Met groene kracht vooruit

De chemische industrie is belangrijk voor de circulaire economie. Zij kunnen plastic afval immers recyclen naar nieuwe grondstoffen. Maar hoe doen ze dat, en aan welke producten moeten we dan precies denken?

Te gast: Paul de Hoog (Shell), Djoeke Altena (Neste)

What is Met groene kracht vooruit?

Het Havenbedrijf Rotterdam werkt samen met bedrijven in de haven en de overheid aan een toekomstbestendige haven. Een haven waar bedrijven nu en in de toekomst kunnen floreren en zorgen voor inkomsten en banen. En dat alles met een zo minimaal mogelijke impact op het klimaat en de natuur.

Djoeke Altena (Neste):

Enerzijds het het belang van samenwerking om deze transitie te realiseren. Want als je die lineaire economie wilt omzetten in een circulaire economie dan heb je de hele keten eigenlijk nodig.

Celwin Frenzen (Host):

Welkom bij met Groene kracht vooruit. De podcast waarin we vol in de energie en grondstoffenransitie in de Rotterdamse haven duiken. Want er vindt niet één transitie plaats, maar twee. In dit derde seizoen ga ik op onderzoek naar die tweede transitie, de grondstoffenransitie. We willen van een lineaire economie waar afval een eindpunt is, naar een circulaire economie waar afval hergebruikt wordt als grondstof.

Celwin Frenzen (Host):

Een goed voorbeeld hiervan is de plastic waardeketen. Want dat we plastic kunnen recyclen, dat weten we al langer. Maar hoe we dat doen en waarom we dat nog veel meer moeten doen, daar gaan we in deze aflevering achter komen. In deze aflevering spreek ik met Paul de Hoog van Shell en Juke Altena van Nesten. Twee mannen van twee bedrijven die al lange tijd actief zijn in de chemische sector.

Celwin Frenzen (Host):

Ik begin deze aflevering bij Shell, waar ik met Paul de Hoog heb afgesproken. Paul is business opportunity Manager en ontwikkelt in zijn functie circulaire waardeketens. Daarin wordt gewerkt met verschillende basis chemicaliën waaruit je verschillende soorten plastics kunt maken. Die kunnen we weer terugvinden in bijvoorbeeld voedselverpakkingen of isolatiemateriaal voor je huis. Ik ben dan ook benieuwd, hoe zit die immense plastic waardeketen precies in elkaar?

Paul de Hoog (Shell):

Ja, het begint eigenlijk al in met schepen van ruwe olie die binnen gevaren worden in Rotterdam. Rotterdam heeft eigenlijk hele grote raffinagecapaciteit. Verschillende bedrijven waaronder Shell raffineren die olie in allerlei typen voeding of brandstoffen. Één van de voeding is bijvoorbeeld NafDA. NafDA wordt weer gebruikt in de chemische industrie op hele grote schaal.

Celwin Frenzen (Host):

En wat is NafDA?

Paul de Hoog (Shell):

NafDA is eigenlijk een hele lichte fractie van de ruwe olie. Dus met een vrij laag kookpunt. En dit wordt inderdaad als een beetje in kerosine bijvoorbeeld gebruikt of in benzine, maar voornamelijk ook voor de chemische industrie. Chemische industrie, dus wij als Shell rafferen het in penis. Vervolgens gaat het via leidingnetwerk bijvoorbeeld naar Moerdijk, waar we een grote chemische plan bestaan.

Paul de Hoog (Shell):

Maar ook verder richting bijvoorbeeld Duitsland. Dus als de NafDA in Moerdijk is aangekomen dat noemen we een kraker. Die kraker neemt die voeding in van dat proces en die maakt allerlei basischemicaliën. Die worden voor allerlei type doeleinden gebruikt. Eigenlijk moet je denken dat in een normale dag wel dertig keer een product aan wat vervaardigd is door de chemische industrie.

Paul de Hoog (Shell):

Dan moet je denken: Plastic, shampoo's, personal care Van alles en nog wat. Je kan het zo gek niet bedenken. De halve auto is gemaakt van plastics of een basis chemicaliën. Maar ook bijvoorbeeld medicinale, dus de spuiten en dat soort dingen zie je eigenlijk weer terugkomen. Dat dat allemaal in de chemische industrie gemaakt wordt.

Paul de Hoog (Shell):

Die basischemicaliën, bijvoorbeeld etleen, is een mooi voorbeeld om dat even te gebruiken. Dat wordt dan verder gemaakt door andere bedrijven. Dus Shell doet dat niet in Europa. Door andere bedrijven wordt daar polyethyleen van gemaakt. En die polyethyleen wordt voor van alles en nog wat gebruikt.

Paul de Hoog (Shell):

Meest bekende dingen die we dagelijks in onze handen zijn, zijn folietjes. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan een folietje om een komkommer. Veel van deze plastics eindigen helaas wel in de vuilnisbak. Dus wat je ziet, zeker bij polyethyleen, is dat het voornamelijk richting de afvalwereld gaat. Neem bijvoorbeeld een colafles, een petfles.

Paul de Hoog (Shell):

Die worden wel goed ingezameld. En daar worden weer vervolgens nieuwe petflessen van gemaakt. Van heel veel andere plastics eindigen bij het afval. In Nederland is eigenlijk de afvalinzameling ontzettend goed. Dus je vindt op straat of op strand of waar dan ook heel weinig afval.

Paul de Hoog (Shell):

Dus je ziet dat we een ontzettend goed verge voor dit systeem hebben om het afval netjes in te zamelen. En in Nederland doen we eigenlijk ook al behoorlijk veel aan nasortering. Wat ik met nasortering eigenlijk bedoel is dat daar bijvoorbeeld de biostoffen uitgehaald worden. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan nog voedsel en dat soort dingen. Dat wordt bijvoorbeeld maken we daar weer gas van op grote schaal.

Paul de Hoog (Shell):

Er worden ook plastics uitgehaald, metalen worden eruit gehaald, glas, hout. Dat soort dingen worden allemaal in een nasortering gedaan. En uit die plastics die we uit de nasortering halen, die kun je bijvoorbeeld ook weer recyclen. Helaas vanuit dat gerecycled plastic is nog steeds wel dat meer dan de helft op dit moment verbrand wordt. Verbrand is niet Je maakt er nog steeds elektriciteit van of warmte.

Paul de Hoog (Shell):

Maar het meeste van de, dus meer dan de helft van plastic wordt nog wel steeds in Nederland omgezet in Kooldioxide helaas. En dan is Nederland nog wel een van de betere landen in de wereld. Dus onze recycling rate ligt veel hoger als als bijvoorbeeld Zuid-Europese landen of Aziatische landen.

Celwin Frenzen (Host):

De waardeketen is dus groot met al die verschillende soorten plastics en inzamelprocessen. Maar waar bevindt Shell zich in deze waardeketen?

Paul de Hoog (Shell):

Start eigenlijk met de ruwe olie. Die halen we uit de grond, kopen we ook in. Vervolgens wordt dat geraffineerd. Dat gaat dan naar onze chemische plant, voornamelijk in Moerdijk, maar ook in Westeling in Duitsland. En daar maken we basischemicaliën.

Paul de Hoog (Shell):

En die basischemicaliën die verkopen wij dan weer door aan andere klanten die er plastics van maken. En de kraken die weer Moerdijk hebben, bestaan dus ook een van de grootste in Europa wat dat betreft.

Celwin Frenzen (Host):

Wat doet zo'n plastickraker precies?

Paul de Hoog (Shell):

Ja, dus in de kraken zelf gaat Nafa. En uit die kraken eigenlijk wat die doet die brengt die Nafa op hele hoge temperatuur.

Celwin Frenzen (Host):

Mhmm.

Paul de Hoog (Shell):

En dan valt die Nafa uit elkaar in echt heel veel verschillende producten. Nou, dan zit er achter die kraken zit een heel proces om al die producten eruit te halen. Dus wat er uiteindelijk uitkomt zijn allemaal hele schone producten als etelleen, Probaline, butadien. En daar worden dus weer allerlei verschillende producten van gemaakt. Maar de kraker is echt de eerste stap in het chemische proces.

Celwin Frenzen (Host):

Zoals ik eerder al benoemde willen we dus van een lineaire economie naar een circulaire economie. Om al die basis chemicaliën opnieuw te kunnen gebruiken. Maar hoe gaan we dat bereiken?

Paul de Hoog (Shell):

Misschien nog even goed om te beginnen met hoe we het nu doen. Want het gebeurt op best groot schaal al op dit moment. Dus in Nederland zie je dat ook terug. En het begint eigenlijk met het afval verder sorteren. Dus dat je eigenlijk inderdaad metaal, glas en plastic eruit haalt.

Paul de Hoog (Shell):

Dus losmaakt van alle andere verstanddelen die in het afval zitten. En dan zelfs het type plastics nog verder gaat scheiden. Dus dat je bijvoorbeeld de drinkflessen van Coca Cola of wat dan ook, dat die allemaal op één plek terechtkomen. Zodat het type plastic dat je dat weer schoon kan maken om vervolgens dan te gaan hergebruiken. Dus dat gebeurt nu met wat we noemen mechanisch recycling.

Paul de Hoog (Shell):

Dus daar gebeurt eigenlijk geen andere stap meer dan dat het plastic heel goed gesorteerd wordt. Heel goed schoongemaakt wordt. Dan worden er vaak nog kleine stukjes van gemaakt en dat noemen we dan bijvoorbeeld pallets. En die worden dan weer verkocht om nieuwe flessen van te smelten. Dus vanuit die pallets kun je makkelijk dat je het plastic weer smelt.

Paul de Hoog (Shell):

En dan kun je wel allerlei producten van haken.

Celwin Frenzen (Host):

Precies.

Paul de Hoog (Shell):

Ja. Nou, de tweede waar we nu mee bezig zijn, want we willen natuurlijk ook heel graag ervoor zorgen dat die vijftig procent van plastic wat nu nog verbrand wordt, dat we dat terug gaan winnen. En niet alleen maar terugwinnen, maar dat we er ook weer producten van maken waar we wat aan hebben. Wat je dus ziet is dat die Dat willen we door middel van Chemisch recycling doen. Er zijn verschillende typen Chemisch recycle methodes.

Paul de Hoog (Shell):

En eigenlijk zijn die allemaal nog in ontwikkeling. Dus je ziet op dat moment dat de waardeketen eigenlijk ophoudt bij het plastic inzamelen en gedeeltelijk sorteren.

Djoeke Altena (Neste):

En

Paul de Hoog (Shell):

uit dat sorteren komen ook plastic fracties waar nu eigenlijk het mechanische recycling niks meer mee kan. Nou willen we kijken of je dan door middel van chemische recycling die weer kan Een van de technologieën waar we naar kijken is pyrolyse. Pyrolyse is eigenlijk je smelt het plastic, vervolgens verwarm je het verder door naar bijvoorbeeld een graad of vierhonderd. En dan valt het plastic weer uit elkaar. En dan hou je eigenlijk drie producten over.

Paul de Hoog (Shell):

Een gas, een vaste stof en een vloeistof. En die vloeistof noemen wij pyrolyseolie. En die pyrolyseolie heeft dan nog wel alle vervuiling die op en in het plastic zat zit dan in die olie. Dus die olie moet verder opgeschoond worden voordat die daadwerkelijk weer op groot schaal gebruikt kan worden om fossiele voeding in de kraker te vervangen. Maar dan is wel de cirkel rond.

Celwin Frenzen (Host):

Ja, precies. Dan vervangt die die Naafa die er in het begin in deed.

Paul de Hoog (Shell):

Precies, precies. Ja, precies dat. Dus wat je eigenlijk ziet om het circulair te maken zijn een aantal stappen nodig. Dus er moet meer afval moeten gesorteerd worden. Want heel veel afval in Nederland gaat nog direct de vuilverbranding in.

Paul de Hoog (Shell):

Dus dat sorteren moet op groot schaal gebeuren. Dan moet er geïnvesteerd worden in allerlei chemische recycling technieken. En het leuke van het opzetten van die nieuwe technieken is dit is eigenlijk het eerste moment waarbij de afvalmarkt de chemische markt ontmoet. Dus behalve dat we investeren in nieuwe technieken moeten we ook heel veel investeren in samenwerking. Gewoon en in kennis, want je moet elkaar leren begrijpen.

Paul de Hoog (Shell):

Er is een discussie die ik had met een afvalsorteerder was ik heel erg bezorgd wat er allemaal in het plastic zat. Terwijl die afvalsorteren juist praten wat er op het plastic zat. Want als je natuurlijk plastic in afval gooit, dan zit er gewoon zand, stukjes hout, voedselresten, water. Dat zit allemaal op het zorgen had over de labels die erop zitten en de kleurstoffen die daarvoor gebruikt worden. Dus het is ook heel belangrijk om met elkaar te investeren.

Paul de Hoog (Shell):

Snappen we nou echt wat er gebeurt? Want uiteindelijk wat wilt is dat die keten op dat moment veel beter gesloten wordt. Dus dat eigenlijk op dat moment zij sorteren en iets maken wat voor de chemische industrie en voor verschillende technieken allemaal gebruikt weer kan worden. Om bijvoorbeeld het pyrolyse proces te doen. En wat je ziet is het pyrolyse proces nu vooral kleine bedrijfjes die hun techniek aan het bouwen zijn.

Paul de Hoog (Shell):

Een mooi voorbeeld is is Blue Ab waar we mee samenwerken. Maar ook Prime, die in Rotterdam, in de haven is. Die zijn aan het opstarten. Die hebben hun eerste trucks pirolyseolie gemaakt. Dus ze is ook continu leren om dat proces te verbeteren et cetera.

Paul de Hoog (Shell):

En dan vervolgens moet het nog opschoond worden om het echt op grote schaal in te kunnen nemen. Waar we ook nog naartoe willen, en daar is ook een hele belangrijke stap, is dat we richting design voor recycling gaan. Heel veel verpakkingen nemen nu een mooi voorbeeld een chipszak. Als je een chipszak pakt, die glimmooi, zit een fancy label op. Er zit een aluminium folietje aan de binnenkant.

Paul de Hoog (Shell):

Er zitten twee, drie verschillende plastic soorten in zo'n chipzak. Dus in principe kun je met zo'n chipzak niks meer dan nog verbranden. Dus je wil naar toe dat bijvoorbeeld ook chipzakken gedesigned worden, zodat ze later in het systeem als ze uit het afval gehaald zijn bijvoorbeeld mechanisch of chemisch nog gerecycled kunnen worden. Dus iedereen in die keten, ja, die heeft een bepaalde taak om om te verbeteren om ervoor te zorgen dat de keten daadwerkelijk gesloten kan worden.

Celwin Frenzen (Host):

Ik ben benieuwd hoe Shell naar de circulaire economie kijkt als bedrijf zijnde. Zijn er bijvoorbeeld al investeringen gedaan om deze waardeketens verder op gang te krijgen?

Paul de Hoog (Shell):

Vanuit Shell zijn we eigenlijk al een jaren vijf, zes echt heel actief bezig met het ontwikkelen van de keten. En wij zijn eigenlijk begonnen aan de achterkant van de keten. Dus hoe kunnen we er nou voor zorgen dat we aan die markt gaan trekken? Dus dat er een grote klant zoals Shell is die probeert om die volumes op gang te krijgen. Wat we ontwikkeld hebben in Moerdijk nu en dat project is nu zo goed als af, dus dan zijn we echt bezig met het opstarten van die nieuwe fabriek, is het opschonen van de pyrolyseolie.

Paul de Hoog (Shell):

Daar zijn we mee begonnen. We noemen market development upgraden. En dat is ook echt bedoeling om dan alle bedrijfjes die bezig zijn met pyrolyse dat ze in ieder geval een grote klant hebben. Dus als ze investeren dat hun investeringsbeslissing ook economisch haalbaar is. Omdat ze direct een klant hebben waar al het volume heen kan.

Paul de Hoog (Shell):

Dus daar zijn we eigenlijk begonnen om aan die markt te gaan trekken. Dat is ook een nieuwe technologie. Dus wij zullen ook een heleboel moeten leren en ook moeten gaan samenwerken met die pioniers partijen. Dus wij zijn ook met die wetenschap zijn we ook een stapje teruggegaan. We hebben bijvoorbeeld ook geïnvesteerd in bedrijf BlueAlp.

Paul de Hoog (Shell):

Dus wij zijn mede aandeelhouder van BlueAlp. Ook gewoon om hun te helpen met het verder ontwikkelen van hun technologie. Ja.

Celwin Frenzen (Host):

En wat doet BlueAlp?

Paul de Hoog (Shell):

Ja, BlueAlp die heeft eigenlijk als één van de eerste bedrijven een pyrolyse fabriek neergezet. Die is ontwikkeld door het bedrijf Renassi, maar die maakt gebruik van de BlueAlp-technologie. En dat was de eerste fabriek, zeg op commerciële schaal. Dus daar maken ze een tien, twaalf kilon pirrolyse olie. Dus dan moet je vijftien, zestien kilon aan plastic moeten innemen.

Paul de Hoog (Shell):

En die produceert eigenlijk al drie jaar lang succesvol pyrolyse olie vanuit afval plastic.

Djoeke Altena (Neste):

Oké.

Paul de Hoog (Shell):

Hè, dus die zijn best wel vergevorderd al in hun ontwikkeling om dit echt op gang te krijgen.

Celwin Frenzen (Host):

Ja, en dat is dan ook weer een mooi voorbeeld denk ik van die samenwerking waar je het eerder over had. Dat bedrijven het samen moeten gaan doen.

Paul de Hoog (Shell):

Absoluut, absoluut. Want voor voor zo'n pyrolyse partij bijvoorbeeld. Kijk wij hebben ook onze basis chemicaliën liggen naar heel veel klanten. Die hebben daar ook weer interesse in. Dus het is echt proberen om op die manier die hele keten met elkaar in gesprek te laten raken.

Celwin Frenzen (Host):

Shell is niet het enige bedrijf op chemisch gebied in de Rotterdamse haven dat zich bezig houdt met de circulaire economie. Zo is er bijvoorbeeld ook nesten. Ik heb afgesproken met Juke Aldena, verantwoordelijk voor de public en regulatory affaire voor het bedrijf. Laten we even bij het begin beginnen. Wat doet nesten allemaal?

Djoeke Altena (Neste):

Nesten raffineert afval en reststromen naar hernieuwbare brandstoffen en hernieuwbare grondstoffen voor de chemische industrie. Ja. Wij hebben hier in Rotterdam de grootste bioraffinaderij van Europa staan. Dus als je kijkt naar onze brandstoffen dan hebben we het over HVO honderd waar een hernieuwbare diesel die in een vrachtwagen of kraan kan stoppen. Die kan je tot honderd procent in je machine stoppen en daarmee fossiel vervangen.

Djoeke Altena (Neste):

Hetzelfde voor onze vliegtuig brandstoffen. En hetzelfde voor de moleculen die wij produceren voor de chemische industrie. Dus als jij een kraker hebt en je wilt daarmee plastics maken. Dan kan je fossiele grondstoffen daarin stoppen. Je kan ook onze hernieuwbare of circulaire grondstoffen erin stoppen.

Djoeke Altena (Neste):

Dan hoef je niks te vervangen aan je machine. Je hoeft

Celwin Frenzen (Host):

geen retrofit of dat soort iets plaats

Djoeke Altena (Neste):

te doen. Nee, dus ja, je hoeft eigenlijk niet te investeren. En je kan wel je duurzaamheiddoelen halen. Juke zegt hier

Celwin Frenzen (Host):

dat je de alternatieve duurzamere brandstof tot honderd procent in je machine kunt gebruiken. Het is goed om te weten dat dit voor de brandstof klopt. Deze gedraagt zich hetzelfde als zijn fossiele tegenhanger, Maar de motor van de machine die moet er wel klaar voor zijn. En in het geval van bijvoorbeeld vliegtuigen is dat nog niet het geval. Terug naar Djoeken.

Celwin Frenzen (Host):

Ik ben benieuwd wat er al gebeurt op het gebied van duurzame chemie in Rotterdam. Je ziet dat

Djoeke Altena (Neste):

spelers hun bestaande assets proberen te verduurzamen. Mhmm. Je ziet dat daar investeringen inkomen. Je ziet investeringen aangekondigd en en plaatsvinden om die basis grondstoffen te maken. Bioraffinage waar wij in zitten.

Djoeke Altena (Neste):

En je ziet dat dat spelers echt kijken naar hoe kunnen we die grondstoffen gaan vervangen.

Celwin Frenzen (Host):

Ja, En staat dat dan echt nog helemaal in de beginfase of zijn er al stappen gemaakt daarop? Hoe zit dat?

Djoeke Altena (Neste):

Zelf zijn we al sinds tweeduizend elf operationeel hier in Rotterdam met onze bioraffinaderij.

Celwin Frenzen (Host):

Oké.

Djoeke Altena (Neste):

Dus dat zit niet helemaal in de beginfase. Nee. Tegelijkertijd is het gewoon een lastige markt. Want je moet met je circulaire chemie, hernieuwbare chemie, moet je concurreren met eigenlijk veel goedkopere virgin stromen. En dan moet je klanten vinden die bereid zijn om dat verschil te maken, te betalen.

Celwin Frenzen (Host):

Ja, precies. Is het dan een soort kip ei verhaal bijna dat je dat de klant die wil eigenlijk de goedkopere versie, maar die is er nog niet. En jullie zeggen van ja, we hebben de duurzame versie dus neem dit af.

Djoeke Altena (Neste):

Ja en dus eigenlijk zie je dat iedereen op elkaar zit zit te wachten. En we hebben dus eigenlijk beleids incentives nodig om die die padstelling te doorbreken. Ja. Want de duurzame alternatieven zijn beschikbaar, maar ze zijn ook duurder. Dat komt doordat de keten langer is omdat er meer gedaan moet worden om die materialen op te werken.

Djoeke Altena (Neste):

Dus om die competitief te maken en schaalbaar 10 opzichte van de Virgin fossiele alternatieven, hebben we beleid nodig.

Celwin Frenzen (Host):

En aan wat voor beleid moet dat worden?

Djoeke Altena (Neste):

Eigenlijk als je de circulaire economie wil realiseren, dan moet je enerzijds een markt creëren voor die duurzame alternatieven. En op dit moment zie je dat de consumenten en daarmee ook de industrie eigenlijk vooral kijken naar de prijs. Dus ze kiezen het goedkoopste. En dat is dan de fossiele, een virgin fossiel alternatieven waar eigenlijk klimaat effecten niet in doorberekend zijn.

Celwin Frenzen (Host):

Ja precies.

Djoeke Altena (Neste):

Dus je moet zorgen dat dat een duurzaam alternatief net zo aantrekkelijk wordt. Dat kan eigenlijk alleen door beleidsinstrumenten, door te normeren en door bijvoorbeeld een soort bijmengingverplichting in te stellen.

Celwin Frenzen (Host):

Ja precies. En is dat misschien ook een stukje, subsidies is misschien niet het goede woord, maar dat mensen bijvoorbeeld een voordeel krijgen als ze de duurzame variant gaan gebruiken. Ik noem maar wat.

Djoeke Altena (Neste):

Zeker daar zou je aan aan moeten denken. Nu denk ik dat het niet alleen om subsidies zou zou moet gaan. Je moet echt die markt creëren. Subsidie is een daarmee kan je iets versnellen beweging brengen. Maar eigenlijk wil je een duurzamer instrument Dus net zoals je dat voor hernieuwbare brandstoffen hebt zou je voor materialen ook een soort verplichting normering willen willen hebben.

Djoeke Altena (Neste):

Dat creëert de markt daarmee kunnen bedrijven investeren en op die manier worden die duurzame producten eigenlijk competitief en schaalbaar.

Celwin Frenzen (Host):

Ja, precies.

Djoeke Altena (Neste):

En daarmee beter beschikbaar en dat doet dan ook weer wat met de prijs.

Celwin Frenzen (Host):

Ja. Tweede punt op beleid. Wat moet er nog meer gebeuren?

Djoeke Altena (Neste):

Tweede punt. Naast het creëren van de markt is heel belangrijk om alle obstakels weg te nemen. Want als je nu als bedrijf Virgin fossiele grondstoffen verwerkt dan weet iedereen hoe dat werkt. Mhmm. Of geen extra controles te doen.

Djoeke Altena (Neste):

Als je afval en reststromen verwerkt dan moet je door allemaal extra hoepel springen om aan te tonen dat het wel veilig is. Dat het geen afvalstroom meer is maar echt een grondstof. En eigenlijk is het heel gek dat er een ongelijk speelveld is tussen meer vervuilende grondstoffen en het duurzame alternatief de afval en reststromen. Ja. Dat ongelijke speelveld dat moeten we aanpakken.

Celwin Frenzen (Host):

Het ongelijke speelveld dat moet aangepakt worden. Dat klinkt waarschijnlijk makkelijker dan dat het gedaan is. Dus wat moet daarvoor gebeuren volgens Juke?

Djoeke Altena (Neste):

Enerzijds moeten we met elkaar het perspectief moet moet veranderd worden. Dus we moeten afval niet afval zou in principe als een een grondstof gezien moeten worden. Mhmm. Eigenlijk een soort cultuur verandering die we met elkaar hebben.

Celwin Frenzen (Host):

Hoe zien we het nu dan om even het plaatje compleet te maken?

Djoeke Altena (Neste):

Heel veel wet en regelgeving die ziet op afval en en reststromen die is geschreven op een moment dat het nog niet realistisch was dat die stromen benut zouden worden als grondstof. Mhmm. Terwijl als je kijkt wat er nu technologisch mogelijk is. Dat is veel meer. Dus we zouden eigenlijk opnieuw naar die wet en regelgeving moeten kijken en het uitgangspunt zou daarbij moeten zijn als we het op een veilige manier kunnen verwerken tot een grondstof en daarmee dus nuttig kunnen gebruiken.

Djoeke Altena (Neste):

Ja, dan moet je iets niet langer als een afvalstof zit. Nee. De obstakels wegnemen en het juist zo makkelijk mogelijk maken om die grondstof te gebruiken in plaats van andersom.

Celwin Frenzen (Host):

Ja, die wet en regelgeving die daarvoor aangepast moet worden is dat Nederlands of Europese wetten?

Djoeke Altena (Neste):

Dat zit op beide. En deels een heel groot deel zit in het in Nederland door de wijze waarop wetgeving uitleggen. En hoe hoe we dat handhaven. Mhmm.

Celwin Frenzen (Host):

Dat

Djoeke Altena (Neste):

is bijvoorbeeld de de einde afvalstatus 10 aanzien van chemisch gerecycled plastic afval. Dat is een onderwerp waar we vanuit de versnellingsstafel chemische recycling veel aandacht voor voor vragen. Ja. En je ziet in andere landen dat daar anders mee omgegaan wordt. Maar dat de wijze waarop Nederland daarnaar kijkt en eigenlijk het gebrek aan aan zekerheid dat Nederland daarop geeft, dat dat een probleem is.

Celwin Frenzen (Host):

Dan nog even terug naar nesten zelf. Ze hebben al de grootste bioraffinaderij van Europa en deze wordt nog verder uitgebreid. Hoe staan het project ervoor?

Djoeke Altena (Neste):

Er wordt druk gebouwd. Mhmm. Dus één van de grootste investeringen in Nederland op dit moment. Twee komma zes miljard euro. Er is nogal wat.

Djoeke Altena (Neste):

Zeker. En daar zijn we ook heel erg trots op op dit dit project. Dus in tweeduizend zesentwintig moet die moet die klaar zijn. Ja. Dus ja, er wordt druk gebouwd.

Celwin Frenzen (Host):

Er wordt druk gebouwd. Ja, ja, ik ben er toevallig onlangs langs gevaren moet ik zeggen. Ik zat op de Futureland Ferry en dan vaar je er langs natuurlijk. En toen viel mij inderdaad al op van het begint wel echt gewoon serieus op een raffinaderij al te lijken. Zeker.

Celwin Frenzen (Host):

Gaat hard.

Djoeke Altena (Neste):

En wat ik wel heel mooi vind, onze biorrafinaderij, onze huidige biorrafinaderij op de Maasvlakte is op dit moment al de grootste biorrafinaderij van Europa. En met deze investering verdubbelen we onze productiecapaciteit. En dat is gigantisch.

Celwin Frenzen (Host):

En wat is dan uiteindelijk die productiecapaciteit als de complete bioraffinaderij af is?

Djoeke Altena (Neste):

Als die helemaal af is, dan kunnen we twee komma zeven miljoen ton hernieuwbare producten per jaar maken.

Celwin Frenzen (Host):

En wat zijn die hernieuwbare producten die jullie gaan maken?

Djoeke Altena (Neste):

We maken eigenlijk drie type producten. We maken sustainable eviation views, bio kerosine. Wij maken hernieuwbare diesel, HVO honderd. En we maken de moleculen voor de chemische industrie. Dus de bouwstenen die de krakers ingaan.

Djoeke Altena (Neste):

Waarmee je nieuwe polymeren chemicaliën kan maken.

Celwin Frenzen (Host):

Het klinkt dus allemaal veelbelovend. Maar er zijn ook nog genoeg uitdagingen op weg naar de circulaire economie. Ik vraag Juke hoe hij kijkt naar de toekomst.

Djoeke Altena (Neste):

Enerzijds het belang van samenwerking om deze transitie te realiseren. Want als je die lineaire economie wil omzetten in een circulaire economie dan heb je de hele keten eigenlijk nodig. En op verschillende tafels in Nederland wordt er heel hard samengewerkt door al die ketenpartners om dit te realiseren. Bijvoorbeeld de versnellingstafel voor Chemische Recycling maar ook clusters hier in de haven waarmee we samenwerken. We hebben al die spelers nodig om die transitie te realiseren.

Djoeke Altena (Neste):

Ja. Ik ben eigenlijk heel positief over de wijze waarop er samengewerkt wordt. Tegelijkertijd zou ik ook nog willen benadrukken dat er ook nog eigenlijk een aantal dingen niet goed gaan.

Celwin Frenzen (Host):

Dat zijn?

Djoeke Altena (Neste):

De versnellingstafel chemische recycling doet elk jaar onderzoek naar de recycling capaciteit. Chemische recycling capaciteit. Wat dat onderzoek laat zien is dat de recycling capaciteit in Nederland achterblijft 10 opzichte bij de beloofde en voorspellende capaciteit. En als die recycling capaciteit niet opgeschaald wordt dan heb je straks niet de benodigde capaciteit om al die dat plastic afval om te zetten in nieuwe grondstoffen. Ja.

Djoeke Altena (Neste):

Nederland was heel lang een koploper, maar dreigt nu een beetje achter te blijven.

Celwin Frenzen (Host):

Want want hoeveel met welke factor moeten we opschalen om bij te blijven? Weet je dat uit je hoofd?

Djoeke Altena (Neste):

Als je kijkt naar de grondstoffen die de chemische industrie in Nederland gebruikt. En als je al die grondstoffen wil vervangen voor duurzamere alternatieven, dan heb je veel meer gerecyclede afval nodig. Ja. Dus dan zal die recycling capaciteit in Nederland fors opgeschaald moeten worden. En dan moeten die investeringen op dit moment plaatsvinden als je circulaire doelstellingen wilt halen.

Djoeke Altena (Neste):

En we constateren in de versnellingsstafel chemische recycling dat die capaciteit achterblijft. En dat is echt een punt van zorg. Ja. Nu zien we vanuit nesten dat alles wat je niet met gerecycled materiaal kan realiseren dat dat uit hernieuwbaar materiaal zal moeten komen. Dus biomassa.

Djoeke Altena (Neste):

Ja. Dus in dat licht moet je ook onze investering zien. We op die manier een hele grote bijdrage kunnen leveren aan zorgen dat er voldoende duurzame grondstoffen beschikbaar zijn voor de chemische industrie.

Celwin Frenzen (Host):

Elke aflevering van deze podcast serie sluit ik af met dezelfde vraag voor al mijn gasten. En deze keer stel ik hem aan Paul de Hoog. Hoe gaat hij zelf met groene kracht vooruit?

Paul de Hoog (Shell):

Jan? Nou ik heb een jaar of vijf geleden mijn huis gekocht waar ik momenteel woon. En die hebben we volledig verduurzaam. Dus er liggen genoeg zonnepanelen op en ook een warmtepomp ingezet. En eigenlijk sinds kort heb ik ook een elektrische auto.

Paul de Hoog (Shell):

En daarnaast zijn we ook bijvoorbeeld minder vlees gaan eten en dat soort dingen. Dus dat is echt wel redelijk ons huizen helemaal 0 om het zo maar zeggen. Geen gas. Ik heb ook geen gasaansluiting meer. Dus puur en alleen nog elektra als energie.

Celwin Frenzen (Host):

In de volgende aflevering van met groene kracht vooruit.

Marielle Chartier (Havenbedrijf Rotterda:

Produceren zeventien procent van de Europese vraag naar kerosine in Rotterdam en alles wat er nog extra bij komt maakt dat we vierentwintig procent leveren. Dus dat is echt een heel groot aandeel van de Europese markt. Ja. Vraag lekker gezien, komt uit Rotterdam.

Celwin Frenzen (Host):

Dank voor het luisteren naar met groene kracht vooruit. Dank aan mijn gasten Paul de Hoog en Juke Altena voor hun bijdrages in deze aflevering. In de volgende aflevering duiken we vol in de biofuel. Wil je tot die tijd meer weten over deze podcast en over de energietransitie in de Rotterdamse haven? Neem dan een kijkje op portderfrotrem punt com slash groene kracht.

Celwin Frenzen (Host):

Krijg je geen genoeg van onze podcast? We hebben er nog veel meer voor je klaarstaan. Op Podrotrem punt com slash podcast.