Podcastmaker Dide Vonk vraagt zich af óf en hoe kunst kan zorgen voor verandering. Zij spreekt met verschillende makers die vanuit sociale betrokkenheid manieren zoeken om blikken van hun publiek te verruimen. Ze betrekken bij hun projecten gewone mensen uit de samenleving, zoals jij en ik.
Dit is een podcast van het VriendenLoterij Fonds, geproduceerd door De Makers Podcast. De kunst- en cultuurinitiatieven uit de podcast hebben steun gekregen van het fonds.
Hier vind je elke twee weken een nieuwe aflevering van het derde seizoen én alle afleveringen van seizoen 1 en 2 van Wij zijn kunstenaar.
Kan kunst blijvende verandering teweegbrengen? Volg Wij zijn kunstenaar, dé podcast over kunst en mis geen aflevering!
Presentatie & editing: Dide Vonk
Audiodesign: Sonya Vos
Muziek: David Schwarz
Beeldmaker: Teddy Cornelisse
Meer over het VriendenLoterij Fonds: www.vriendenloterijfonds.nl
WZK3.2 Draden van ons Nederlandse slavernijverleden
Ricardo:
Dat is denk ik de kracht, dat het niet van belang is dat je mensen door de strot duwt,
dat we iets hebben gecreëerd waar heel veel mensen plezier aan beleven.
En dat gaat ergens over.
Dide:
Welkom bij Wij zijn kunstenaar.
In deze podcast gaan we op onderzoek uit hoe en of kunst kan zorgen voor verandering.
Mijn naam is Dide Vonk en ik spreek met kunstenaars die onze wereld kritisch bevragen.
Ze betrekken bij hun projecten gewone mensen uit de samenleving, zoals jij en ik.
Zita:
Een van de redenen dat ik docent ben is dat ik denk dat een betere wereld begint bij de jeugd.
Dide:
In tijden van polarisatie en onbegrip vraag ik me soms af hoe komen we ooit weer tot elkaar.
Gelukkig hebben de makers en deelnemers die je zult horen daar wel oplossingen voor.
Amber:
Ja het kwam opeens een stuk dichterbij.
Het ging opeens over plekken waar ik zelf ook heel vaak was.
Ook panden die ik vaak zag en nooit wist.
Toen dacht ik vaak wel wat een mooi pand.
Er moet natuurlijk wel rijkdom achter zitten, maar niet per se weten waar die rijkdom maar vandaan kwam.
Dide:
De initiatieven uit deze serie hebben steun gekregen van het Vriendenloterijfonds.
Is het een illusie om te denken dat kunst echt iets kan veranderen?
Of maken deze projecten daadwerkelijk verschil?
Dat hoor je in Wij zijn kunstenaar.
Ricardo:
Dus die bewustwording van die ene persoon is ook direct een beetje bewustwording van het zijn of haar sociale omgeving.
Dide:
Deze aflevering gaat over het project 'Draden van ons Nederlandse slavernijverleden'.
Elf kunstenaars uit elf provincies maken een ontwerp voor een wandkleed van maar liefst 35 meter lang.
De ontwerpen zijn gebaseerd op wetenschappelijk historisch onderzoek naar het koloniale slavernijverleden van de betreffende provincie.
Samen met inwoners worden deze wandkleden gemaakt.
Ik spreek met initiatiefnemer Ricardo Burgzorg.
Ricardo:
Ik denk dat de kracht niet zozeer ligt in dat we iets leren over slavernijverleden in algemeen.
Maar dat mensen kennis maken dat al die sporen om hen heen liggen.
Dus het is niet iets dat heel ver weg heeft plaatsgevonden, maar dat al die sporen gewoon in hun eigen omgeving aanwezig zijn.
Dide:
Ook hoor je Amber Hyacint, kunstenaar die het ontwerp voor de provincie Overijssel maakte.
Amber:
Veel mensen in mijn omgeving dachten ook dat ik deze opdracht in mijn eentje ging uitvoeren.
Die dachten van, die start nu aan haar levenswerk.
Zij gaat een wandtapijt maken van 35 meter lang, die zien we nooit meer terug.
Dide:
En ik spreek met Zita Jansen. Zij woont in de provincie Utrecht en werkt als vrijwilliger mee aan het kleed.
Zita:
Ik vind het stuk waar wij hier aan werken heel mooi.
En dat raakt mij ook, omdat dat staat voor de ommekeer, voor de opstand, voor het vrijmaken en weer opnieuw je eigen identiteit vinden.
Dide:
De goed oplettende luisteraar hoorde misschien dat ik het net had over elf wandkleden in elf provincies.
De twaalfde is Groningen. En daar is dit project al eerder uitgevoerd.
Ricardo:
In 2021 werd ik gevraagd door de Stichting Groningen Kerken om als curator op te treden voor een manifestatie die heette Bitterzoet Erfgoed.
En dat ging over sporen van het slavernijverleden van Groningen.
Dide:
Maar voordat Ricardo ja zegt, doet hij onderzoek naar de link tussen de kerk en het slavernijverleden.
Hij komt erachter dat bijbelteksten zowel zijn ingezet als vergoelijking voor de slavernij, als bij de opstand tegen de slavernij.
Een interessante ontdekking.
Maar wat doe je vervolgens met deze informatie? Hoe breng je dit tot een tentoonstelling?
Ricardo:
Nou, en toen dacht ik, hoe gaan we de Groningers bij dit onderwerp betrekken?
En ik dacht ook, het moet op een indirecte manier en niet op een directe manier.
En dat komt omdat ik ooit, Medy van der Laan werd staatssecretaris.
En een groep mensen hadden ze gevraagd om in de Balie haar ongevraagd advies te geven.
En Medy kwam te laat, want ze had net een krans gelegd bij het slavernijmonument in Amsterdam.
Mijn vrouw zat in het publiek en die vertelde mij erna, dat toen Medy vertelde dat ze net kwam van de kranslegging van het slavernijmonument,
hoorden ze mijn vrouw, twee andere vrouwen die naast haar zaten, oh daar gaan we weer.
Dus dat is toen in mijn hoofd gebleven.
Dide:
Daar gaan we weer als in, weer over het slavernijverleden.
Ricardo:
Het gaat weer over het slavernijverleden. Dus dat is hoogstwaarschijnlijk in mijn hoofd blijven zitten. En dat ik dacht, ik moet iets bedenken wat op een indirecte manier uiteindelijk toch ook over het slavernijverleden zou gaan. En toen dacht ik ook, nou misschien moet ik iets bedenken waardoor ik de Groningers ga aanspreken op iets dat ze of heel leuk vinden om te doen, of heel goed in zijn.
En mijn vrouw is kunsthistoricus en die zei tegen mij, nou zoek maar eens op tapijt van Bayeux.
En ik zag dat tapijt en ik dacht, ah we gaan een nieuw erfgoed maken, we gaan een wandkleed maken.
Dide:
Want wat is dat voor tapijt?
Ricardo:
Nou dat is een historisch tapijt die in opdracht is gemaakt en die verbeeld eigenlijk de oorlog tussen de Fransen en de Engelsen.
En ik dacht, ja dat is gewoon een fantastische vorm ook omdat textiel heel erg in de belangstelling staat.
Ik dacht, we willen een verhaal vertellen. Nou misschien moeten we Groningers vragen om ons te helpen om het verhaal van Groningen via textiel zichtbaar te maken.
Dide:
En dat doen ze. Massaal komen de Groningers samen in de verschillende kerken in stad en provincie om mee te werken aan het wandkleed.
Ricardo:
En dat wandkleed is echt wonderschoon geworden. Maar voor mij ging dat hele proces, die vijf maanden lang ging heel erg over bewustwording.
Want niemand kwam daar om te helpen omdat hij iets wilde weten over het slavernijverleden van Groningen.
Nee, mensen wilden heel graag komen helpen om een wandkleed te maken.
Dide:
Ja, was dat de eerste?
Ricardo:
Ja, want zo hebben we hen aangesproken. Kom ons helpen een wandkleed te maken.
En we hebben natuurlijk ook wel verteld waar het over ging. Maar doordat het eerste waar ze op aan werden gesproken is, kom ons helpen wandkleed te maken.
En doordat ze daar waren, zijn we als mensen nieuwsgierig genoeg om te vragen, goh, waar gaat het over? Wat is het verhaal?
Dide:
Ja, wat maak ik eigenlijk?
Ricardo:
Ja, waar help ik aan mee? En we hadden natuurlijk allemaal informatie zoals je hier op tafel ziet liggen.
Ook over het verhaal die verbeeld is. Dus ongewild raakten mensen bewust van dat het koloniale slavernijverleden onderdeel is van hun eigen geschiedenis.
En het leukste is dat, omdat we het niet opdringen, mensen gaan erover gaan nadenken.
Uiteindelijk zich bewust worden, maar ook zelf woorden gaan vinden van wat ze hebben geleerd.
Dide:
Na het succes van Groningen volgden gauw interesse uit andere provincies.
Dit jaar, 2024, zijn Utrecht, Zeeland en Overijssel al gestart met hun eigen wandkleed.
Ik reis naar het oosten om Amber Hyacinth te spreken, de kunstenaar die het ontwerp van Overijssel maakte.
Amber:
Ik hou van hele kleurrijke beelden. Ik vind het belangrijk dat je gewoon een mooi beeld wilt leveren. Het liefst vol druk.
Iets waar je jezelf echt in kan verliezen als je er naar kijkt.
Dide:
We zitten in Ambers appartement, vol met prachtige eigen keramieke werken.
Ze vertelt waarom zij het ontwerp van Overijssel wilde maken.
Amber:
Wat ik vooral heel mooi vind is dat het iets is wat gemaakt wordt met z'n allen.
Ja, van het begin dacht ik 35 meter hiervan. Dat is echt zo indrukwekkend.
Ik kan me nog steeds ook niet helemaal voorstellen hoe dat dan er straks uit gaat zien als mijn ontwerp.
In zo'n groot formaat en ook van zo'n mooi materiaal dan ergens op een locatie te zien is.
Wat ik ook gewoon super interessant vind is dat bij dit onderwerp ik het gevoel heb dat het heel vaak gaat over de randstad Amsterdam en dan Suriname.
Terwijl dat toch wat verder van mijn bed af ligt en dat dit onderzoek dus specifiek over Overijssel is geschreven.
En dat het voor mij ook super leerzaam was, want het kwam opeens een stuk dichterbij.
Het ging opeens over plekken waar ik zelf ook heel vaak was en ook panden die ik vaak zag en nooit wist.
En toen dacht ik vaak wel wat een mooi pand. Er moet natuurlijk wel rijkdom achter zitten, maar niet per se wetende waar die rijkdom dan vandaan kwam.
Dide:
Weet je nog bepaalde panden of bepaalde verhalen die je vooral iets met je deden?
Amber:
Ja, ik heb dus voor mijn studie ook in Zwolle gewoond. Ik denk vier, vijf jaar.
Ik ben net een jaar geleden naar Arnhem verhuisd en heb je bijvoorbeeld het Hopsmanshuis.
Gewoon ook een mooi pand, best wel centraal, ook in de stad waar ik heel vaak langs fietste of langs liep.
En toen kwam ik achter dat het eigenlijk een soort van handelshuis, pakhuis is geweest.
En toen was ik dus later met die kennis nog een keer in Zwolle. En dan ga je opeens wel anders naar zo'n pand kijken.
Dide:
Het ontwerp van het wandkleed van Overijssel is gebaseerd op het boek 'Overijssel en slavernij' van Martin van der Linde.
Amber:
Ik heb hem daar ook wel liggen vol met post-it notes.
Dus elke keer als ik iets tegenkwam, een briefje erin plakken en denk van oké, dit moet wel in het wandtapijt terechtkomen.
Dide:
Wil je hem eens laten zien? Ik ben wel benieuwd.
Oh, wow. Heel veel post-its.
Kan je er eentje uitlichten of...
Amber:
Even kijken.
Wat ik bijvoorbeeld een grappig verhaal vind, is dat de allereerste burgemeester van kleur, dat dat in Twente dus was, was de burgemeester van Lonneker.
Dat was burgemeester Adolf Willem.
Dide:
En wanneer was dat?
Amber:
Dit was rond 1860 uit mijn hoofd.
Je zou dan ook vaak denken dat dat in de wat grotere steden misschien sneller voor zou komen dan in het oosten van het land.
En wat ik dan ook zo'n leuk feitje vond was dat zijn burgemeesterhuis ook de plek was waar je heen moest om je hond te registreren.
Dus dat het ook wel het hondenhuis genoemd werd.
En hij was ook iemand die dan wel in Nederland geboren was, maar dan ook weer ouders had of een moeder die dan was meegenomen naar Nederland.
En dan wel in een gezin terecht was gekomen met een goede status.
Dus vandaar dat hij in die positie terecht is gekomen.
Dide:
Wat gebeurde hier? Dit is ongeveer halverwege het tapijt.
Amber:
Ja, dit is Christian Hendrik Koopman.
Hij was een predikant uit Staphorst en ook iemand die opkwam tegen de slavernij.
Hij noemde het mensenstelerij eigenlijk.
Dat ik ook een heel mooi woord vond.
En ik vind het ook tijdens het maken en tijdens het lezen van dit boek dat ik ook heel veel bezig hield met hoe het de dag van vandaag, ja, hoe mensen ernaar kijken.
En natuurlijk zal je Staphorst dan niet als locatie omschrijven waar ze heel open-minded zijn of wat we ook wel met de hele Zwarte Pieten gebeuren hebben gezien.
En als ik dan zo'n boek lees en zie dat er dan juist wel vroeger zo'n man uit Staphorst was die dan een club opstart om hier tegen gas te geven.
Ja, dan vind ik dat wel zo opmerkelijk dat ik dat graag in het tapijt wil betrekken, ook om te laten zien hoe het anders kan.
Dide:
Is het je bevallen deze manier van werken, zo vanuit een verhaal?
Amber:
Ja, ik vond het heel fijn dat ik ook heel veel vrijheid kreeg, want het is natuurlijk best een dik boek met heel veel verhalen.
Maar dat wel echt aan mij werd gelaten om te kijken welke verhalen ik erin wilde gebruiken.
Dus ja, ik vond het wel prettig om dat boek te lezen en dan ontzettend illustratie.
Dide:
Dat is ook wel bijzonder eigenlijk, want dan schrijf je ook een deel van de geschiedenis, zeg maar.
Amber:
Ja, want het is natuurlijk ook niet het boek is gewoon de bron waar alles in staat, tot in detail uitgelegd.
Dit is een snippertje ervan wat ik dan heb omgezet in illustratie.
Dus het is ondersteuning meer en dan vooral mijn visie erop.
Dide:
Terug naar Utrecht en niet naar zomaar een plek. Ik ga naar Landhuis Oud Amelisweerd.
Een van de zeven locaties waar wordt gewerkt aan het Utrechtse Wandkleed.
Het is een prachtig oud huis en museum en er wordt volop gewerkt.
Nou, jullie hebben al een mooi stuk gemaakt hier. Hoe lang zijn jullie hier al bezig?
Zita/andere vrijwilliger
We zijn nu vijf weken, zes weken.
Hallo,
Dide:
Zita is edelsmit, beeldend kunstenaar en kunstdocent.
Om haar handen, haar nek en in haar oren zie ik prachtige zelfgemaakte sieraden.
En ze laat me enthousiast zien waar ze mee bezig was.
Zita:
We lopen nu om een heel groot doek heen.
Wat ik nu aan het doen was is punchen.
Ja, maak je eigenlijk lusjes aan de andere kant van het doek.
En je ziet dat het niet heel erg snel gaat.
Dide:
Je moet wel geduld hebben, ja.
Zita:
Ja, je moet veel geduld hebben.
Dide:
Ook wordt er gequilt en geborduurd.
Zita/andere vrijwilliger
Dit is een vuist en dit is dan weer de Bayeux steek.
Zita/andere vrijwilliger:
En zo is dat hele wandtapijt van Bayeux in Frankrijk gemaakt met deze steek.
Dide:
Zita en ik zoeken een rustig plekje op zolder.
Ze vertelt hoe ze samen met een vriendin op de website van het Landhuis las over dit project.
Zita:
Toen was ik eigenlijk meteen gefascineerd door het feit dat je zelf een onderdeel kan zijn van een kunstwerk.
En het onderwerp en de plek.
Ja, en ik dacht dat is ook echt leuk om samen te doen.
Dus toen hebben wij met z'n tweeën een afspraak gemaakt.
En toen hebben we hier op een zaterdag de hele middag zitten punchen aan het wandkleed.
En ja, zo begon het.
En ja, eigenlijk tegelijk dat ik dacht oh daar wil ik aan meedoen, dacht ik ook aan mijn leerlingen.
En wat ik heel interessant vind aan dit project is dat het naast het maken, het aspect van zelf kunnen deelnemen, vertelt het ook een belangrijk verhaal.
Wat ik ze graag mee wil geven, niet alleen omdat ik dat persoonlijk heel belangrijk vind,
maar het is ook echt examenstof voor deze leerlingen die eind van het komende schooljaar kunstgeschiedenis examen gaan doen.
En de zeventiende eeuw is een belangrijk onderdeel daarvan.
En ja, het slavernijverleden van Nederland speelt een hele belangrijke rol.
Maar is naar mijn idee erg onbelicht, onderbelicht in de schoolboeken.
En dan daarnaast nog vind ik het heel mooi dat ze zien hoe je met kunst een verhaal kan vertellen.
Dus ik werd helemaal enthousiast, begrijp je.
Dide:
Zita raakt geïnteresseerd in het onderwerp en verdiept zich volledig in het slavernijverleden van Utrecht.
En ze herkent op het ontwerp van kunstenaar Mounir de Vries, allemaal gebouwen waar ze vaak langskomt.
Zita:
Zoals de winkel van Sinkel en het Stadhuis.
Dat zijn allemaal gebouwen waar ook mijn leerlingen toch heel regelmatig langs fietsen of wandelen.
Maar waarvan ze denk ik niet heel veel weten.
Dide:
En het onderwerp, je zei al dat ik vind dat dat vaak wel toch wat onderbelicht wordt in de schoolboeken.
Heb je het daar dan wel eens met ze al over gehad?
Zita:
Ja, jawel, maar ik denk dat ik daar toch nog meer nadruk op ga leggen. Zoals het in het boek wat wij gebruiken verteld wordt, gaat het toch heel erg over...
Er was veel welvaart in de 17e eeuw. Mensen verdienden hun geld met handel.
VOC, WIC wordt wel genoemd, maar een soort van oppervlakkig eigenlijk.
Ik denk dat het belangrijk is om je te realiseren hoe groot de impact eigenlijk was op de hele samenleving. Want indirect profiteerde iedereen daarvan.
Dat geld wat verdiend werd door die handelaren vond zijn weg in de maatschappij.
En daardoor had eigenlijk de hele burgerij het goed.
En die gingen ook allemaal kunst kopen.
Dus daarom werd er gigantisch veel geschilderd. Er zijn echt miljoenen schilderijen gemaakt in die tijd.
En eigenlijk komt dat toch indirect voort uit ons slavernijverleden.
Dide:
En waarom is dat goed om te weten voor die leerlingen?
Zita:
Ik vind dat je alles in de juiste context moet kunnen plaatsen.
Dat ze ook moeten weten waar dingen vandaan komen.
En wat de gevolgen zijn geweest van bepaalde acties uit het verleden.
Dide:
Want wat was jouw kennis van tevoren over het slavernijverleden van Utrecht?
Zita:
Nul. Echt niks.
Ja, nee, dat lees ik nu pas allemaal.
Ja, ik leer ook iedere dag.
Ricardo:
Het nationale project overziend is het heel erg belangrijk dat je straks twaalf wandkleden krijgt die heel specifiek zijn over die sporen van het slavernijverleden van de desbetreffende provincie.
In Utrecht hebben we bijvoorbeeld het landschap erfgoed Utrecht gevraagd: Kun je voor ons de belangrijkste feiten over sporen van het slavernijverleden voor de hele provincie, kun je daar een soort document van maken waarin verhalen staan, waar beeldmateriaal verzameld is.
En dat we dat aan de kunstenaar geven. Dus we hebben wel een voorselectie gemaakt, want anders zou het teveel gaan. En je moet heel specifiek zijn.
Dus in die beeldtaal wil je heel graag verbeeld hebben dat mensen direct herkennen, oh dat is van Utrecht.
Dide:
Ja, dat gaat over ons.
Ricardo:
Of dat is straks van Drenthe. Of dat is Zeeland. Want anders krijg je straks twaalf wandkleden die allemaal op elkaar lijken.
En wat je heel graag wil, is dat die wandkleden heel zo specifiek zijn.
Nou, dit is het verhaal van die desbetreffende provincie.
Een van de mensen die had meegeholpen in Groningen, zij zei ik had helemaal geen idee dat het slavernijverleden onderdeel is van mijn eigen geschiedenis.
Want wij waren boeren hier in Groningen.
Ze zegt, ik dacht altijd dat het iets was van die Hollanders.
En toen zei ze ook gewoon, door dit project heb ik geleerd dat het ook over mijzelf gaat.
En dat is denk ik de kracht.
Dat het niet van belang is dat je het mensen door de strot duwt.
Daar gaat het helemaal niet om.
Dat we iets hebben gecreëerd waar heel veel mensen plezier aan beleven.
En het gaat ergens over.
Dus toen het klaar was, hebben we iedereen uitgenodigd.
Nou, en je zag al die mensen krioelen rondom dat wandkleed.
En aanwijzen, dit heb ik dat gedaan.
En nou, het was, ja ik krijg er nog steeds kippenvel van.
Want ik vond het zo geweldig.
Ja, Stichting Groningen Kerken is dat project gestart.
Ik heb het bedacht binnen mijn opdracht.
Maar eigenlijk is dat wandkleed van al die 400 mensen.
Want zij hebben het gemaakt.
Het is ook niet van Hedy die het ontwerp heeft gemaakt.
Het is eigenlijk van die 400 mensen geworden.
Dat samen maken, samen aan iets werken.
Binnen een sociale setting.
Ja, dat geeft zoveel plezier.
Dide:
Ja, dat is grappig.
Maar dat het juist plezier associeer je niet gelijk met die geschiedenis.
Dat heeft iets heel erg, dat wringt ook ergens.
Ricardo:
Nee, klopt. En daarom is dat project heel erg goed.
Het komt uit mijn mond, maar het is goed omdat het in eerste instantie mensen op iets anders aanspreekt. Kom helpen maken. Laten we het samen doen.
Ik zorg dat alles er is. Je hoeft alleen maar naartoe te komen en help ons.
Dide:
Is het ook niet ergens jammer dat mensen, voordat ze interesse tonen in die geschiedenis, dat ze niet voor de gek moeten worden gehouden, maar wel een beetje...
Ricardo:
Nee, je verleidt ze. En het is niet zo dat we het alleen maar hebben over 'kom ons helpen over wandkleed’. We zeggen wel waar het over gaat.
Dus 'kom ons helpen met het maken van de wandkleed, textiel’. Wordt geborduurd, wordt gequilt wordt getuft, wordt gepunched.
Kom ons helpen. Maar het gaat wel hierover.
Maar in eerste instantie lezen ze over 'kom ons helpen met het wandkleed maken'.
Omdat je mensen, je spreekt hen direct aan op iets wat ze leuk vinden om te doen.
Dat is in eerste instantie waar je mensen op aanspreekt, waarom ze komen.
Dide:
Ja, ik vindt het wel mooi. Je verleidt ze op de een of andere manier.
Ricardo:
Ja, zonder dat je niet vertelt waar het over gaat. Want je moet gewoon vertellen waar het over gaat.
Maar dat is niet de hoofdzaak. Voor ons wel, maar voor hen niet.
Dide:
Kun je daar iets over vertellen, over jouw ontwerp? Misschien kunnen we daar ook even naar kijken.
Amber:
Ja, dan zal ik hem even bijpakken.
Dan leg ik hem even zo neer.
Ik ben gestart met het verhaal van een van de nazaten over de Katanga Nengre.
Dit was een groep die eigenlijk in opstand kwam tegen de omstandigheden waaronder ze behandeld werden.
Deze groep werd dan neergezet als de gestoorde man of gestoorde mensen.
Terwijl het eigenlijk gewoon mensen waren die uiteindelijk allemaal niet meer pikten en opkwamen voor hun rechten.
Dus daar start het mee.
Ik heb ook elementen in het wandtapijt die terugkomen, zoals de gebroken ketenen.
En eigenlijk bij alle onderdelen waar mensen in opstand of iets komen, zal je deze ketenen ook weer terug zien komen.
Dus deze is bij de start, maar ook ergens halverwege zal je die ook weer terug zien komen. Als een soort van rode lijn ook door het tapijt heen.
Dide:
En we zien natuurlijk heel veel kleur, maar de verhalen daarachter zijn heel pijnlijk.
Wat doet dat met jou om dit hier zo diep in te duiken?
Amber
Er waren wel wat verhalen in het boek die ook gewoon zo pijnlijk waren dat ik soms ook wel even dacht van nu is het ook wel weer genoeg voor vandaag.
Want veel dingen zijn niet fraai natuurlijk.
En als je dan een lange tijd intens bezig bent met het lezen van ellende, dan merk ik ook wel dat het op een gegeven moment iets met mijn gemoedstoestand gaat doen.
Dus ja, soms had ik wel zoiets van oké, voor vandaag zijn we er even klaar mee.
We gaan even door met vrolijke dingen.
Dide:
En wie is dit?
Amber: Dat is Dientje uit Kampen. Zij is een meisje die ook is meegenomen naar Kampen dus toen die tijd. Maar wat bijzonder is bij dit verhaal is dat ze later als vrije vrouw mocht terugkeren naar Demerary.
En toen heeft ze dus ook echt een brief gekregen waarin stond dat ze een vrije vrouw was. Dan word je als meisje meegenomen naar een dorp in Overijssel. En dan kan je op latere leeftijd opeens teruggaan naar wat je thuis zou moeten zijn.
Maar in hoeverre is dat nog je thuis?
Ik kan mezelf gewoon voorstellen als je op zo'n jonge leeftijd naar een plek komt die zo onbekend voor je is.
Dat je op een gegeven moment niet meer weet wat thuis is.
Omdat je gewoon meegroeit met wat dan de norm voor je is.
Dide:
En hoe zit dat bij jou persoonlijk? Als ik dat mag vragen wat is jouw culturele achtergrond? En heb je daar nog meer over geleerd door dit project?
Amber:
Nou dat is ook het ding. Zelf heb ik niet roots die in Suriname of in de Nederlandse kolonie liggen. Mijn vader die komt van Grenada. Dat is een klein en ook wel onbekend eilandje in het Caribisch gebied. Dat is een Engelse kolonie geweest. Of nog steeds onder de macht van Engeland.
Maar sowieso in Nederland zijn mensen er niet zo mee bezig. Omdat het voornamelijk gaat over de Nederlandse kolonie.
Dus soms staat het wel wat verder van me af natuurlijk.
Maar uiteindelijk weten we eigenlijk allemaal niet precies waar onze roots liggen.
Omdat natuurlijk mensen van over de hele wereld zijn meegenomen.
En niet geregistreerd is waar vandaan. Dus eigenlijk zitten we allemaal in hetzelfde schuitje.
Dide:
Aangezien het 35 vierkante meter lang is, is er natuurlijk nog veel meer te vertellen over het ontwerp van Amber. En over alle andere ontwerpen.
Wil je er meer over weten, hou dan de website van Draden van ons Nederlandse slavernijverleden in de gaten.
Als deze podcast uitkomt, kun je namelijk nog meewerken aan het wandtapijt van Overijssel en vele andere provincies.
Zita:
Ik vind het heel interessant om te zien hoe zo'n project als dit allerlei verschillende mensen bij elkaar brengt. Ik kwam sowieso met een vriendin hier.
En er zijn ook weer andere mensen in mijn omgeving die nu zeggen 'leuk, we gaan ook kijken daar'.
Dat is een soort inktvlek ofzo. Je komt iedere keer nieuwe mensen tegen. Dus dat is leuk. En als ik zo bezig ben, dan hoor ik mensen ook de hele tijd zeggen van 'ja, ik kom zo, maar ik moet nog even dit stukje afmaken’. Het is heel verslavend ofzo.
Je bent dan met een vlakje bezig en dan wil je dat afhebben. Dat herken ik bij heel veel mensen.
Die wil om iets te maken. Ja, en je werkt wel ergens aan.
Dus dat idee dat het iets heel groots wordt, vind ik er ook mooi aan.
Dide:
Ja, dat je daar toch een deel van uitmaakt en straks kan zien van 'oh, dat stukje is van mij ook wel'.
Zita:
Ja, dat ook. Want dat viel me ook op toen ik vandaag weer binnenkwam. Dat ik dan meteen ging kijken van 'oh ja, waar is mijn stukje?'
En wat is er gebeurd daar omheen?
Dide:
Bij veel van de locaties waar gewerkt wordt, kunnen bezoekers ook spontaan beslissen om mee te doen.
Zita:
Ik hoorde net een van de vrijwilligers vertellen dat er dan ook wel discussies ontstaan met mensen die het landhuis bezoeken.
Ja, die dan zeggen van 'nou ja, maar ik ga mij niet schuldig voelen over wat mijn voorouders hebben uitgespookt in het verleden'.
Dus ja, die een beetje kritisch zijn of zo.
Dus ja, het brengt ook wel gesprekken teweeg.
Dide:
Hoe denk jij daarover als je dat dan hoort?
Zita:
Ik denk niet dat je er schuldig over hoeft te voelen, maar je moet je er wel bewust van zijn. Dus het is altijd
goed om jezelf te informeren. Maar dat zijn twee losse dingen in mijn optiek.
Je moet wel weten dat dit gebeurd is en dat dit een onderdeel van onze geschiedenis is. Zonder dat jij daar zelf direct iets aan kan doen misschien, maar het is wel gebeurd.
Dide:
Ik zie in Zita een enorm toegewijde docent.
Waarom is het voor haar zo belangrijk om haar leerlingen iets mee te geven?
Zita:
Ja, een van de redenen dat ik docent ben is dat ik denk dat een betere wereld begint bij de jeugd. Als wij zorgen dat mensen tijdens hun opleiding belangrijke dingen leren, hoop ik dat ze met respect voor elkaar en voor de wereld met elkaar omgaan.
En ja, daar zit het verschil volgens mij.
Op het moment dat je mensen dingen leert, komen ze verder.
Vaak gebeuren dingen ook uit de onwetendheid.
Dus ik denk dat kennis een hele belangrijke schakel is in het maken van een betere wereld. Dus ja, ik wil ze daar graag dingen over leren.
Hoe wij met elkaar omgaan als mensen, een basisvoorwaarde is volgens mij voor een gelukkig leven.
Dat je respectvol omgaat met de mensen om je heen.
Dide:
Geloof jij in dat dit soort kunstprojecten mensen kunnen veranderen? Kunnen zorgen voor een verandering?
Ricardo
Ik geloof niet direct in veranderen. Maar ik geloof wel in bepaalde vormen van bewustwording. En dat had ook vooral te maken met de tijd.
Kijk, als het een dag duurt, is het wat anders als iets vijf maanden duurt.
Want die vijf maanden geven je ruimte om over na te denken waar je mee bezig bent.
Niet alleen maar die handwerktechnieken die je gebruikt, maar ook over het verhaal waar je mee bent geconfronteerd of wat je hebt leren kennen.
Dus je gaat erover nadenken.
Dus die tijdspanne van zo lang, dat is heel, heel, heel belangrijk.
Maar de bewustwording gaat niet vanaf ik hoor iets van jou en ik ben het direct morgen bewust. Je hebt tijd nodig om erover na te denken.
Weer over na te denken. Met anderen erover te praten.
Misschien ga je zelf iets lezen, ga je dingen uitzoeken.
Dat vond ik heel erg belangrijk.
Misschien is dat de verandering eigenlijk waar ik het over heb.
Dat in eerste instantie mensen dachten dat het geen onderdeel van mijn eigen geschiedenis is.
Naar verandering dan; Maar ik heb nu geleerd dat het gewoon onderdeel is van mijn eigen geschiedenis.
Dide:
Wat hoop je van het project als straks over een paar jaar al die wandkleden er zijn? Wat hoop je dat er dan gebeurd is?
Ricardo:
Ik hoop heel erg dat al die wandkleden elk jaar onderdeel worden van de herdenking en de afschaffing van de slavernij. Het zou heel tof zijn als het ergens permanent getoond kan worden.
Maar de eerste stap is iemand moet eigenaar worden. Zodat het in ieder geval voor het behoud en beheer van de toekomst geborgen is.
Ik denk dat dit het nieuwe erfgoed is die niet vanuit één groep maar door inwoners van heel Nederland is gemaakt.
Dide:
Dank voor het luisteren naar Wij zijn Kunstenaar.
Dank Ricardo, Amber en Zita.
De volgende aflevering gaat over het project Moed.
Een voorstelling van PS Theater en Mahfoud Mokkadem over kansenongelijkheid in het onderwijs.
Vol verhalen van leerlingen en hun docent die weinig aansluiting vinden bij het onderwijssysteem en zich afvragen waar doe ik het voor.
Daarover volgende keer meer.
Abonneer je op Wij zijn Kunstenaar om niks te missen.
Deze podcast is een productie van De Makers Podcast en werd gemaakt door mij, Dide Vonk. De muziek die je hoort is van David Schwarz en de audiomixage is gedaan door Sonya Vos.
De initiatieven die belicht worden in de podcast krijgen steun van het Vriendenloterijfonds.
Mogelijk gemaakt door de deelnemers van de Vriendenloterij.
Meer weten over de mooie projecten die zij ondersteunen?
Ga naar vriendenloterijfonds.nl