Wij zijn kunstenaar

Hoe helpt kunst om kansenongelijkheid in het onderwijs zichtbaar te maken? 

In deze aflevering van Wij zijn kunstenaar spreekt Dide Vonk met acteur en docent Mahfoud Mokkadem en theatermaker Pepijn Smit over de voorstelling Moed, een project van PS Theater dat ongelijkheid binnen het onderwijssysteem blootlegt. Mahfoud vertelt hoe zijn gesprekken met studenten de basis vormden voor de voorstelling. 
Ook wordt het werk van Studio Moio belicht, een plek waar jongeren hun talenten ontwikkelen en projecten opzetten die maatschappelijk impact hebben.

Podcastmaker Dide Vonk spreekt met Ricardo Burgzorg, kunstenaar Amber Hyacinth en vrijwilliger Zita Jansen over de kracht van dit project. Samen onderzoeken ze hoe kunst het verleden zichtbaar maakt en gemeenschappen samenbrengt.

Te gast in deze aflevering: Pepijn Smit, Mahfoud Mokkadem, Studio Moio: Jayson, Charge en Marouane
Presentatie, montage en interviews: Dide Vonk
Audiomixage: Sonya Vos
Muziek: David Schwarz
Meer informatie over Moed: https://pstheater.nl/agenda/moed/

Zie ook: www.vriendenloterijfonds.nl
www.demakerspodcast.com

What is Wij zijn kunstenaar ?

Podcastmaker Dide Vonk vraagt zich af óf en hoe kunst kan zorgen voor verandering. Zij spreekt met verschillende makers die vanuit sociale betrokkenheid manieren zoeken om blikken van hun publiek te verruimen. Ze betrekken bij hun projecten gewone mensen uit de samenleving, zoals jij en ik.

Dit is een podcast van het VriendenLoterij Fonds, geproduceerd door De Makers Podcast. De kunst- en cultuurinitiatieven uit de podcast hebben steun gekregen van het fonds.

Hier vind je elke twee weken een nieuwe aflevering van het derde seizoen én alle afleveringen van seizoen 1 en 2 van Wij zijn kunstenaar.

Kan kunst blijvende verandering teweegbrengen? Volg Wij zijn kunstenaar, dé podcast over kunst en mis geen aflevering!

Presentatie & editing: Dide Vonk
Audiodesign: Sonya Vos
Muziek: David Schwarz
Beeldmaker: Teddy Cornelisse
Meer over het VriendenLoterij Fonds: www.vriendenloterijfonds.nl

Mahfoud:
Ik schaam me. Ik schaam me voor de rollen die ik heb gespeeld. Ik schaam me dood voor Mocromaffia. Dus dat zijn van die dingen waar ik tegen probeer te strijden. Want het narratief klopt niet. En ik heb kinderen nu en ik wil niet dat zij opgroeien en trots zijn op verhalen als een Mocromaffia. Dat zijn niet onze verhalen. Dan heb je je eigen geschiedenis niet onderzocht.

Dide:
Welkom bij Wij zijn Kunstenaar. In deze podcast gaan we op onderzoek uit hoe en of kunst kan zorgen voor verandering. Mijn naam is Dide Vonk en ik spreek met kunstenaars die onze wereld kritisch bevragen. Ze betrekken bij hun projecten gewone mensen uit de samenleving,
zoals jij en ik.

Jayson:
En dat is ook gewoon in de samenleving helaas gewoon ingebakken, dat de mbo'ers altijd op de tweede rang burgers lijken, of zo zeggen.

Dide:
In tijden van polarisatie en onbegrip vraag ik me soms af hoe komen we ooit weer tot elkaar? Gelukkig hebben de makers en deelnemers die je zult horen daar wel oplossingen voor.

Pepijn:
Als we de ander niet meer begrijpen omdat
we dat verhaal niet kennen, dan vrees ik dat het super mis gaat.

Dide:
De initiatieven uit deze serie
hebben steun gekregen van het Vriendenloterijfonds. Is het een illusie om te denken dat kunst echt iets kan veranderen? Of maken deze projecten daadwerkelijk verschil? Dat hoor je in Wij zijn kunstenaar. 

Mahfoud:
We leven in Nederland, we zijn met heel veel verschillende mensen, heel veel verschillende
opvattingen. Opvattingen die misschien haak staan op elkaar. Die in het eerste opzicht niet door één deur lijken te gaan. Hoe gaan we dan met elkaar om? In een tijd waarin ik tegen jij, me versus you, man dat is de uitdaging. Als we dat leren, laten we dan kijken naar wat voor ambacht iemand wil leren.

Dide:
Je hoort Mahfoud Mokkadem. Hij is acteur en docent burgerschap op het mbo niveau 1. Zijn
ervaringen zijn het vertrekpunt van de voorstelling Moed van PS Theater over kansenongelijkheid in het onderwijs. In deze aflevering hoor je ook muziek uit Moed van Ralf Gerritsen. Net als Mahfouds leerlingen en zoals hij zelf vroeger als leerling houdt hij zich ook als docent maar moeilijk staande in het onderwijssysteem. Waar cijfers en toetsen belangrijker zijn dan zijn filosofie. De leerlingen voorbereiden op het leven. Maar waar doe je het dan voor?

Pepijn:
Toen heb ik hem gevraagd wil je mij mee gaan nemen in de ervaringen. Hij had vanaf dag 1 fantastische verhalen van wat hij om zich heen zag in die school, wat er in de klas gebeurde.

Dide:
Dit is Pepijn Smit, regisseur van de voorstelling en oprichter van PS Theater, het Stadsgezelschap van Leiden.

Pepijn:
Wat hij zelf al heel snel ontdekte was dat hij les ging geven aan mensen waarin hij zichzelf heel erg herkende van toen hij zelf 16,
17 jaar was. Namelijk mensen die balanceren, zo op het randje van binnen het systeem vallen en
er buiten dreigen te vallen. Sinds hij dat zo opmerkte werd het belang om daar les te geven.
Op zijn manier werd het super groot. En dat les geven op zijn manier dat gaat heel erg over contact maken, over ontmoeten, over zorgen dat zij zich gezien en gehoord voelen. En die methode, als je de methode kan noemen, is van heel groot belang. Maar pas niet per se binnen het curriculum waarin er ook bepaald wordt wat mensen moeten leren, hoe ze klaargestoomd moeten worden om een volgende stap te zetten.

Dide:
Ook spreek ik in deze aflevering met drie mbo-studenten. Die hebben meegewerkt aan de marketing en aan het belangrijke contextprogramma.

Charge:
Het niveaudenken, dat is natuurlijk inherent fout, maar wij als samenleving, we spelen er in mee. Dus probeer de volgende keer dat je zo'n gesprek hebt met iemand en dan zegt van oh maar jij hebt mbo gedaan, dat je dat eigenlijk gewoon niet zegt. Dat je eigenlijk gewoon zegt, oh maar je hebt deze opleiding gedaan.

Dide:
Om te begrijpen hoe deze voorstelling is ontstaan duiken we in de werkwijze van PS Theater. Die is namelijk anders dan bij veel gezelschappen. Het begon allemaal zo'n 15 jaar geleden met een bakfiets.

Pepijn:
We hadden een oude bakfiets op de kop getikt en die omgebouwd als een soort mobiele tafel. En met die bakfiets begonnen we dan 's ochtends aan het Stationsplein, - je bent net uitgestapt, dus niet de meest inspirerende plek van deze stad - maar daar zo zetten we die die bakfiets neer. Die tafel die klapte we uit en we vroegen mensen bij ons aan tafel om te vertellen over de meest unieke plek van deze stad. En daar kwam eigenlijk altijd wel een verhaal bij. En vervolgens gingen we dan met die bakfiets naar die plek toe. Vroegen weer nieuwe mensen aan tafel. Deelden de verhalen die we over die plek gehoord hadden en vroegen in ruil daarvoor een nieuw verhaal en een nieuwe plek. En zo lieten we ons letterlijk rondleiden en leerde ik de verhalen van die stad kennen. En verhalen hoorde ik waarvan ik dacht 'ja, dat gaat over nu, dat gaat over hoe we samenleven. Wie moeten we gaan vertellen?'
Het zijn eigenlijk deze verhalen waarmee we de tijd kunnen kunnen vangen, maar ook de tijd kunnen bepalen, kunnen agenderen. En dat ik daardoor zag van 'ah ja, we moeten die verhalen dus ook vertellen op de plekken waar dit afspeelt'.
We hebben heel veel projecten in wijken gedaan en de wijk dan als podium gebruikt en juist gezorgd dat dat men weet kreeg van elkaars verhaal daar. Dat mensen elkaar daar binnen die wijk ineens gingen ontmoeten. Dat er iets ontstond van 'we hebben eigenlijk heel veel met elkaar'. Dus dat is heel erg de basis eigenlijk geworden voor wie we zijn en hoe we nog steeds werken met PS.

Dide:
Door het intensieve contact met allerlei verschillende soorten inwoners van Leiden viel één ding hen de laatste tijd steeds meer op. De enorme kansenongelijkheid.

Pepijn:
Dat werd eigenlijk zo urgent dat we toen hebben gezegd alle plannen die we eigenlijk hebben, die schuiven we van tafel. We moeten het nu echt over de groeiende kloof tussen kansarm en kansrijk in deze samenleving gaan hebben. Als we dat thema niet gaan vastpakken met z'n allen, dan kan dat heel erg uit de bocht gaan vliegen.

Dide:
En hoe kwamen jullie vervolgens bij de projecten uit die jullie nu aan het doen zijn?

Pepijn:
Toen wisten we natuurlijk eigenlijk al direct van ja dit is zo'n groot thema, kansongelijkheid, zo lijvig en behelst ook zoveel. Dus we zijn het gaan opdelen in een aantal sub thema's en daarvan is onderwijs eigenlijk de eerste geworden. En vervolgens gaan we ons richten op de arbeidsmarkt, dan op de woningmarkt, waarschijnlijk daarna op de zorg.
En ook die thema's zijn weer heel groot. Dus met onderwijs hebben we ervoor gekozen om ons op 12, op 16 en op 21-jarigen te richten. En in dat hele onderzoek kwamen we daar ook steeds weer op uit hoe belangrijk de rol van de docent is. En dat is eigenlijk de aanleiding geworden voor Moed.

Dide:
Ik vraag aan Mahfoud om iets te vertellen over zijn schooltijd.

Mahfoud:
Nou, dat was een lastige reis denk ik. De eerste vier jaar van mijn leven sprak ik geen Nederlands. Mijn ouders schreven me in op de Islamitische basisschool hier toevallig op Zuid in Rotterdam. En dan moest ik met een busje vanuit Dordrecht werd ik dan opgepikt naar school. En dan moest je Nederlands gaan spreken. Ik ben hier geboren en getogen maar ik sprak het niet de eerste vier jaar. Dus voor mij was het een nieuwe taal. En ik voelde me daar heel ongemakkelijk. Ik kon ook niet communiceren. Dus dan beloofden mijn ouders altijd nee we komen dadelijk in de pauze. Voor de pauze liep ik al naar buiten en dan stond ik daar te wachten. En dan kwamen mijn ouders niet. Dus ik was heel ongelukkig. Op hele jonge leeftijd al.

Dide:
Herinner je je dat nog?

Mahfoud:
Dat kan ik me echt heel goed herinneren. Dat heeft echt impact gemaakt op me. Dus ik voelde me altijd wel een vreemde op de basisschool. Nooit echt aansluiting kunnen vinden.

Dide:
Maar dan komt hij tijdens zijn middelbare school terecht op de jeugdtheaterschool. En daar gaat een wereld voor hem open. Voor het eerst wil hij echt zelf de betekenis van woorden begrijpen om zo een rol te kunnen spelen. Via een potje van de overheid worden zijn theaterlessen vergoed. Maar na een paar jaar is dat potje helaas leeg.
Dus hij schrijft zich uit.

Mahfoud:
Omdat ik me begon te schamen. Ik werd me bewust van geld en ik dacht mijn moeder kan dat niet betalen. Ik zat daar allemaal met rijkeluiskindjes. Even gechargeerd gezegd. Toen besloot ik te stoppen. Ik wilde mijn eigen geld gaan verdienen. En dan komt de verleiding van de straat wel voorbij. Ik wil niet zeggen dat ik daarin heb verdiend of iets. Maar die verleiding is er. En op basis daarvan ga je dat soort keuzes maken dat je dan niet naar die plekken gaat waar je juist ontwikkelt. Dan hou je een soort stigma in stand.

Dide:
Na vele omzwervingen komt Mahfoud uiteindelijk terecht op de theateropleiding van Fontys in Tilburg. Maar tijdens de audities al voelt hij een enorme angst.

Mahfoud:
Ik was bang dat ik het ging worden. En dan? Dan moet je die school gaan bekostigen. Dan moet je elke dag op en neer reizen. Of je moet daar gaan wonen. Ik heb een periode gehad dat ik thuisloos was tijdens de opleiding. Dat ik op een bedrijventerrein op een matrasje lag.

Dide:
Stel je de hoeveelheid doorzettingsvermogen voor die nodig is om in zo'n situatie een opleiding af te maken. Mahfoud lukt het. Hij wordt acteur. Speelt in mooie series en voorstellingen. En dan breekt corona uit. Maar hij gaat niet bij de pakken neerzitten. Mahfoud solliciteert om les te gaan geven. En dat blijkt een schot in de roos.

Mahfoud:
Het enige wat ik deed was praten. Daar ga ik niet over liegen. Ze kwamen binnen en we gingen praten. Over het leven. Over het nieuws. Over je wijk. Waar je vandaan komt. Over je thuissituatie. Gewoon praten.
Ik had een keer een theezakje met zo'n vraag erop. En er stond wat miste je op school? Ik dacht ik ben benieuwd wat zij gaan antwoorden. Mijn studenten. En ik nam hem mee naar school. En ik zat in de kring met die jongens en met die meisjes. En ik las hem voor.
En toen was er een jongen. Hij zei dit. Ik zei wat bedoel je precies? Nou ja dit. Zitten. Naar elkaar kijken. Praten. Luisteren. Dit mis ik op school. Maar we doen het toch? Ja alleen bij jou. Maar ik miste dit. Hij had vastgezeten in de jeugdgevangenis. En hij zei weet je wat gek is? Ik zat vast en we deden dit iedere ochtend. Met elkaar praten. Naar elkaar luisteren. Persoonlijk. Echt ontwikkelen. En dan kom ik terug via de reclassering op school. En dan wordt er niet eens gesproken met elkaar. Dan wordt niet geluisterd naar elkaar.
Hij zei juist hierdoor begrijp ik hem. Dan wees hij naar een jongen die totaal anders is dan hij. Hij zei toen ik hier binnen kwam dacht ik is een f*cking nerd. Zei hij gewoon. Hij zei maar nu begrijp ik hem. Nu heb ik iets geleerd van hem. Omdat hij zijn verhaal vertelt. En zo ontstonden die gesprekken en die banden.
En ik denk ja. Kan dit ook gewoon niet iets zijn? Kan het ook niet gewoon zijn dat ik hier ben en in gesprek ga met studenten die allemaal wel een bagage hebben. Die allemaal shit hebben meegemaakt. Kunnen we gewoon niet hier op school zijn. Sommigen die willen daar wel heel graag zijn. Maar ja niet in de vorm die het nu heeft. En ik vind het bizar dat als mensen uit het schoolsysteem zijn gevallen en toch terugkomen. Dat er ineens geen ruimte is om dat deel een plekje te geven binnen onderwijs.
Ik ben juist benieuwd wat heb je al die tijd gedaan. Wat heb je geleerd. Je hebt gestruggeld. Oké dat is mooi. Of niet mooi. Maar je bent er. Maar wat ga je hier dan halen. Wat kom je hier dan doen. En dan probeer ik dat te achterhalen met ze. En zo probeer ik dat te pellen totdat ik achterhaal waarom ze hier zitten.
En ondertussen had ik contact met Pepijn over een mogelijke voorstelling hierover. Over mijn tijd op MBO en dat soort zaken. Ja mij leek het gewoon tof om dit te gaan doen. Want ik doe niet veel anders in die voorstelling dan voor de klas staan.

Dide:
Voordat je gaat kijken naar de voorstelling Moed is er een interactief onderdeel waarbij het publiek met elkaar praat over hun eigen onderwijservaringen. Dit aan de hand van verschillende kunstwerken die studenten van Studio Moio hebben gemaakt. Studio Moio is een plek waar jongeren stage kunnen lopen. Ook jongeren die om verschillende redenen een afstand hebben tot het onderwijssysteem.

Charge:
Studio Moio is een laboratorium voor maatschappelijke vernieuwing. En ons hoofddoel is de wereld te verbeteren. En dat doen we door maatschappelijke problemen in de wereld te tackelen. Voornamelijk in het onderwijs.

Jayson:
De naam Studio Moio staat voor maatschappelijke ondersteuning in het onderwijs. Het komt ook vooral door de stigma's in het onderwijs. Hoe er ook over mbo'ers wordt gedacht. Dat ze niet echt met goede oplossingen kunnen komen in de samenleving. Terwijl als je echt naar ze luistert, dat ze echt met toffe ideeën komen.

Dide:
Je hoort Jason die stage liep bij Studio Moio en Charge die hier werkt. Ook Marouane van 17 vertelt hoe hij hier terecht kwam.

Marouane:
Ik had een stageplek nodig, dat sowieso. Daar ben ik gewoon heel eerlijk in. Ik ga er ook niet omheen draaien ofzo. En we hadden al meerdere stageplekken bezocht als het ware. En alles was hartstikke overdreven gericht op het deel marketing en communicatie. En ik denk wat Jason en Charge zo goed zeiden, is dat ze hier je wel de ruimte geven om daadwerkelijk een beetje
je eigen project in gang te zetten. Dat is ook wat ik hier heb gedaan. Veel studenten vragen als ze
aankomen bij hun stage, wat moet ik doen? Studio Moio draait dat om. Wat wil jij doen? Ze zegt
tegen mij, wat zijn je hobby's? Dus ze graaft echt persoonlijke details. Wat vind je leuk? Wat
zijn je hobby's? En ik kickboks zelf. Dus ik had met kickboksen als ik een project begonnen.

Dide:
En wat voor project is dat dan?

Marouane:
Het was kinderen van de straat halen of jongeren van de straat halen door middel van het kickboksen.

Dide:
Jason vertelt wat hij heeft gemaakt voor het Contextprogramma.

Jayson:
Ik heb propjes gemaakt van quotes van docenten en ook van leerlingen. Wat ze of meemaken in het onderwijs of wat ze naar hun hoofd hebben geslingerd. Het zijn niet echt de beste quotes. Zoals onder meer van ik denk dat deze opleiding bij je past of je gaat het toch niet halen. Waarom doe je deze opleiding? En of mijn favoriete, ik heb geen keus.

Dide:
Ook Jason had geen keus. Hij deed praktijk onderwijs en bio niveau 1. En na zijn laatste jaar wil hij dolgraag iets met ICT gaan doen. Een onderwerp waar hij veel interesse in heeft.

Jayson:
Ja, dus ik wil zeg maar ICT doen. Alleen in mijn laatste jaar was er een docent die zei van ik denk dat het een goed idee is voor je zeg maar. En dat is best wel voor zo'n kind. Het komt nog harder aan. Daar gaat gewoon je droom ofzo. Terwijl ik heb zoiets van je zou het echt meer moeten ondersteunen dan het werkelijk vooral echt op neer kijken of gewoon tegenhouden zeg maar. En niet te vergeten dat soort woorden komen echt harder aan voor een. Want ik was toen 16. Dat kwam echt heel erg hard aan gewoon voor mij. En ik heb wel ICT gedaan. Ik had gewoon zonder moeite die opleiding gehaald. Dus ik snap überhaupt niet waarom dat. Waarom ze dat überhaupt gewoon zegt. Sowieso vind ik dat dat nog steeds een ding is. Dat je echt niveau moet denken van dit is vast niet weggelegd voor praktijk onderwijs mensen. Terwijl er zijn mensen gewoon geïnteresseerd.

Dide:
Vanuit niveau 1 kan Jason niet kiezen voor ICT. Hij moet dus een rits aan andere opleidingen volgen voordat hij kan doen waar zijn interesse ligt. Door dit niveaudenken in plaats van te kijken naar persoonlijke interesses vallen ook veel studenten uit.

Pepijn:
Ja en daarvoor hebben we een situatie voor aan het begin dat hij dus uitlegt wat hij eigenlijk zou moeten doceren. Namelijk hoe je een bezem vastpakt en hoe je het beste veegt. Terwijl het hem juist zo gaat over de vraag wat brengt jou hier? Wie ben jij?

Dide:
En is dat letterlijk hij moet leren mensen met een bezem?

Pepijn:
Ja hij vertelt een situatie dat hij moest examens afnemen in een lokaal. Dus hij samen met de andere examinator die maakte dan even een rommeltje van dat lokaal. En dan kwam de student binnen en dan was het vorm deze ruimte maar om tot een nette werkomgeving. En dan moesten ze dus de tafeltjes recht gaan zetten, de stoelen.

Dide:
Ik vind het bijna een beetje beledigend ofzo. Toch? Het zijn ook gewoon volwassen.

Pepijn:
Ja het heeft best iets denigrerend omdat Mahfoud dus ook zoveel weerstand ervaart vanuit sommige collega's of vanuit onderwijs inspectie bijvoorbeeld. Ja voor die werkwijze die hij dan toepast. Hij heeft het inderdaad wel, ja hij heeft bij mij ook al heel vaak de vraag opgedoemd van wat voor systeem houden we dan eigenlijk in stand.

Dide: En wat is voor jou dan, als je het zou moeten samenvatten, wat is de belangrijkste reden om dit te maken?

Pepijn:
Het onderwijs systeem is voor 80% van leerlingen, studenten die kunnen dat redelijk tot goed naar hun hand weten te zetten. Maar 20% dus dat is 1 op de 5 leerlingen, daar geldt dat echt helemaal niet voor. Als zij al van jongs af aan eigenlijk merken, te horen krijgen, dat zij buiten de boot vallen. Ik vrees gewoon dat dat hele grote consequenties heeft voor de toekomst. Want dat betekent dus dat 1/5 zich niet kan ontwikkelen zoals andere mensen dat wel kunnen. En dat is echt heel, dat gaat om heel veel mensen. En ik denk dat we docenten zoals Mahfoud echt de ruimte moeten geven om ook die 20% van die leerlingen, van die studenten mee te krijgen. En dat er nu nog te vaak nog met echt een schuin oog naar gekeken wordt. Waardoor heel veel jonge docenten binnen een vijf jaar al uitvallen. En als dat dus juist die docenten zijn die die 20% wel weet mee te krijgen, binnenboord te houden. Ja dan het einde is nabij, dat is misschien wel heel heel groot gezegd. Maar dat heeft wel een hele grote consequentie voor ons allemaal, voor de hele samenleving. Dus laten we echt alles op alles zetten om die 20% binnenboord te houden. En laten we dat in God's naam doen met mensen zoals Mahfoud.

Mahfoud:
Lesgeven, ja. Ik denk dat het mijn plicht is. En ik wil het niet eens lesgeven noemen, maar ik zie het als mijn plicht om daar te zijn. Het is mijn plicht. Het kan niet zijn dat ik zelf uit een situatie ben gekomen en ineens geen oog meer heb voor de context waar ik vandaan kom. Dat kan niet. Ik moet iets terug doen.

Dide:
Hoe spelen de verhalen van de leerlingen ook een rol in dit stuk? Ik speel ze. Dus ik transformeer naar sommige studenten. In het begin van het stuk plaats ik de theatrale context. Jullie zitten daar, ik sta hier. Jullie het publiek, ik de acteur. Een beetje zoals in de klas. En dan ga ik door naar mijn werkwijze, dat ik meer hou van dialoog. Dat ik niet hou van die eenzijdigheid van ik zend jullie ontvangen. Dan stel ik een vraag aan het publiek en zo gaan we in gesprek met elkaar. En daarna stel ik mijn klas voor. Dan komen er, dan passeren een aantal personages de revue.

Ik had een keer een opdracht gedaan, na alles wat er nu in Palestina gebeurt. Dat gaat me heel erg aan. Ik ben er heel ziek van, alle beelden die ik zie en ik hoop dat het heel snel stopt. En ik kon er niet omheen. En ik ging naar school en ik stelde voor, lieve mensen we gaan vandaag, en dit komt ook voor in de voorstelling, we gaan een brief van hoop schrijven. Schrijven is sowieso niet hun ding.
Een brief van hoop, voor wie, voor wat, waarom, wie gaat dit lezen, krijg ik er een cijfer voor. Ik wil alleen een brief van hoop voor iemand in een uitzichtloze situatie. Iemand die hoop nodig heeft. Iemand in een oorlogssituatie. That's it. En er was studenten, je zag haar gewoon zitten en ze dacht, wat moet ik hiermee? En ik vond dat mooi. Gewoon dat. Gewoon daar zitten en wat moet ik hiermee?
En ik ging in gesprek, ik zei, je moet iemand hoop geven. Dat's it. Maar het moet wel uit je hart komen. Het moet niet zeggen, hou vol, het komt wel goed, een punt. Inleveren. Daar gaat het niet om.
Het gaat er ook niet om dat je een bladzijde vol schrijft. Het gaat erom dat het oprecht is. En dat je kan inleven. Dat vind ik belangrijk. En ze zei, ik weet niet hoe ik hoop moet geven.
Ik zei, dat is een mooie eerste zin, schrijf op. Ik weet niet hoe ik hoop moet geven. Ze zegt maar, dat is niks. Schrijf op. Ik weet niet hoe ik hoop moet geven. En aan het einde van de les was het nog steeds die zin. Ik weet niet hoe ik hoop moet geven. Toen zei ze, ja, dit is toch niks. Ik zei, dit is de beste brief die ik, ik zei, ik weet ook niet hoe ik hoop moet geven. Ik weet niet wat ik
moet doen. Ik zei, zo mooi wat je schrijft. En zij keek me aan en ze zei tegen mij. Ze zei,
meneer, je bent echt goed. Omdat ze die zin mag schrijven, ik weet niet hoe ik hoop moet geven.
In plaats van leugens over, nee, je houdt er nu al drie maanden vol in een genocide, dat is super goed man. We hopen dat het snel stopt. #ceasefirenow. Onzin. Zij was oprecht.

En dat vond ik mooi. En ik zei, als ik jou hier een cijfer voor mocht geven, dan zou je tien krijgen, echt waar. Van mij krijg je diploma al. Omdat je oprecht bent, je bent eerlijk. Je voldoet niet aan dat wat er van je verwacht, want ik heb geen verwachting van je. Ik weet niet wat jij gaat
antwoorden. Jij bent je eigen persoon. Ik weet niet hoe jij hiernaar kijkt. Dat weet ik niet.
En toen zag je, oh, die anderen die hele andere verwachtingen hebben daarvan, die dachten, shit, dat had ik ook wel kunnen schrijven, als ik eerlijk was. Maar gewoon dat, dat ze te horen krijgen dat dat ook oké is. Dat je het niet weet. Waarom moeten we leren antwoorden geven op een vraag voor een toets of een examen? Het slaat nergens op. We weten sommige dingen gewoon niet.

Kunnen we daar niet kwetsbaar in zijn? Kunnen we daar niet in staan en zeggen, ja, het spijt me.
Zonder beoordeeld te worden of veroordeeld. Zonder afgemaakt te worden met een cijfer en, jij moet je weer herkansen. Maar dat zijn dingen die me op de been houden ook in het onderwijs.
Niet per se meetbaar, maar wel voelbaar. En ik denk dat dat het onderwijs zou moeten zijn ook.

Dide:
Om echt iets te veranderen, moet deze voorstelling ook gezien worden door beleidsmakers en mensen uit het onderwijs. Daarom organiseert Pepijn tijdens de repetities al previews, waar deze mensen een kijkje in de keuken krijgen.

Pepijn:
En wat er nu al gebeurde, want we lieten alleen deel 1 zien, dat is eigenlijk echt heel ontroerend. Dat zowel die onderwijsmakers als die jongeren zich gehoord voelden, gezien voelden, hun verhaal zagen en verteld. Ja, dat leverde echt iets moois op.
En gelukkig is er, want het is gewoon, ja, lerarenuitval is natuurlijk gewoon een heel belangrijk onderwerp, gelukkig maar. Dus we merken ook wel dat de interesse voor Moed, daardoor ook wel heel groot is. Juist door mensen die dus ook in het onderwijs actief zijn.

Dide:
En zijn er reacties die je daarin speciaal zijn bijgebleven, of momenten bij zo misschien een nagesprek?

Pepijn:
Ja, gisteren hoorde ik het nog, toen kwam ik Soufiane tegen, een jongen die betrokken is bij Studio Moio. En die zei, eindelijk zag ik een keer mijn verhaal verteld worden. En ik ben zo blij dat anderen dat nu ook hebben gezien. Ja, dat was wel het grootste compliment wat we nu al konden krijgen.

Dide:
Als jullie zelf een onderwijssysteem zouden mogen creëren, hoe zou dat eruit zien?

Charge:
Ja, gewoon het niveau denken. Dat vind ik gewoon dat afgeschaft moet worden. Ik zou eerder mensen op splitsen in technisch denkend, creatief denkend en dat soort dingen. Want niemand is slim of dom, iedereen is slim in iets anders.

Marouane:
Voor mij een ideaal schoolbeeld, dat zou zijn meer ruimte. Als je ruimte hebt om aan jezelf te werken, om aan je eigen talenten te werken en jezelf daarin verder te ontwikkelen, dan is dat voor mij een geslaagd beeld van een ideaal schoolsysteem.

Dide:
En denken jullie dat zo'n voorstelling als 'Mood' over zo'n soort thema,
kan dat iets bijdragen aan een verandering?

Jayson:
Op zichzelf denk ik niet dat een theatervoorstelling heel veel gaat veranderen. Maar zolang het maar de juiste mensen bereikt en de verhalen die eruit komen, want er wordt ook gewoon heel veel met het publiek gesproken, als het goed is. En zolang die bij de juiste mensen terecht komt, denk ik wel echt dat het een daadwerkelijke impact kan hebben.

Pepijn:
De voorstelling bestaat uit een aantal lagen. En één laag noemen wij de nacht. En dat is de nacht dat hij wakker ligt met de vraag 'Waar doe ik het voor?' Ja, die situatie, die horen we van heel veel docenten. Dat ze tot het moment dat ze dan weer voor de klas staan, echt denken 'Waar doe ik het voor? Morgen is de laatste dag.'
Ik trek de stekker eruit.

Dide:
Heel treurig ook.

Pepijn:
Eigenlijk heel treurig, maar dus ook het moment dat je weer
voor die klas staat en je misschien niet onder woorden kan brengen waarom je of waar je het voor doet, maar wel in alles voelt 'het doet ertoe'. Het is ook een soort ode eigenlijk daaraan. Ook daarmee een ode aan die docent.

Dide:
Als ik hier over een paar jaar weer met je zou zitten, wat hoop je dan dat er veranderd is in de tussentijd? Nou, dat hoop ik echt. En dat is echt een grote droom. Daar ben ik me van bewust. Maar ik hoop dat we dan bezig zijn met onderwijs te creëren wat continu in ontwikkeling is, waar ook die 20% die nu echt geen aansluiting daarbij vindt zich in thuis voelt. Dat wens ik echt. Dat zou zo belangrijk zijn.

Mahfoud:
In het begin dacht ik 'Kunst is elitair'. En dat klopt ook wanneer je naar bepaalde gezelschappen gaat. Maar kunst in essentie, als je kijkt naar hoe bepaalde kunststromingen zijn ontstaan, is helemaal niks elitairs aan. Dat is buiten ontstaan. Dat is met een community ontstaan in een dorp ergens. Dat is begonnen met vader-op-zoon vertellingen. Kunst is leven.

Pepijn:
Ja, ik denk, dat is ook echt mijn grootste drijfveer als theatermaker, ik denk dat het
echt heel heel heel belangrijk is dat we elkaars verhaal kennen. En daar is kunst een heel belangrijk middel voor.

Dide:
Want waarom moeten we elkaars verhalen kennen?

Pepijn:
Omdat we, als we elkaars verhaal niet kennen, vervreemd raken van elkaar. En ik denk dat vervreemding ongeveer het ergste is wat ons als samenleving zou kunnen overkomen. Als we de ander niet meer begrijpen, omdat we dat verhaal niet kennen, dus alleen maar afgaan op het idee wat we van een ander hebben, dan vrees ik dat het super mis gaat.

Dide:
En als je soms nu kijkt naar onze politiek en wat er allemaal gebeurt, dan zou je kunnen denken, het gaat al helemaal mis en misschien ook hoop verliezen. Hoe houden jullie hoop? Of jij?

Pepijn: Ik vertrouw erop en ik geloof er echt in dat wij van nature nieuwsgierig zijn. En gelukkig lukt het tot nu toe om die nieuwsgierigheid aan te wakkeren. Dus dat geeft voldoende hoop en ook moed en doorzettingsvermogen om dat te blijven doen. Zolang we nieuwsgierig zijn, sta je ook open om dat verhaal van die ander te zien of te horen.

Dide:
Dank voor het luisteren naar Wij zijn Kunstenaar. Dank Pepijn, Mahfoud, Charge, Jayson en Marouane.
De volgende aflevering gaat over No Limits! Art Castle, de eerste kunstruimte in Nederland waarin alle mogelijke kunstenaars naast elkaar kunnen bestaan. Een plek waar hokjes vervallen en alle kunstenaars als gelijken worden behandeld. Om zo te laten zien dat een radicaal inclusieve samenleving mogelijk is. Daarover volgende keer meer. Abonneer je op Wij zijn Kunstenaar om niks te missen. Deze podcast is een productie van de Makers Podcast en werd gemaakt door mij, Dide Vonk. De muziek die je hoort is van David Schwarz en de audio mixage is gedaan door Sonya Vos. De initiatieven die belicht worden in de podcast krijgen steun van het Vriendenloterijfonds. Mogelijk gemaakt door de deelnemers van de Vriendenloterij. Meer weten over de mooie projecten die zij ondersteunen? Ga naar vriendenloterijfonds.nl