Beetweters

Een jonge - pas afgestuurde - collega van Sven komt langs. Dat is het ideale moment om bij Thomas Demolder te polsen in welke mate de opleiding als diëtist al dan niet is geëvolueerd. 

What is Beetweters?

Sven en Luck graven diep om alles over gezonde voeding te ontdekken.

Luck:

Dag Sven.

Sven:

Dag Luuk.

Luck:

We bekijken het vandaag eens van de andere kant. En het is niet jij die het woord alleen zal voeren, Sven. Maar we hebben ook een andere collega van jou, hier bij ons in huis. Iemand die net is afgestudeerd of recentelijk is afgestudeerd als diëtist. Zeg ik dat zo goed, Thomas de Moller?

Thomas:

Ja, dag Luck en dag Sven. Ja, dat klopt.

Luck:

Wanneer ben je afgestudeerd?

Thomas:

Dat zal nu een kleine drie jaar geleden zijn dat ik de opleiding voeding en dieetkunde heb afgerond.

Luck:

We moeten eerlijk toegeven, Thomas. Er zijn hier de laatste weken een aantal mensen gepasseerd die allemaal een poging doen om gewicht kwijt te geraken. Die zijn zelfs zo gek geweest, ik ben er er eentje van, om een weddenschap aan te gaan. En ja, die zit toch wel met wat vraagtekens en sommigen zijn al wat meer fan van Sven dan de anderen. Dus het is goed dat we ook eens iemand van de andere kant aan het woord laten.

Luck:

Ik zit bijvoorbeeld met een belangrijke vraag van één van de collega's. Is BMI de enige referentie die we hebben om te zien of wij wel gezond of niet gezond bezig zijn?

Thomas:

Nee, ik denk dat dat de makkelijkste referentie is of de ouderwetse referentie, maar zeker niet de meest correcte referentie. Dus ik gebruik het niet standaard.

Luck:

Dus eigenlijk is dat niet zo'n goede zaak niet meer?

Thomas:

Ik denk als je heel veel patiënten hebt en je wilt erop kunnen rekenen dat dat heel gemakkelijk is. Maar vanaf dat je met mensen werkt die wat meer sporten of je wilt gewoon het correcte beeld hebben van hoeveel vet hebben ze nu eigenlijk, ja dan geeft BMI een vertekend beeld.

Luck:

Ook als iemand zegt ik heb een BMI van zesendertig en ik weeg eigenlijk dertig kilogram te veel, maar dan is het eigenlijk al duidelijk.

Thomas:

Dan is het klaar en duidelijk.

Sven:

Dat ga je op zicht wel zien dan ook als iemand dertig kilo te veel weegt.

Luck:

Ja, en toch zijn dat de mensen die het vaak heel moeilijk hebben, merk ik in de praktijk.

Sven:

Hoe bedoel je?

Luck:

Die met vanalles voor de dag komen om toch maar niet te moeten toegeven dat het voor hen wel of niet lukt.

Sven:

Tegenwoordig zijn er ook artsen die dat mooi kunnen tegen hun patiënten zeggen van: Kijk, jouw BMI is te hoog. Want een arts gaat er wel mee rekenen, dus die kunnen dat zo meten. Die gaan dan wel normaal aan hun patiënten zeggen van kijk jouw BMI is te hoog en dat heeft deze en deze gezondheidsnadelen of gezondheidsrisico's.

Luck:

Ik heb zelf ook wat ervaring met bijkomen en afvallen. En op het moment dat je ervaren hebt dat je je veel beter voelt met heel wat minder kilo's, dan is het wel makkelijker moet ik toegeven. Dus die mensen die echt veel te veel wegen, die hebben zo, zoals Kristel het noemde, een knopje nodig. En die vinden dat knopje dan niet. En die vinden zoveel excuses.

Luck:

Dat vind ik zo jammer. Bestaat er zo geen trucje, Thomas?

Thomas:

Een trucje om beter af te vallen.

Luck:

Een trucje om mensen toch te laten inzien dat het noodzakelijk is. Het is meer dan een modefenomeen op dit moment, denk ik.

Thomas:

En dan heb je het over het afvallen.

Luck:

Het afvallen in het algemeen, ja.

Thomas:

Ik vind dat een moeilijke vraag, want tegenwoordig is er veel bodysaming en je mag niet makkelijk zeggen dat iemand te zwaar is. Maar tegen het moment dat ze bij mij komen als patiënt, dan hoop ik dat ze de intrinsieke motivatie wel al hebben om er iets aan te doen. Het is heel moeilijk om bij een patiënt te gaan zeggen nu ga je gaan afvallen terwijl hij dat niet wilt. Die gaan altijd excuses hebben en die gaan altijd zeggen het zijn mijn genen, het zit in de familie enzovoort. Ik heb dat nooit gesnapt.

Thomas:

De gewoontes, de verkeerde gewoontes zitten vaak in de familie maar je lichaam, DNA zal wel een beetje hetzelfde zijn. Maar calorieën in en calorieën uit valt bij iedereen aan te passen. Je moet gewoon de juiste manier vinden die volhoudbaar is. Dus ik denk dat dat belangrijk is.

Luck:

Sven die zegt altijd het is eigenlijk heel simpel. Je moet minder calorieën binnennemen dan dat je lichaam verbruikt.

Thomas:

Daar draait alles rond.

Luck:

Wordt het dan ook onderwezen dat mensen moeten opboxen tegen hun eigen conditioneringen die jarenlang gekweekt zijn, die door de ouders erin geramd zijn, eigenlijk leugens die ze zelf beginnen te geloven. Zit dat in jouw opleiding ook in?

Thomas:

Ja, dat is een moeilijke vraag. Ik zit dat in de opleiding. Wij krijgen veel vakken psychologie. Ik denk de opleiding is drie jaar, dus je hebt drie vakken psychologie en dan gaat iedere keer verder. En daarin leer je wel heel goed hoe die mensen denken.

Thomas:

Die excuses leert je doorzien en dan leer je die ombuigen in motiverende factoren. Maar in de praktijk is dat vaak heel moeilijk. Je ziet het dan in de theorie. Dus ik vind dan niet dat je patiënten zomaar kunt zeggen het is niet waar wat je zegt. Dan breekt je ze af, dan worden ze heel defensief en het is daar dat je heel hard moet oppassen om die niet in dat hoekje te dringen.

Thomas:

Dus vaak werkt het beter om met voorbeelden te werken van mensen die in hun schoenen stonden en dat dat gelukt is. Maar dan krijg je ook het risico dat ze zich gaan spieren en dan zeggen ze ja maar ik ben niet zo, ik ben benadeeld. Dus je moet echt werken met mensen die al gemotiveerd zijn en je moet vooral focussen op gezondheid denk ik. En dat is het enige dat overeind blijft achteraf.

Sven:

Ik heb daar nog een vraag over die vakken psychologie. Want nu gaat het over hoe motiveer ik mensen. Wordt er in die vakken psychologie ook gesproken over de invloed van voedingsstoffen op onze hersenen? Nee. Want er is een grote discussie van suiker.

Sven:

Is dat nu wel of niet verslavend? En dan hangt het al af van de definitie van wat een verslaving is. En dan zegt de ene van het is wel verslavend en de andere zegt het is niet verslavend. Want we kunnen wel spreken over je met mensen motiveren, maar de invloed van onze voeding, dus wat vooral suiker en vet met onze hersenen doen, dat wordt dus nog altijd niet onderwezen.

Thomas:

Psychologie, dat is puur theorie bij ons. Staat ver van de praktijk en het is al zeker niet toegepast.

Luck:

Mag ik als niet professional eigenlijk zeggen dat dat heel erg voor de hand dat antwoord? Laat het twee, drie dagen en je zal zien hoe je lijf reageert. Of is dat te kort door de bocht?

Sven:

Ja, daar hangt ik een beetje vanaf van onze definitie van verslaving. Maar er zijn heel veel zaken die verslavend kunnen zijn en ik denk dat de meeste mensen wel weten we zullen eens even niet over voeding hebben maar als je gewoon een dagje je gsm kwijt bent. Ik heb vandaag was nog met mijn dochter grote paniek want haar gsm is stuk. En dan merk je van hoe verslavend die gsm kan zijn. Maar ik denk dat bij heel veel mensen voeding net hetzelfde heeft.

Sven:

Heel veel mensen zeggen nog maar ik kan het laten als ik. Ik weet dat is een beetje het probleem en dat is denk ik dan mijn visie. Heel veel mensen die dat komen weten wel wat verkeerd is of toch in grote lijnen wat verkeerd is. Het hele probleem is ik kan het niet laten.

Luck:

Dat zeggen ze dan hè?

Sven:

Ja, maar heel veel mensen weten van ja, maar kijk snoep is niet gezond en dat is niet gezond. En ik weet wel dat ik daar en daar dik van word, maar ik kan het niet laten.

Luck:

Is dat een standaard procedure in de opleiding ook dat men de mensen moet vertellen dat het lijf reageert wanneer er een ander voedingspatroon gestart wordt? Is dat evident?

Thomas:

Er wordt wel gewaarschuwd dat je de patiënten ineens vijfhonderd kcal per dag laat minderen. En je begint dan eerst met de ongezonde dingen uit hun voedingsschema te smijten zoals alle suiker, alle snoep. Ik gooi daar dan nog een hele groep dingen bij zoals zerodrank. Ja, dan gaan ze toch panikeren en dan gaan ze toch wat hoofdpijn krijgen de dag erna en dan is het logisch dat je hun daarvoor waarschuwt. Maar de diëten in de opleiding gaan vaak niet zo extreem als dat je zou kunnen gaan in een echte wereld denk ik.

Thomas:

Waardoor je ook nooit gaat moeten waarschuwen voor kijk, als je nu twaalf uur niet gegeten hebt, gaat je hoofdpen hebben, die scenario's komen niet voor. Dus daar kunnen

Luck:

we de

Sven:

wereld nog altijd om de zoveel uur eten. Ik hoor je net een interessante zeggen van jij haalt ook dus de 0 dranken eruit, want ik weet vanuit de opleiding wordt er gezegd van die tellen die kan je woont, er zitten geen calorieën in, dus die mag je drinken. Maar je hebt daar duidelijk een andere visie over.

Thomas:

Ja, en ik denk dat in de laatste versie van de voedingsdriehoek of de omgekeerde piramide of wat dat nu is, staat dat nu ook in dat dat maar maximaal een halve liter per dag meer is. Wat nog

Sven:

veel is een halve liter per dag?

Thomas:

Ja, ik probeer voor mezelf om de dag één drankje te drinken. En ik sluit daar dan de compromis in. Het is niet omdat er geen suiker in zit dat het per se goed is.

Sven:

Ik denk dat we overlaatst, ik denk dat we dat ergens vermeld hebben dat wereldgezondheidsorganisatie ook gewaarschuwd heeft voor en dat er zelfs dus ook met onze light en 0 dranken een link was richting diabetes.

Thomas:

Ja, klopt. En eigenlijk is heel logisch want nu de laatste studies zijn toch allemaal de ultra processed foods. Daar ben ik heel hard voorstander van. Maar wat is er nog normaal aan een 0 drankje? Dan is de suiker in de cola misschien gezonder als je het zo bekijkt.

Sven:

Ja, daar zijn de meningen ook over verdeeld. Er zijn mensen die zeggen van 'nee, ik heb liever dat mensen een 0 drinken omdat suiker is de grote boosdoener en andere mensen zeggen van 'Ja, kijk nee, ik heb liever dat ze de echte drinken, want die kunstmatige zoetstoffen zijn de grote boosdoener en ik ben eigenlijk geen fan van de twee. Maar dan zeggen mensen, maar ja, water, dat is toch ook hé? En daar zitten we dan? Maar ja, water, dat is dan het probleem dat er te weinig smaak is aan water.

Luck:

En we weten als je daar een heel klein smaak aan toevoegt, hetzij citroen, hetzij gember, eender wat, dat die niet smaak van water meteen verdwijnt.

Sven:

Ja, ja, ja. Dus dat is ook zo. Maar voor heel veel mensen hebben een heel sterke smaak nodig.

Luck:

Helpt een beetje een avonturiers mentaliteit dan Sven? Want daar kwam ik eigenlijk vorige week achter. Ik dacht ik moet het met Sven daar eens over hebben. Wij proberen wel regelmatig dingen. Heb je dat nodig, die mentaliteit?

Sven:

Ik denk niet dat de mensen die dat komen naar ons, niet echt die avonturiers mentaliteit hebben, Die komen eerder zo van daar binnen en zeggen het eens wat moet ik nu doen? En dat zijn mensen ik geloof zelf sterk in een beetje educatie. Want als je mensen zegt van je mag nu des morgens twee boterhammen met dit en je weet ik ben al geen voorstander van brood. Maar om een voorbeeld te geven twee boterhammen met dit of dat of dat of dat. Ja, mensen leren zelf niks en na een tijdje weten ze het nog niet.

Sven:

En als je dan op vakantie gaat en er staat iets anders op tafel, dan weten ze het helemaal niet meer. En ik ben voorstander van levensstijlverandering dat mensen iets vinden dat ze kunnen volhouden, dat ze lekker vinden, maar dat ze ook weten waarom. Want dat is die motivatie van dat je weet van waarom dit wel en dat niet. En ik weet niet wat jouw visie daarover is, Thomas?

Luck:

Die vraag nog ook even op mijn lippen, want we zitten met mensen die verschillende systemen gebruiken. Je hebt de koolhydraatarme diëten, je hebt de caloriearme diëten, je hebt er iemand die nog met shakes doet of er gecho wordt met zijn pik, dat weten we voorlopig nog niet. Maar heb jij een voorkeur voor een

Thomas:

bepaald systeem? Het systeem dat ze na die periode kunnen volhouden.

Sven:

Ja, dat is de levensstijlverandering.

Luck:

Wat jij ook altijd zegt is, en het maakt dus eigenlijk niet uit, als het werkt is het waar. Iets in die zin?

Thomas:

Ja, als de calorieën die je eet en de calorieën die je verbruikt in de juiste balans zitten, dan zit het goed. Natuurlijk, moet ik in de omgekeerde volgorde gaan werken, wat heb ik het minst graag? Misschien die shakes, dat is heel duur, dat komt niet in de natuur voor.

Sven:

Processed? Dat is

Thomas:

heel gecrocessed. Die patiënt of die persoon die leert ook niet wat is gezond want laat die shakes weg en je gaat denken oei wat moet ik nu eten? Botraam met chocola en dan is dat er in de kortste keren terug bij.

Sven:

Die shakes maken ook nog allemaal zoet.

Thomas:

Ja, je maakt uw eigen iets wijzer.

Luck:

Er heerst ook overal op internet dat er te veel suiker in zit, dat er te weinig eiwitten in zitten, dat er te weinig vezels in zitten, dat het echt niet oké is. Maar het werkt voor die ene persoon wel.

Thomas:

Als dat voor die persoon werkt en hij had een probleem met zijn gewicht en dat is nu gedaald, dan is dat een goede manier geweest om op dat punt te komen. Maar ik denk dat dan wel eens moeten kijken hoe we daar terug wat meer vezels, terug wat vaste voeding in krijgen. Het lichaam is volgens mij ook niet gemaakt om niet te bijten. Je tanden hebben dat een beetje nodig, je darmen moeten ook iets kunnen verwerken. Dus dan ga je toch teruggaan naar de basis.

Thomas:

Maar je kan vertrekken van een wit blad. Die patiënt heeft nu zo lang niet meer gewone voeding gegeten dat je eigenlijk totaal iets anders kan proberen dan die voordien deed.

Sven:

Thomas, ik heb een volgende vraag voor jou, want ik wil jou straks ook zeggen van als je tegen mensen zegt van van twaalf uur niet eten of zo. Nu, toen ik mijn opleiding gekregen heb, ik ben zelf gaan experimenteren met vasten en met in ketose gaan. De zaken die dat nu een beetje populair zijn, vijftien jaar geleden al gedaan. Dat was absoluut not done toen. Ik haalde daar wel voor mezelf resultaten mee, maar ik weet dat er echt heel veel tegenkantingen kwamen.

Sven:

Hoe zit dat met jou? Met jouw visie daarover?

Thomas:

Wel, voor ik de richting ging studeren ben ik dus ook een paar keer bij jou geweest en ik stond heel open daarvoor. En dat was eigenlijk mijn passie om de voeding en dieetleer te studeren. Om mensen daar ook in te helpen. Gaandeweg de opleiding, ja, dan ben je met zoveel dingen bezig. Chemie, voedingsleer, appels, calorieën uit je hoofd leren.

Thomas:

Dat soort zaken. Dan verlies je een klein beetje die passie om te experimenteren. Op einde heb je dan weer stages, heb je wat meer vrije tijd om zelf dingen te doen. En dan heb ik zelf ook een tijd terug intermittent fasting gedaan en ik merkte daar zelf hele goede resultaten bij. En eigenlijk die periode voelde ik me heel goed.

Thomas:

Ik had ook stage in Gassesberg bij Oncologie als diëtist. Daar mochten we ook als zijprojectje Instagram posts maken. Want natuurlijk zijn er niet genoeg patiënten om al die studenten aan het werk te houden. Dus dan had ik als onderwerp gekozen dat de tumoren zogezegd trager zouden groeien of zelfs zouden krimpen als je in ketose bent of zelfs al als je intermittent fasting doet. Nu, ik begrijp dat dat voor veel mensen hinder dat moeilijk overkomt want iedereen is altijd maar bezig.

Thomas:

We moeten er zoveel mogelijk calorieën in krijgen.

Sven:

En dan

Thomas:

ga ik als student ineens zeggen misschien moeten we ze zoveel uur al zeker niet laten eten. Dan gaan de alarmbellen al zeker af. Maar wat ze dan doen is ze laten mij dat postje maken en ze posten dat niet en ze zeggen: ja, we weten hem toch niet. Omdat ze volgens mij schrik hebben om hun eigen te challengen. Ik snap dat, want stel ik post dat op hun Instagram, de patiënt leest dat en die patiënt zit continu te eten en er staat op: niet eten is goed.

Thomas:

Dus dat moet je voorzichtig zijn. Maar eigenlijk hadden ze mij dan en hunzelf ook kunnen challengen. Zeg dan Thomas, morgen geen patiënten moet zien en houdt u de hele dag bezig met wetenschappelijke artikelen opzoeken en verdiept u daarin en geeft ons een klein presentatie daarover. En wie weet krijgen ze dan wel nieuwe inzichten. Het is niet omdat dat wat ik ga vertellen waar is dat ze hun aanpak moeten veranderen.

Thomas:

Dat kan voor iedereen anders zijn, Maar ik sluit dingen niet uit omdat iemand zegt ik ga nu vasten. Dat is slecht als dat voor die persoon werkt. Ja, dan werkt dat voor die persoon.

Sven:

Maar dus die studies, die waren er toen ook al, want ik denk dat toen jij aan het afstuderen was, dat dat een beetje de periode was dat die zaken allemaal veel harder naar boven kwamen. Maar er is nog altijd terughoudendheid als ik het zo hoor.

Thomas:

Ja, en ik vond dat toen wel schrijnend, want toen stond ik ook oog in oog met patiënten dat dat in een studie zaten omdat ze uitbehandeld waren en dan denk ik: waarom probeerde het niet? Ze proberen dan verschillende geneesmiddelen op omdat ze uitbehandeld zijn en dat kan ook aanslagen. Maar dan moet de voeding weer heel gecontroleerd zijn om in die trail te mogen zitten. Maar Waarom probeer je zo'n dingen niet met voeding? Natuurlijk, je speelt met mensenlevens maar ja, als het al aan de zijde draadje hangt.

Sven:

Ja, we weten dan, ja, ze hebben wel de studies bij de ratten en de muizen zijn wel heel veelbelovend. Het is zoals je zegt van op een gegeven moment moet je ook eens ergens anders gaan proberen.

Thomas:

Maar het

Sven:

is dan wel heel jammer dat ze het niet proberen is één ding, maar dat je je mening of dat je de studies niet mag aanhalen en zeggen van kijk eens mensen, dit is wat er aan het gebeuren is, is natuurlijk wel een jammere.

Thomas:

Ja, je kan ze aanhalen, maar je hebt niet het gevoel dat er veel mee gedaan wordt. En ik ken ook jongens die dat als eindwerk intermittent fasting hebben gehad.

Luck:

Maar het

Thomas:

is dan niet dat er iemand zegt wauw, dat is revolutionair. Ik zeg ook niet dat dat de enige juiste manier is, maar ik zeg dat het zeker niet fout is. En ik vind dat ze dat niet mogen zeggen van ja, dat is toch niet echt

Sven:

We hebben ook intermittent fasting als een tool denk ik om gewicht te verliezen. Want bij diëtist is nog altijd hoofdzaak van gewoon ook van gewichtverlies of als het een sporter is van prestaties te leveren. Maar intermittent fasting als stoel naar gezondheid en daar zitten we dan misschien met nog een ander verhaal dat als diëtiste het vooral is. Het is vooral dat gewicht dat speelt. Dus iemand komt om af te vallen of om op gewicht te blijven of zelfs bijvoorbeeld om bij te komen.

Sven:

Maar naar gezondheid wordt minder gekeken dan denk ik dus naar welke voedingsmiddelen zijn hier nu wel of niet gezond? Dus het is nog altijd het klassieke van verzadigd vet is slecht en onverzadigd vet is goed en eieren mogen nog altijd maar twee per week eten.

Luck:

Maar zijn we ondertussen zo vers fan dat het intermittent fasting wordt ingezet om gezondheidsproblemen op te lossen? Zijn we ondertussen daar al?

Sven:

Bij sommige mensen wel.

Luck:

In de wetenschappelijke artikelen bijvoorbeeld?

Sven:

Ja, tot dat, wanneer is het enkele weken geleden daar? Het andere artikel verscheen dat nog altijd momenteel niet gepubliceerd is met het eind groot in de kranten van dat intermittent fasting juist heel ongezond zou zijn. Alle andere studies die dat daarvoor verschenen zijn, spreken alleen maar over gezondheidsvoordelen van intermittent fasting.

Luck:

Want dat de mentor van Thomas het tegenhoudt om niemand tegen de schenen te stampen, dat begrijp ik. Maar ergens moet toch wel een basis liggen. Had jij wetenschappelijke dossiers gevonden die dat beweerde?

Thomas:

Ja, tuurlijk.

Luck:

Wauw. Dat wist ik eerlijk gezegd nog niet.

Sven:

Ja luxe, zo zijn er veel. Dat is daarom dat we dat hier zeggen. Van een hele tijd. Alright.

Luck:

Dus het start met afvallen en we zijn er nu al weken over aan het zeuren. Het wordt tijd dat we het nog eens over iets anders hebben, maar dat heeft dus echt wel veel meer implicaties dan alleen maar gewicht vliegen. Dat is duidelijk toch?

Sven:

Ja, tuurlijk. Dat is ook één van de zaken dat we gezegd hebben toen het over keto ging. We hadden verschillende manieren om in ketose te gaan. En we hebben ook de dirty keto toen genoemd. Dus je kan ook in ketose gaan op curryoorten.

Sven:

Dus dat is ook een manier van in ketose te gaan, want het heeft nog weinig met gezondheid te maken. Dus vandaar.

Luck:

Dus de focus op gezonde voeding blijft? We gaan nog eventjes door.

Sven:

Wel, ik denk dat dat is hetgeen waar ik mij vooral mee bezig houd. Dus gewichtverlies is één ding, maar het is niet omdat je op gewicht bent dat je daarvoor gezond bent. Ik denk dat we genoeg mensen kennen die dat geen overgewicht hebben, maar toch niet gezond zijn. En dan komen we bij dr. Boogie zijn stelling van ja, wat is nu eigenlijk gezond zijn of wat is ziek zijn?

Sven:

Ik denk dat daar in de richting ja, diiëtiek ook nog altijd weinig aandacht aan gegeven wordt als ik me niet vergis.

Thomas:

Maar ik vind dat het wel de goede richting uitgaat. Ik weet niet natuurlijk hoe dat voor mij en na mij is geweest. Maar een heel belangrijk vak was ook evidenceed based practice, dus dat je echt gaat de studies opzoeken en ze ook gaan lezen. Want ja, er is nu een nieuwe studie dat intermittent fasting ongezond zou zijn. Ik heb ze nog niet gelezen.

Thomas:

Maar was het gewoon een restrictie van uw eating window en aten ze daarna, ja, dirt die zoals jij zegt curry worsten al of maakt niet uit, ja, dan zou het me ook heel hard verbazen moesten ze er gezonder uitkomen. Je kan alles bewijzen met studies. Maar het is zaak dat de juiste mensen de studie op de juiste manier lezen en zien was er een placebo, hoeveel mensen en wat deden die en niet enkel naar de kop kijken dat in een interessant magazine verschenen is.

Sven:

Ja, natuurlijk. Maar er is dus als ik het eigenlijk goed voor heb, we hebben bewijzen genoeg van de intermittent fasting. Het is leuk om te horen, mooi om te horen dat er dus studenten tegenwoordig eindwerk en zo daarover gaan doen, dat daar toch wel een interesse is. Maar onderwezen wordt het nog niet als ik het goed voor heb van we gaan bepaalde periodes niet eten. Er wordt nog altijd geadviseerd van we eten ons ontbijt.

Sven:

We gaan dat zeker niet overslaan. We eten ergens een tussendoortje, we eten een middagmaal. We eten die zaken.

Thomas:

Dat ritme wordt eigenlijk aangehouden in al de diëten die je leert?

Sven:

En de hoofdbrandstof is nog altijd koolhydraat. Dat blijft nog altijd het klassieke zoals we het altijd geleerd hebben.

Thomas:

Of toch de hoofdbrandstof die je tot u neemt via voedings koolhydraten.

Sven:

Ja, dus nog altijd vijftig, zestig procent van onze brandstof of van onze calorieën uit koolhydraten komen. En verzadigd vet is nog altijd de grote boosdoener.

Thomas:

Dat is waar, ja.

Sven:

Nog niet zo heel veel veranderd in de laatste jaren dan?

Luck:

Nee, dat blijkt nu. Want we weten nog tussen Sven dat jij absoluut geen voorstander bent van de granen?

Sven:

Dat hangt ervan af, beetje leuk van welke granen. Dus ik ben geen voorstander van tarwe. Dus dat is de mijne, dat is mijn stokpaardje zo'n beetje.

Luck:

Tarwe en melk, dat was de boomronde.

Sven:

Nee, tarwe in het algemeen en melk in de vorm zoals wij nu kennen, dus onze gepasteuriseerde melk die gewoon in de koelkast staat, yoghurt is al een heel ander verhaal, maar onze gepasteariseerde moderne melk is daar ben ik ook geen grote voorstander van. Dus vandaar. Maar dus daar wel absoluut niet. Dus terwijl dat je daar ook nog altijd niet over gesproken wordt, denk ik.

Luck:

En ook koolhydraten in het algemeen. Als ik eerlijk moet zijn ik ben nu ook een maand of drie de koolhydraten aan het weglaten en ik moet hier regelmatig een gevecht voeren thuis om toch niet de pasta erdoor te krijgen of de rijst. Als ik mijn partner laat doen, dan is het toch wel heel regelmatig rijst. En dat is dan toch niet zo erg een beetje rijst. Al koolhydraten wat de klok slaat.

Sven:

Ja, nee, kijk, ik heb ook altijd gezegd van ik ben niet anti-koolhydraten. De koolhydraten moeten alleen aangepast worden aan de hoeveelheid lichamelijke inspanning. Je weet het onze allereerste afleveringen. Het hijgniveau. Je verbrandt een koolhydraat wanneer je lichamelijke inspanning doet En jammer genoeg doen de meeste mensen dat niet meer.

Sven:

Dus daar moeten koolhydraten aan aangepast worden. Wat ik wel vroeger uit mijn opleidingen had was van kijk koolhydraat was koolhydraten en daar werd niet gekeken. En er werd wel gezegd van ja, wij hebben sneller en wij hebben trager. Alleen wat er toen gezegd werd dat snel en traag was, klopt vandaag niet meer. We gingen kijken naar de ketenlengte, De korte keten zijn wel de lange ketens.

Sven:

De korte waren niet goed en de lange waren wel goed. En de lange, om daar een idee van te geven, was ons brood, rijst, aardappelen, pasta. Dat waren de goeie. Die moesten we eten. En de korte, dat was dan onze suiker en zo, die moesten we gaan gaan vermijden.

Sven:

En daarna heb ik geleerd van ja kijk, maar we hebben ook zoiets als gelechemische index en gelechemische lading, dus de invloed op onze bloedsuikerspiegel. Maar daar werd eigenlijk niet echt naar gekeken in mijn opleiding. En nu kunnen we dat inderdaad meten, bloedsuikerspiegel wat dat koolhydraat per individu gaat doen. Maar ja, als ik het zo een beetje hoor of denk, is het nog altijd van ja, koolhydraat is koolhydraat.

Thomas:

Ja, klopt. En je leert wel wat de glycamische index is, maar in je achterhoofd zit er altijd die cracpscyclus, dat uiteindelijk toch alles glucose wordt en glucose wordt ATP. En als puntje bij paaltje komt, is dat ook waar, maar is dat de gezondste manier om tot in ATP te komen? Dat weet ik ook niet. Dus als ik mijn sporters, want het zijn voornamelijk sporters die dan bij mij komen, koolhydraten voorschrijf, dan zeg ik toch altijd als het een dag is met niet te veel training, volkoren varianten, eet dat dan niet puur, eet daar veel groenten bij, eet er genoeg vlees of vis bij, of een vleesvervanger.

Thomas:

En dan worden ze toch trager of het toch minder insulineproductie hebben.

Luck:

Ik hoorde net een boel vaktermen voorbij komen over die glucose. Mag ik dat vertalen naar de modale Nederlander en de modale Belg? Als wat jij zegt Sven, dat uiteindelijk zelfs een brood of een snedenbrood ook suiker wordt in het lichaam?

Sven:

Ja, alles wordt omgezet naar glucose.

Luck:

Ja, oké. Maar het klonk even heel erg vacagon. Het was voor mij de eerste keer dat ik het woord cripscyclus hoorde. Ik had dat nog nooit eerder gehoord.

Sven:

Ik weet niet of dat we hem helemaal in het begin hebben van onze afleveringen vernoemd, Luc. Maar we zullen het misschien heel simpel zeggen. De crapcyclus is de chemische reactie. In onze cel gaat onze koolhydraten, onze vetten als energie omgezet worden En die worden omgezet naar ATP. Dat is de uiteindelijke energie van het lichaam.

Sven:

Dus wij draaien op ATP en wij kunnen uit koolhydraat ATP maken. Wij kunnen uit vet ATP maken en dat gebeurt in de cel. En eigenlijk die chemische omzetting noemt de crps cyclus. In een koolhydraat weten we dat er vier calorieën per gram in en in vet zet negen calorieën per gram in. Dus vet zat veel meer calorieën in, maar vet levert ook veel meer ATP op.

Sven:

Dus als we vet kunnen verbranden, levert ons dat veel meer energie.

Luck:

De ATP is de uiteindelijke stof waar ons lichaam gaat op functioneren. En dat kan komen uit koolhydraten of uit het opgeslagen vet. Ja, inderdaad. Die eerste afleveringen blijven trouwens populair fan. En ik wil verwijzen voor de mensen die pas instappen in onze reeks hier.

Luck:

We hebben vier specials gemaakt, lang geleden, meer dan drie jaar geleden. Aflevering één, de basis van de basis. En dan krijg je drie specials, gaande over koolhydraten, eiwitten en vetten. En die blijven razend populair want daar staat eigenlijk alle basisinformatie in. Het verbaast mij nog steeds dat een aantal mensen weten dat we effectief twee reservoir in ons lichaam hebben waar we alles opslaan, zijnde het vet.

Luck:

En dan een heel klein batterijtje met koolhydraten. Ik vind het nog altijd een heel fijne metafoor.

Sven:

Ja, klopt. En het is nog altijd zo wat Thomas dan zegt van: we hebben ATP nodig. En dat lichaam, als we dat koolhydraten gaan geven, dan gaat dat zeggen van oké goed, ik zal daar mijn ATP uithalen. En als we dat op vet kunnen laten draaien, gaat het daar ATP uithalen. Zo hebben we dit toch?

Thomas:

Zo werkt dat inderdaad. Alles is biochemie en de crypse klus is biochemie, dus uiteindelijk draait alles daar rond.

Sven:

En dat lichaam wil gewoon maar ATP aanmaken en zegt van: Kijk, ik heb zoveel energie nodig. En het leuke en de theorie van minder koolhydraten en betere vetverbranding is dus dat je uit vet veel meer ATP haalt, dus veel langer toekomt. Terwijl als je koolhydraat gaat eten, veel minder ATP, dus moet je daar veel sneller terug van bijtanken.

Luck:

Dat is basismateriaal in de opleiding neem ik aan, Thomas?

Thomas:

Ja, en dat is ook wel een van de meest interessante vakken. Biologie, fysiologie, dat soort zaken. Dat vond ik toch heel interessant.

Sven:

En dan gaan we er nog heel even bij vertellen, Luc, dat in die kapcyclus. We hebben ons koolhydraten, we hebben ons vet nodig, maar we hebben dan ook de co-factoren nodig. En één van die meest belangrijke is dan magnesium. En daar kom je dan weer met het ding dat ik ook altijd zeg van magnesium. En als je dat niet hebt, dan mag je zoveel koolhydraten en vet eten als je wil.

Sven:

Maar zeer zoveel koolhydraten, dan kan daar geen ATP, dus geen energie van gemaakt worden. Vandaar als je magnesium tekort hebt, heb je een probleem. En ik heb al vermeld ook dat volgens mij vrij veel mensen magnesium tekort hebben. Dus wordt daar aandacht aan besteed nu, Thomas, aan die zaken?

Thomas:

Nee, maar het is ook niet vanzelfsprekend om magnesiumtekorten te gaan meten volgens mij. Ik denk dat daar het probleem zit. Als iets heel gemakkelijk te meten is, dan kan je ook makkelijk oplossingen bieden. Maar als je een oplossing hebt voor iets dat heel moeilijk meetbaar is, dan gaan ze misschien niet over de oplossing spreken.

Sven:

Wordt daar aandacht aan besteed? Dus dat het moeilijker meetbaar is, magnesium, omdat dus ja, we hebben dat hier al een aantal keer vermeld en misschien voor de luisteraars Thomas heeft niet al onze afleveringen geluisterd.

Luck:

Dat Dat zijn er ondertussen al tachtig. Dat zijn er veel tachtig,

Sven:

maar dus Thomas is niet de hoogte van wat wij al wel en niet verteld hebben. Maar ik heb dat ook al verteld dat magnesium inderdaad in een gewoon bloedonderzoek niks uithaalt, dus dat er andere methodes moeten zijn. Maar dat je wel kan kijken naar de symptomen van magnesium tekort, namelijk spierkrampen. En dat is niet dan de sporter die dat gaat lopen of gaat fietsen en na zoveel kilometer in kramp schiet, maar gewoon de mensen die al zeggen van hier kijk mijn nek is helemaal verkrant, dus het is wekelijks naar de kinesist lopen of ergens een trillende spier of hartkloppingen of rusteloos benen. Die zaken zijn dan voor mij vanuit mijn opleidingen verdere opleidingen de symptomen van een magnesium tekort.

Luck:

Aflevering negenenveertig.

Sven:

Maar dus die crabcyclus dus niet alleen. Dus dat dat allemaal zo belangrijk is. Dus je hebt ook magnesium nodig om energie aan te maken. Je hebt dat nodig in die crabcyclus om dus je koolhydraat en je vet om te zetten naar die ATP. Maar je hebt dat ook nodig in je hersenen om serotonine, dopamine, die stoffen aan te maken.

Sven:

Dus bij een magnesiumtekort maak je eigenlijk nog heel weinig zaken juist aan, om het zo te zeggen. Vandaar dat het zo belangrijk is. Maar dus jammer dat er nog altijd dan geen aandacht besteed wordt aan de co-factoren.

Thomas:

Nee, het is vrij een basis algemene opleiding. Wetenschappelijk en chemisch onderbouwd en met de juiste studies, maar alles wat daar rond hangt, dat klinkt me ook niet heel bekend in de oren.

Sven:

En adviseer jij mensen om magnesium bij te nemen? Gewone mensen?

Thomas:

Ja, mensen die dat veel stress hebben. Mensen die zich vaak vermoeid voelen, spierpijn. En zeker in een dieet. Ik heb enkele mensen die ik magnesium adviseer of ook wielrennersders die dan een moeilijke nachtrust hebben in ritten koersen. Die hebben daar wel baat bij volgens mij.

Thomas:

Ik ben ervan overtuigd dat magnesium zijn voordelen heeft.

Sven:

Ik ook trouwens. Een van de twee zaken die dat ik zeg dat de meeste mensen zouden mogen of moeten nemen is magnesium als supplement en omega drie. Omdat dat er twee zijn die we bijna allemaal tekort hebben en vrij grote invloed hebben op een lichaam. Dus dat zijn mijn stokpaardjes.

Thomas:

Klopt. En ze zijn niet duur, maar de patiënten of de klanten moeten wel de juiste vormen kiezen. Zuivere omega-drie en de juiste magnesium die niet laxerend is. Ja, inderdaad. En als ze dat juist doen, dan zijn

Sven:

ze voldoende hooggedoseerd ook nog.

Thomas:

Ja, klopt.

Sven:

Dus vaak niet gewoon de dagelijks aanbevolen hoeveelheid, maar ietsje hoger, want anders en ander niet komen. Thomas, jij bent nu net afgestudeerd als diëtist. Nu, tegenwoordig de zaken die jij geleerd hebt zijn dus inderdaad onderbouwd met een hele hoop studies. Ondertussen zijn er heel veel mensen die dat andere zaken zeggen. Dus we hebben een korte moleculaire, wat ik ook ook bij gedaan heb.

Sven:

Er zijn heel veel mensen die dat therapeut zijn, die dat ergens op internet iets gevolgd hebben, iets gedaan hebben. Er zijn ondertussen heel veel meningen over voeding. Hoe sta jij daar tegenover?

Thomas:

Ik vind dat je moet openstaan voor alle meningen en moet kunnen luisteren naar alles, net zoals ik zei over mijn stage daar. Je moet durven je eigen te challengen. Dus het is niet omdat iemand niet de opleiding op de hogeschool heeft gedaan dat dat geen goede dietist is. Het is ook niet omdat ik dat op de hogeschool heb gedaan, dat ik een betere diëtist ben. Volgens mij is dat niet zo.

Thomas:

Er zijn heel veel andere theorieën of ja, ik gebruik dat woord niet graag, maar alternatieve methodes. Maar ik noem dat eerder dat je wat out of the box durft te

Sven:

denken. Maar zijn de alternatieve methodes nog zo alternatief? Bijvoorbeeld het intermittent fasting is al niet zo alternatief meer. Dus vijf, zes jaar geleden misschien nog wel, maar ondertussen zijn we daar toch wel dat ook diëtiste daarmee bezig

Thomas:

zijn. Tuurlijk, het feit dat er meer en meer mensen mee bezig zijn, wil het misschien ook zeggen dat het werkt en dat het heel makkelijk is of heel praktisch voor uw patiënten en dat ze een goed resultaat behalen. Dus misschien is het niet zo alternatief niet meer, maar echt klassiek is het ook niet. Maar ik denk dat daarin de mede collega's van mijn opleiding zich moeten durven challengen. We hebben allemaal geleerd hoe je wetenschappelijke studies opzoekt en analyseert en als ze dat zien, dan kan je eigenlijk iedereen de waarheid en de niet-waarheid gaan onderscheiden.

Thomas:

En denk als je dat doet, moet er geen onderscheid zijn van wie wat gevolgd heeft.

Sven:

Het interessante nu is dat de waarheid een beetje aan het evolueren is. Dus als we kijken waar we van komen van voeding van vijftien, twintig jaar geleden naar nu, dat is een hele evolutie gehad. Het is een beetje zoals de piramide zoals je straks zei, alles staat op zijn kop. Hetgeen wat vijftien jaar geleden zeiden en hetgeen wat nu is, is een beetje omgedraaid. Ja, klopt.

Sven:

En dat is iets dat blijft en iets wat ik het interessante vind aan voeding. En zoals ik al zei, voor mij is eerder het gezondheidsaspect dat ik daar heel belangrijk aan vind of interessant aan vind. Maar we blijven nieuwe dingen ontdekken, nieuwe dingen zien. En het leuke eraan is niet zwart-wit. We moeten altijd alles gaan bekijken.

Sven:

Je kan niet zomaar zeggen van 'ja, want die studie zegt dat en die studie zegt dat'. Ja, maar het is in combinatie met. Dus dat vind ik het interessante eraan. Het blijft een boeiend vak. Klopt.

Luck:

Het lijkt mij ook interessant om die teneur te blijven volgen en als er zo nieuwe wendingen komen om die bijzonder snel mee te geven. Daar gaan we ons in de toekomst op focusesfan om nog meer goede voedingstips mee te geven.

Sven:

Daarvoor zijn we hier.

Luck:

Ik vond het fijn om een andere diëtist bij ons te hebben, een andere voedingsdeskundige. Dank u wel, Thomas, voor de komst naar de studio en nog heel veel succes met de job. En tot binnenkort misschien.

Thomas:

Ja, bedankt. Tot ziens.