ontlast. Dus ik probeer wat ik kan doen thuis, dat probeer ik zeker te doen. Ik heb het ook nog wel eens geprobeerd om mijn cv-ketel te vervangen voor een waterstofinstallatie in tweeduizend veertien.

Randolf Weterings:

Daar hebben we Zover zijn we nog niet in Nederland.

Celwin Frenzen:

Maar hoe moest ik dat voor me zien? Was het gewoon een soort klein elektroelijzer wat je thuis zou hebben?

Randolf Weterings:

Ja, op RDM hebben we samen met de Universiteit en de Hogeschool Rotterdam een project gestart om een kleine electoizer met een kleine verbruiksunit, dus een ficel te te maken. Ja, en de perfecte toepassing vond ik mijn huis, maar daar vond de gemeente iets anders over.

Celwin Frenzen:

Dank voor het luisteren naar het tweede seizoen van met groene kracht vooruit. Dank aan mijn gasten Randelfeterings en Lucie BOOSst voor hun waardevolle bijdrages in deze aflevering. In de volgende aflevering gaan we verder met de volgende pijler van de energietransitie, zoals het havenbedrijf die hanteert voor de Rotterdamse haven. In deze pijler draait dit allemaal om het nieuwe grond en brandstof systeem. Wil je tot die tijd meer weten over deze podcast of over de energietransitie in de Rotterdamse haven?

Celwin Frenzen:

Neem dan een kijkje op portder van Rotterdam punt com slash groene kracht. Krijg je geen genoeg van onze podcast? We hebben er nog veel meer voor je klaarstaan op portderflotter punt com slash podcast.