Met groene kracht vooruit

Waterstof is een zeer vluchtig gas, dat pas bij -253 graden Celcius vloeibaar wordt. Om waterstof te kunnen transporteren kijkt men daarom naar verschillende waterstofdragers. Welke zijn dat? Is het makkelijk om de waterstof er weer 'uit' te krijgen? En welke drager wordt dé drager van de toekomst? Je hoort het in aflevering 3 van seizoen 2!

Te gast: Rene Peters (TNO), Feikje Wittermans (Vopak)

What is Met groene kracht vooruit?

Het Havenbedrijf Rotterdam werkt samen met bedrijven in de haven en de overheid aan een toekomstbestendige haven. Een haven waar bedrijven nu en in de toekomst kunnen floreren en zorgen voor inkomsten en banen. En dat alles met een zo minimaal mogelijke impact op het klimaat en de natuur.

Rene Peters:

Ja, dat is het grote spel. Welke van al die dragers gaat het nu eigenlijk winnen? En dat is nog heel onzeker.

Celwin Frenzen:

Welkom bij Met Groene kracht vooruit. De podcast waarin we vol in de energietransitie in de Rotterdamse haven duiken. In dit tweede seizoen kijken we naar project binnen de tweede pijler van de energietransitie, zoals het haven Rotterdam hanteert. Hierin draait dit allemaal om het nieuwe energiesysteem. In de afgelopen twee afleveringen hebben we het gehad over waterstof, waterstofproductie en het belang van offshore wind hiervoor.

Celwin Frenzen:

Daarnaast hebben we ook een paar keer gehoord over waterstofdragers. Wat die zijn en waar we ze voor gebruiken? Dat ga ik in deze aflevering onderzoeken. René Peters is werkzaam bij TNO en is gespecialiseerd in energiedragers, zoals waterstof en aardgas. Maar wat doet TNO precies?

Rene Peters:

TNO werkt aan de ene kant aan nieuwe innovaties, nieuwe technologieontwikkeling die belangrijk is om duurzame energie goedkoper te maken, makkelijker toepasbaar. Maar tegelijkertijd werken we heel veel samen met industriepartijen om demonstraties, pilots en demo's te ontwikkelen waarin we die nieuwe technologie demonstreren.

Celwin Frenzen:

En

Rene Peters:

we werken samen met de overheid om ook het beleid te ondersteunen op het gebied van energietransitie. Zodat uiteindelijk al die technologieën ook hun plek kunnen vinden in de praktijk.

Celwin Frenzen:

Negentig procent van de waterstof die per jaar nodig is in de toekomst, zo'n achttien miljoen ton, zal via import het land binnenkomen. Maar hoe gaan we dat doen? Hoe krijg je waterstof van a naar b?

Rene Peters:

Ja, daar zijn heel veel mogelijkheden voor. Het makkelijkste zou zijn als er pijpleidingen zouden liggen. Zo transporteren we ook heel veel aardgas naar Nederland. Maar ja, voor waterstof zijn die leidingen er nog maar beperkt. En zeker niet naar de landen waar waarschijnlijk in de toekomst veel waterstof vandaan zal moeten komen.

Rene Peters:

Dus dat zal dan met name met behulp van een schip gebeuren met scheepvaart. En dan zijn er weer veel opties om die waterstof naar Nederland te krijgen.

Celwin Frenzen:

Net als aardgas kun je waterstof vloeibaar maken. Daarvoor moet je het koelen naar -tweehonderddrieënvijftig graden. Ter vergelijking, aardgas wordt vloeibaar bij - honderdtweeënzestig graden. Dat is een groot verschil. En daar is zoveel energie voor nodig om iets zo koud te krijgen, dat het op dit moment nog niet als rendabel wordt gezien.

Celwin Frenzen:

Daarom wordt er gekeken naar verschillende waterstofdragers om die waterstof van a naar b te krijgen.

Rene Peters:

Ja, dan heb je het inderdaad over waterstofdragers. Dat zijn eigenlijk vaak chemische producten of elementen die waterstof kunnen binden. De eenvoudigste is ammoniak. Dan bind je de waterstof aan stikstof. Dan krijg je NH3 ammoniak en op die manier kun je waterstof eigenlijk als een chemisch product in een schip transporteren.

Rene Peters:

Het grote voordeel is dan dat je die ammoniak niet zo ver hoeft te koelen als vloeibaar waterstof omdat ammoniak al bij drieëndertig graden onder nul vloeibaar wordt. Methanol is een andere. Dan is Kooldioxide eigenlijk de drager van waterstof. Methanol is eigenlijk Kooldioxide gebonden aan waterstof. En het probleem met methanol is dat als je methanol uiteindelijk weer wil ontbinden naar waterstof dat er dan ook weer Kooldioxide vrijkomt.

Rene Peters:

En daarmee is methanol in het directe gebruik als energiedrager of als weer waterstofproducent, zeg maar, product Ja, moet je wel de Kooldioxide afvangen en opslaan om te voorkomen dat er direct Kooldioxide vrijkomt. En verder is het lastig om methanol te produceren omdat je dan ook Kooldioxide nodig hebt. Want het nadeel van elke drager van waterstof is dat je die drager uiteindelijk ook weer nodig hebt op de plek waar je die drager moet produceren. En een van de belangrijke die ook een serieuze kandidaat zou kunnen zijn dat is best wel een complexe. Het heet LOAC en dat staat voor een liquid Organic Hydrgin Carr carrier.

Rene Peters:

Het is ook een drager van waterstof, maar dan op basis van een organische element. En dat zijn complexere chemicaliën zoals bijvoorbeeld toloueen, benzeeen, xylen. Die dan zich ook binden aan waterstof. En dan krijg je ook een drager waarmee je waterstof in gebonden vorm, bijvoorbeeld met Toleueen, kan verbinden. En dan vormt zich een vloeistof die zelfs onder atmosferische condities, dus bij normale temperatuur en normale druk, vloeibaar is.

Rene Peters:

Dus dat is een nog groter voordeel dan ammoniak heeft. Ammoniak moest je bij -drieëndertig graden vloeibaar maken. Maar deze binder, deze LOAC zoals ik het nu maar afkort dan, die kan zelfs onder atmosferische condities vloeibaar blijven. En dan kun je het zelfs transporteren in een normaal schip waarmee je ook bijvoorbeeld diesel of benzine of olie transporteert. Zonder dat je het hoeft te koelen en zonder dat je het onder druk hoeft te houden.

Celwin Frenzen:

Ammoniak, groene methanol en de liquid Organic Hyaged Carrière. Dat zijn dus de drie belangrijkste waterstoftragers waar nu naar gekeken wordt. Laten we eens in elk van die dragers duiken. Om te beginnen met ammoniak. Hoe produceren we dat?

Rene Peters:

Nou dat is een heel oud proces dat heet het Haberbosch proces. Dat zijn twee Duitsers die ooit hebben uitgevonden hoe je waterstof en stikstof met elkaar kan verbinden. Eigenlijk een vrij simpel proces. Je hebt een bepaalde druk en een bepaalde temperatuur nodig waarin waterstof en stikstof een verbinding aangaan tot ammoniak. En dat is ook helemaal niet nieuw.

Rene Peters:

Er wordt in de wereld al op allerlei plaatsen ammoniak geproduceerd omdat ammoniak een heel belangrijk basisproduct is voor bijvoorbeeld kunstmest of voor allerlei chemische producten. Dus het proces op zich is niet nieuw. Dat maakt het wel aantrekkelijk, want dat betekent dat je het eigenlijk met technisch weinig risico kan realiseren. En dat moet je dan ook weer in dat land doen waar je die goedkope waterstof produceert. Het grote voordeel van ammoniak is overigens ook dat er ook al schepen zijn die ammoniak kunnen transporteren.

Celwin Frenzen:

Dan moet je

Rene Peters:

denken aan schepen die je nu ook voor LPG gebruikt om die te transporteren. Die kun je ook inzetten voor ammoniak en er wordt nu ook al ammoniak verscheept naar bijvoorbeeld kunstmest fabrieken.

Celwin Frenzen:

Maar is het dan als je die schepen daarvoor gebruikt, die LPG schepen, hoeft daar dan niks aan te gebeuren qua refitten om het even zo te zeggen?

Rene Peters:

Nee, het zijn schepen die zeg maar een criogeen gas, dus een vloeistof moet ik zeggen in dat geval, min drieëndertig graden kunnen transporteren. Maar wel onder atmosferische druk, dus geen hoge druk. Of een hele lichte overdruk doordat er wat mogelijk verdampt. Die schepen zijn gewoon op de markt beschikbaar, zijn we bekend mee, zijn veilig, zijn aangetoond veilig om ammoniak te transporteren. Dat maakt ammoniak wel een aantrekkelijke drager voor waterstof.

Celwin Frenzen:

Ik hoor je zeggen het is veilig want we doen het al langer. Als je het hebt over langer, hoe lang werken we al op deze manier met ammoniak?

Rene Peters:

Met ammoniak wordt er al, nou zeker vijftig jaar maar misschien wel langer gewerkt. Omdat ammoniak historisch altijd een heel belangrijk basis chemisch product is. Kunstmest wordt al heel lang geproduceerd, Maar bijvoorbeeld ook dynamiet wordt gemaakt met ammoniak en daarvan afgeleid ammoniaknitraat. Dus er zijn allerlei producten die al op basis van ammoniak worden geproduceerd. Het is niet zo dat ammoniak daarmee inherent per definitie veilig element is omdat ammoniak natuurlijk wel toxisch is.

Rene Peters:

En je wil niet dat ammoniak vrij in de lucht vrijkomt. Dus ammoniak moet je wel degelijk met zorg behandelen en opslaan en zorgen dat het niet kan weglekken. Amm vraagt wel om een zorgvuldige behandeling, maar de industrie zeker hier in Rotterdam is zeer bekend met ammoniak en weet dus hoe je daar veilig mee om moet gaan.

Celwin Frenzen:

Maar nou heb ik ook wel eens gehoord dat ammoniak in het keukenkastje een andere ammoniakbestand die we in de schepen hebben zitten.

Rene Peters:

Ja klopt.

Celwin Frenzen:

Hoe het heeft voor mij gevoel is ammoniak is ammoniak.

Rene Peters:

Ja, dat is

Celwin Frenzen:

dus niet zo.

Rene Peters:

Nee, nee. Ammoniak die je thuis in het keukenkastje hebt, dat is ammoniak opgelost in in water. Dus dan krijg je een een opgeloste ammoniak wat je inderdaad in huishoudelijke toepassingen kan gebruiken. Overigens dan als je daar ruikt dan ruik je al de intensieve geur die ammoniak geeft. Nou, in water opgelost is dat vrij lage concentratie en niet heel schadelijk.

Rene Peters:

Maar als je het als pure ammoniak vrij zou krijgen dan kan het wel heel toxisch en gevaarlijk zijn. Maar het is wel dezelfde stof maar dan opgelost in water.

Celwin Frenzen:

Ammoniak is dus een belangrijke waterstoffrager die we kunnen gaan gebruiken. Er is veel kennis op het gebied van veilig transport en opslag van ammoniak. Maar hoe zit dat met methanol? René legde eerder al uit dat je dit produceert door waterstof aan Kooldioxide te koppelen. En als je die methanol dan gebruikt, komt die Kooldioxide weer vrij.

Celwin Frenzen:

En dat is eigenlijk precies wat we niet willen. Maar waar kunnen we die methanol dan wel voor gebruiken?

Rene Peters:

Er is wel een voordeel als je methanol zou gaan gebruiken in een chemische toepassing, omdat methanol ook een belangrijke basis chemisch element zou kunnen zijn, Waarmee je allerlei complexere producten maakt, zoals plastics of allerlei chemische producten die we nu op basis van olie en gas maken.

Celwin Frenzen:

Die zou

Rene Peters:

je ook op metanol basis kunnen maken, omdat je bij die complexere chemische producten vaak naast waterstof ook koolstof nodig hebt. En daar is methanol wel een interessante kandidaat voor als basis chemicaliën. Maar dan is het dus niet voor direct gebruik als energiedrager om hoge temperatuur warmte bijvoorbeeld te produceren.

Celwin Frenzen:

Maar ik heb dan ook wel eens gehoord dat schepen kunnen gaan varen op methanol. Maar dat zou dan eigenlijk betekenen dat er wel nog steeds Kooldioxide wordt uitgestoten.

Rene Peters:

Ja, dus het idee is dat je die methanol nog wel zou kunnen gebruiken als je echt groene methanol produceert. En dat betekent dat je niet alleen groene methanol maakt door groene waterstof te gebruiken, maar dan moet je eigenlijk ook groene Kooldioxide hebben.

Celwin Frenzen:

Hoe doe je dat?

Rene Peters:

En hoe doe je dat? Dan moet je Kooldioxide gebruiken die kort cyclisch is heet dat dan. Dus dat betekent Kooldioxide die bijvoorbeeld is geproduceerd uit biogas of biomassa. Dat is Kooldioxide die dus uit kort cyclisch opgeslagen Kooldioxide komt. Best ingewikkeld, maar dus niet Kooldioxide wat uit fossiele bronnen komt, uit olie en gas.

Rene Peters:

Maar Kooldioxide die je of uit biomassa haalt of bijvoorbeeld uit de lucht haalt, uit direct air capture. Dat wordt dan gekwalificeerd als groene Kooldioxide en daarmee kun je ook groene methanol maken. En dat betekent dat dan ook de Kooldioxide uitstoot die de lucht ingaat niet netto bijdraagt aan de totale klimaatemissie. Nee precies. Een ingewikkeld verhaal en daarom is methanol ook niet de meest de eerste kandidaat die we in gedachten hebben als we waterstof willen transporteren met een

Celwin Frenzen:

drager. De derde drager die René noemde is de LOAC oftewel de liquid Organic Hyaged Carrière. Om hier meer over weten te komen heb ik afgesproken met Feike Wittemans van Vopak. Zij kan mij alles vertellen over LOAC. Feijkje is business development manager bij VVOac binnen de New Energy's afdeling.

Celwin Frenzen:

Voordat Vwijgje meer vertelt over LOC ben ik benieuwd hoe VVOac kijkt naar de waterstofdragers in het algemeen.

Feikje Wittermans:

Nou binnen VOPak kijken we eigenlijk naar alle drie de dragers, maar we houden ook wel de markt in de technologie in de gaten en scannen ook regelmatig om te kijken of er gewoon ook weer nieuwe technologieën en nieuwe dragers zijn die interessant zijn voor ons. We kijken zowel naar ammoniak, we kijken ook naar liquid en we kijken ook naar LOACC

Celwin Frenzen:

en

Feikje Wittermans:

dat is, ja daar zijn eigenlijk twee technologieën en het verste zijn we nu met de ontwikkeling van de technologie van harde genius.

Celwin Frenzen:

Wat houdt het precies in?

Feikje Wittermans:

Nou dat is de drager is benzyltoleween, een soort heating oil is het. Het is een wat wij noemen een K3 product. Je kan het op dezelfde manier onder dezelfde omstandigheden opslaan als diesel. Oké. En het is een, het is wel een nieuwe stof dus DCM DCMR is er wel goed naar aan het kijken van ja wat voor consequenties zou dat hebben.

Feikje Wittermans:

Maar het is gewoon omdat het een nieuwe stof is dus dat is goed. Maar wij ja, wij zien hier best wel potentieel in omdat je gewoon bestaande assets zou kunnen hergebruiken.

Celwin Frenzen:

Een drager die ogenschijnlijk op dezelfde manier te vervoeren en op te slaan is als diesel. Dat klinkt positief. Kan het dan ook gelijk mee in diezelfde infrastructuur die we al hebben?

Feikje Wittermans:

Nou daar zijn we nog wel naar aan het kijken. We verwachten dat er niet veel verschil is

Celwin Frenzen:

en

Feikje Wittermans:

dat ze niet veel aanpassingen nodig hebben aan de infrastructuur.

Celwin Frenzen:

Maar we zijn er

Feikje Wittermans:

we zijn bezig met een met een pilot van anderhalf ton per dag output op de Europoort terminal en ja daar moet het ook blijken wat we gewoon allemaal nog tegenkomen. We verwachten het niet. We moeten nog wel die pilot draaien.

Celwin Frenzen:

Ja en die is er al bekend wanneer die pilot moet gaan starten?

Feikje Wittermans:

Nou we zijn er nu mee bezig. We werken nu aan die pilot en ja we zitten in het vergunningen traject op dit moment en ja over de planning kan ik nu

Celwin Frenzen:

nog niet zoveel zeggen binnen nu en paar jaar zou dat, over een paar jaar zou dat, zou die wel in

Feikje Wittermans:

een running moeten zijn.

Celwin Frenzen:

Dat is echt afhankelijk van wanneer die vergunning verleend wordt natuurlijk. En de opslag is dat dan ook helemaal hetzelfde als diesel of is dat, komt daar nog iets anders bij kijken qua temperatuur misschien?

Feikje Wittermans:

Nee het is gewoon net als, het lijkt net als diesel in ieder geval qua temperatuur, we hoeven het niet te verhitten, het hoeft niet verwarmd te worden of gekoeld. Dus het is gewoon en ook niet onder druk, het is gewoon atmosferische, gewone temperatuur wordt het opgeslagen, spel.

Celwin Frenzen:

Benzyl-toween waar Feike het nu over heeft, is dus een van de mogelijke liquid organic Hyigan Carrière en degene waar VVOack nu op inzet. Hoe werkt deze stof precies?

Feikje Wittermans:

De waterstof wordt gebonden aan een zwaardere molecuul, een soort ankertje kan je het noemen of een verpakking en daarbij komt warmte vrij

Celwin Frenzen:

en die warmte kan dan ook ter plekke

Feikje Wittermans:

hergebruikt worden in in warmtenetten et cetera.

Celwin Frenzen:

Oké.

Feikje Wittermans:

Dan wordt het de geladen LOHC die wordt de drager die wordt vervoerd naar de gebruikerskant zeg maar. Bijvoorbeeld hier in Rotterdam en dan pakken wij eigenlijk de waterstof er weer uit. Ja. Dus soort pakketje met waterstof en wij halen het er weer uit door te verhitten. Nu nog tot driehonderd graden Celsius.

Celwin Frenzen:

Gaat dat minder worden in de toekomst?

Feikje Wittermans:

Ja men is er gewoon druk mee bezig om te kijken of ze die temperatuur om de waterstof eruit te halen of die naar beneden kan. Met diverse paden zijn ze aan het bewandelen bij onze technologie partner om te kijken of die temperatuur naar beneden kan.

Celwin Frenzen:

Ja, die LHC die jullie dan gaan importeren. Voor wie, wie wordt uiteindelijk de eindgebruiker daarvan?

Feikje Wittermans:

Er zijn best wel een aantal eindmarkten die je daarvoor zou kunnen gebruiken. Het is behoorlijk zuiver wat eruit komt. Het is negenennegentig komma negen negen vijf procent zuiverheid.

Celwin Frenzen:

Dus

Feikje Wittermans:

dat hoeft nog maar een kleine opzuivering stap is er nodig om het geschikt te maken ook voor de mobiliteit, voor view zelfs.

Celwin Frenzen:

Maar

Feikje Wittermans:

dat hoeft niet het is vrij breed is het inzetbaar ook voor de industrie. Met deze drager zit je ook niet per se vast aan de plek waar het aan land. Het mooie hiervan is dat je gewoon stel dat het in Rotterdam allemaal aankomt, dus dan zal het gros waarschijnlijk in de toekomst pijpleiding ingaan als waterstof. Maar een deel kan je ook voorstellen dat het per truc of per trein naar een locatie gaat waar die waterstof nodig is bijvoorbeeld en die bijvoorbeeld niet aan het waterstof grid zitten.

Celwin Frenzen:

Je hoorde Feike eerder iets zeggen over DCMR, de milieuteienst van Rotterdam Rijnmond. Moeten er nog speciale afspraken met hen gemaakt worden of vergunningen aangevraagd worden voor de import van dit soort nieuwe producten?

Feikje Wittermans:

Wij vragen die vergunning aan. Het is het is een nieuwe stof, maar het is niet qua gevarenklasse of of risicoklasse is het niet anders dan diesel of benzine of kerosine wat we opslaan. Het is gewoon een nieuwe stof. Maar het heeft het lijkt dezelfde kenmerken te hebben als diesel.

Celwin Frenzen:

Als we dan even naar de toekomst kijken, zetten jullie hier ook echt vol op in voor de toekomst of is dat nog afhankelijk van die pilot die je gaat draaien?

Feikje Wittermans:

Het hangt wel af van de pilot. Als deze pilot goed gaat dan willen we opschalen naar een twaalf ton per dag plant en als die goed is dan verwachten we dat we gewoon verder kunnen opschalen naar honderd, tweehonderd misschien wel vijfhonderd ton per dag gepland. Dan zijn we op dit moment met met het havenbedrijf zijn we bezig om een visibility studie op te starten

Rene Peters:

om

Feikje Wittermans:

te kijken van wat is wat is daarvoor nodig? Welke voetprint heb je daarvoor nodig? Zou je gebruik kunnen maken van van warmte die niet niet gebruikt wordt hé. Acces heat van bijvoorbeeld, noem maar wat AVR bijvoorbeeld. Ja.

Feikje Wittermans:

Kan je daar gebruiken, in hoeverre kan je daar gebruik van maken? Dus dat is natuurlijk als je zulke grote hoeveelheden uit die LOAC gaat halen, ja dan is het mooi dat je gewoon nog een extra warmtebron hebt om alvast een eind op weg te zijn om die hoge temperaturen te halen.

Celwin Frenzen:

We zijn weer terug bij René Peters. We weten nu naar welke drie dragers er gekeken wordt om de waterstof van a naar b te krijgen. Ammoniak, groene methanol en de Liquid Organic Hyaged Carrière. Maar welk van die dragers zal nou de waterstofdrager gaan worden in de nabije toekomst?

Rene Peters:

Ja, dat is het grote spel En de grote vraag natuurlijk ook: welke van al die dragers gaat het nu eigenlijk winnen? En dat is nog heel onzeker. Je ziet nu pilots ontstaan op allerlei verschillende dragers. Je ziet pilots op de LOAC, maar ook op ammoniak zijn er initiatieven. De ACE Terminal wordt ontwikkeld, ook met FOPAC en Gasunie hierop en HES.

Rene Peters:

Maar ook op vloeibaar waterstof zijn er initiatieven om te kijken of er ketens opgezet kunnen worden. Denk ook bijvoorbeeld aan de in de techniek noemen we wat maturiteit. Dus wat is de ervaring met al die verschillende componenten? We hadden het al even over ammoniak. Eigenlijk alle componenten van ammoniak zijn al bekend.

Rene Peters:

Dus het maken van ammoniak, het transporteren van ammoniak in bestaande schepen maar ook het weer opbreken en het opslaan van ammoniak. Dat zijn elementen die allemaal al bestaan. Die de afgelopen decennia misschien wel veel langer al zijn gerealiseerd. Dus daar is het vooral de vraag van opschalen. En voor de anderen, de LOAC die we noemden, de liquid Orcanic Huis & Care daar is eigenlijk helemaal nog geen ervaring op.

Rene Peters:

Dus daar moeten alle technische ervaringen en moet nog opgebouwd worden. En ja, heel veel bedrijven kijken natuurlijk ook naar technische risico's als ze een importketen ontwikkelen.

Celwin Frenzen:

Welke van deze drie denk jij dat het gaat worden?

Rene Peters:

Ik denk dat het zich gaat faseren in de tijd en dat het ook erg afhankelijk is van de schaal waarop de volumes gaat transporteren. Dus ik verwacht dat in eerste instantie ammoniak een grote rol zal spelen. In bepaalde nichegebieden en voor kleinere volumes wellicht ook de LOAC een rol zou spelen. En als de schaal echt heel erg groot wordt, zoals we ook de LNG markt hebben zien ontwikkelen, dat dan volume waterstof ook een rol zou spelen.

Celwin Frenzen:

René denkt dus dat er voor elke drager een markt zal zijn en het er niet maar één wordt. Maar waar gaat die waterstof uiteindelijk dan voor gebruikt worden?

Rene Peters:

Dat is goed dat je dat vraagt. Het is eigenlijk heel breed, want ook ammoniak kan worden gebruikt in de mobiliteit, in transport en in de industrie. Methanol kan worden ook gebruikt bijvoorbeeld om brandstofcellen direct aan te sturen. Dat hoeft niet alleen maar met waterstof en daarmee zou je zelfs ook direct elektriciteit kunnen produceren uit de methanol. Ammoniak kan ook bijvoorbeeld worden gebruikt in combinatie met kolencentrales om elektriciteit op te wekken op een duurzame manier als je groene ammoniak produceert.

Rene Peters:

Dus het heeft eigenlijk heel veel toepassingsgebieden. En ook daar is steeds de afweging: wat is economisch het meest aantrekkelijk? Wat is qua emissies het meest aantrekkelijk? En wat heeft de hoogste waarde eigenlijk in de toepassing? Want ammoniak heeft de hoogste waarde natuurlijk als je direct omzet naar producten.

Rene Peters:

Bijvoorbeeld kunstmest maar ook een chemisch product. En dan zou je kunnen zeggen: ja, dan is zonde om het te verbranden voor elektriciteitsopwekking. Tegelijkertijd moeten we ook uiteindelijk onze elektriciteitsopwekking die we nodig hebben om die pieken en dalen van elektriciteit uit zon en wind te kunnen matchen. Ja, dat willen we ook vergroenen. Dat kunnen we niet alleen maar op basis van aardgas blijven doen want dan blijven we Kooldioxide uitstoten bij een elektriciteitsopmerking.

Rene Peters:

Dus daar hebben we ook een groene energiedrager voor nodig. Dat kan waterstof zijn die je bijmengt of uiteindelijk gascentrales vervangt. Of het kan ammoniak zijn wat je bijmengt. Bij kolencentrales wordt uiteindelijk ook dat vervangt.

Celwin Frenzen:

Er zijn veel mogelijkheden dus voor het gebruik van de waterstof. Maar is al die waterstof die in Rotterdam binnenkomt dan alleen bedoeld voor de Nederlandse industrie?

Rene Peters:

Ja, het is heel belangrijk om te realiseren dat al die import van waterstof of dat nou in in vloeibarevorm of ammoniak of LOAC is, dat dat niet alleen voor Nederland bedoeld is of voor de Rotterdamse industrie. Dat natuurlijk ook het achterland en zelfs de doorvoer naar het buitenland, met name het Ruhrgebied uit Duitsland, heel erg belangrijk is. En dat de grote volumes die er uiteindelijk via Rotterdam gaan komen voor een groot deel wellicht ook voor doorvoer en transport naar Duitsland zijn. En de grote vraag is daar natuurlijk: wat wordt de drager van waterstof die daarvoor ingezet wordt? Is dat waterstof zelf in de vorm van gas wat door een pijpleiding gaat?

Rene Peters:

Bijvoorbeeld de Deltacorridor die daarvoor in gedachte is. Of gaan we ook waterstof met een drager bijvoorbeeld ammoniak direct transporteren naar Duitsland omdat in Duitsland natuurlijk ook heel veel bedrijven direct ammoniak nodig hebben. En het zou wel heel raar zijn om ammoniak hier te kraken en daarna in Duitsland weer ammoniak te gaan produceren omdat het daar nodig is voor kunstmest andere producten. En dan is natuurlijk de vraag en dat is nog steeds wel onderwerp van discussie. Wat is nou de beste manier om ammoniak in grote volumes te transporteren naar het Duitse achterland?

Rene Peters:

Dan heb je weer een aantal opties. Je kan het transporteren via trein in tankwagens. Je kan het transporteren via schip, via barges of je kan het transporteren via een pijpleiding. En alle opties zijn op zich al gedaan. Er liggen al pijpleidingen voor ammoniak.

Rene Peters:

Er worden al schepen met ammoniak getransporteerd. Er gaat ook ammoniak over trein. Maar de volumes waarover we het hier gaan hebben, gaan wel natuurlijk enorm toenemen. En de grote vraag is natuurlijk: welke transportmodus kan dat soort grote volumes veilig aan? Want we zien de treinen gaan natuurlijk dwars door steden heen in Brabant.

Rene Peters:

En volumes worden zo groot dat dat qua cumulatieve veiligheidsrisico wellicht te hoog is. Dus daar kijk je: oké, wat kan je dan met scheepvaart doen? En is wellicht pijpleiding transport dan een aantrekkelijk alternatief? Daar moeten nog best wel wat studies gedaan worden. Er wordt serieus naar gekeken.

Rene Peters:

Er zijn natuurlijk serieuze zorgen, maar ook heel veel aandacht voor de veiligheid en de risico's van van emissies. Emissies zijn om verschillende redenen een reden om echt zorgvuldig te zorgen dat dat beperkt is of dat dat eigenlijk voor haarloosbaar is. Als we grootschalige ammoniak gaan opslaan, transporteren, overslaan en doorvoeren naar het buitenland.

Celwin Frenzen:

Er zijn dus veel opties voor zowel de waterstofdragers als het gebruik en ook transport daarvan. Alle partijen zijn keihard aan het werk en de pilots zijn in gang gezet. Het is wachten op de uitkomst van deze pilots voor we echt kunnen zeggen welke waterstofdrager in de toekomst wordt ingezet. Of dat meerdere dragers elk een eigen doel gaan krijgen. Elke aflevering van deze podcast serie sluit ik af met dezelfde vraag voor al mijn gasten.

Celwin Frenzen:

Deze keer stel ik de vraag aan René Peters. Hoe gaat hij zelf met groene kracht vooruit?

Rene Peters:

Als ik het heel persoonlijk neem, dan ben ik net als heel veel Nederlanders volgens mij bezig met verduurzamen van mijn eigen omgeving. Mhmm. Dat betekent dat ik een elektrische auto heb besteld. Betekent dat ik zonnepanelen op mijn dak heb. Dat ik het afgelopen jaar mijn huizen van dubbel glas heb voorzien.

Rene Peters:

En met glas-in-lood ramen was dat op sommige plekken nog niet het geval. Dus dat was hard nodig. Maar daarnaast ben ik vooral in mijn werk natuurlijk met mijn collega's enorm hard bezig om te zorgen dat we die waterstofeconomie op gang krijgen. Dat we samen met industrie, maar ook met de overheid, die natuurlijk uiteindelijk de randvoorwaarden moet scheppen om die transitie mogelijk te maken, Dat we aan alle kanten helpen om die transitie mogelijk te maken en te versnellen. En te zorgen dat daar ook de juiste innovaties en technologieën op een veilige manier hun plek vinden in de industrie.

Celwin Frenzen:

In de volgende aflevering van Met Groene Kracht vooruit.

Martijn Coopman:

Hoe industriële projecten een factor tien opschalen, dan gaat daar meestal twintig jaar overheen. Nu waterstof proberen we een factor honderd binnen tien jaar.

Celwin Frenzen:

Dank voor het luisteren naar met groene kracht vooruit. Dank aan mijn gasten René Peters en Feike Wittemans voor hun waardevolle bijdrage in deze aflevering. In de volgende aflevering duiken we vol in de import van waterstof. Waar gaat die waterstof allemaal vandaan komen? Wil je tot die tijd meer weten over deze podcast en over de energietransitie in de Rotterdamse haven?

Celwin Frenzen:

Neem dan een kijkje op port of Rotterdam punt com slash groene kracht. Krijg je geen genoeg van onze podcast? We hebben er nog veel meer voor je klaarstaan op portder van Rotterdam punt com slash podcast.